Door: Redactie - 23 september 2022 |
In het Europese ‘Fit for 55’ plan wordt gestreefd naar 55% CO2 reductie in 2030 om vervolgens door te groeien naar een klimaat neutrale economie in 2055. Nederland heeft de ambitie nog iets hoger gesteld en wil in 2030 een 60% reductie realiseren van broeikasgassen, waarvan CO2 de belangrijkste is. Er moet dus fors versneld worden en dit is een enorme uitdaging voor de industriesector.
De EU heeft een nieuwe corperate sustainability reporting directive (CSRD-richtlijn) ingevoerd die meer bedrijven verplicht om te rapporteren over de milieu-impact van hun bedrijfsactiviteiten. In deze thema update besteden wij aandacht aan beide zaken.
De Nederlandse energie intensieve industrie draait van oudsher op een combinatie van aardgas en grote hoeveelheden restgassen. Om deze industrie te verduurzamen en de CO2-uitstoot volgens de doelstellingen van het Klimaatakkoord terug te brengen, zijn flinke stappen nodig. Stappen die het huidige systeem binnen 30 jaar moet transformeren tot een nieuwe werkwijze.
Er is een versnelling nodig, zeker nu er in de nieuwe klimaatplannen een veel scherpere daling van het emissieplafond in het ETS handelssysteem is ingesteld. De emissierechten in het ETS voor de 60 grootste uitstoters lopen nu al in 2040 af. Om te kunnen voldoen aan de regelgeving is er een veel snellere reductie van uitstoot nodig in de elektriciteitssector (43% aandeel) en energie-intensieve industrie (chemie 26%, olie 14% aandeel).
Een belangrijke oplossingsroute voor CO2-reductie is de energietransitie waarbij het gebruik van fossiele brandstoffen wordt uitgefaseerd. Hierin ligt er naast de inzet van duurzame/hernieuwbare energie, geothermie, hergebruik van gassen, reststromen en restwarmte enorm veel potentieel in elektrificatie van industriële processen. In deze transitie onmisbaar onderdeel. Processen kunnen ook nog veel efficiënter en zuiniger waardoor warmtevraag daalt, de snelste vorm van verduurzaming.
De benodigde investeringen in energiebesparingen (EIA) zijn – op 2019 na – sinds 2017 ieder jaar gegroeid. Een belangrijke trend die versneld moet doorzetten.
De (proces)industrie kan sterk bijdragen aan de klimaatdoelstellingen door de uitstoot van CO2 versneld te reduceren. De belangrijkste verduurzamingsroutes zijn:
Naast elektrificatie zijn de inzet van groen gas, waterstof, CO2 (afvang) en biomassa als brandstof interessant. TNO is een belangrijke partner in de ontwikkeling van oplossingen voor een duurzame en circulaire industrie. Zie RVO-infographic verduurzaming warmtevoorziening.
Industriële elektrificatie, ook wel Power-2-X genoemd, is de vervanging van fossiel (olie, gas en kolen) aangedreven processen door processen aangedreven met groene stroom (directe elektrificatie) of groene moleculen (indirecte elektrificatie). De Routekaart Elektrificatie (Topsector Energie) heeft gedetailleerd berekend en uitgestippeld wat de meest kansrijke route is tot 2030 en 2050.
De routekaart geeft een aanzet wat Nederland nodig heeft om de omslag naar elektrificatie in de industrie te maken. Ook wordt aangegeven onder welke voorwaarden dit potentieel ontsloten kan worden en hoe de toenemende elektriciteitsvraag van invloed is op de elektriciteitssector en de CO2-emissies.
Voor 2030 is minimaal 30 TWh extra elektriciteit nodig, voor 2050 is de industriële energiebehoefte 80-130 TWh. Elektrificatie kan minimaal 60% van de totale behoefte van de industrie invullen. Dit vereist aanvullende hernieuwbare elektriciteit en conversiecapaciteit.
Wat is het doel van het Fieldlab Industrial Electrification (FLIE)?
Het FLIE richt zich op het versnellen van de ontwikkeling én implementatie van technologie voor de elektrificatie van productieprocessen. Met als doel een maximale CO2-reductie. In de energietransitie is elektrificatie van processen cruciaal voor een snelle en efficiënte verduurzaming van de (proces)industrie. “Industriële eindgebruikers kunnen in onze veilige, moderne test- en validatieomgeving technologie doorontwikkelen en implementatierijp maken”.
Wie zijn de stakeholders en samenwerkingspartners?
Een breed verankerd stakeholdernetwerk zorgt voor funding, draagvlak en continuïteit. Het FLIE is een initiatief van Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, InnovationQuarter, aangestuurd door TNO en FME, ondersteund door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, PlantOne en de EFRO-subsidie.
Technologieleveranciers zorgen voor innovatieve technologie. Zij ontwikkelen met onderzoeksorganisaties en industriële eindgebruikers toepasbare oplossingen voor verduurzaming van de (proces)industrie. “In het fieldlab kunnen (inter)nationale spelers samenwerken om het potentieel van de energietransitie te verwezenlijken”.
Welke technologieën worden verder ontwikkeld?
Het fieldlab richt zich specifiek op het doorontwikkelen van elektrificatieoplossingen:
Waar verwacht het FLIE het snelste resultaat van innovaties?
De power-to-heat technologie en oplossingen (e-boilers en stoom-warmtepompen) zijn snel implementeerbaar. De inzet van elektrolysers voor (in)directe conversie van CO2 t.b.v. groene moleculen (waterstof) als brandstof zal naar verwachting binnen 5 jaar breed toepasbaar zijn.
Wat is de potentie van Industriële Elektrificatie op langere termijn?
De potentie van elektrificatie is enorm groot en daarmee ook de bijdrage aan de CO2-reductie. De energietoevoer uit zon en wind zal op veel grotere schaal benut en toegepast kunnen worden. En elektrolysers staan nog maar aan het begin van de ontwikkelingscurve en toepasbaarheid op grote schaal.
De Europese Commissie heeft in april 2021 wetgeving aangenomen die duurzaamheidsrapportage voor grote bedrijven verplicht, de CSRD. Deze EU-regelgeving bevat een richtlijn voor verslaglegging over duurzaamheid van ondernemingen, die de bestaande vereisten van de richtlijn niet-financiële verslaglegging (NFRD) wijzigt. De CSRD wordt per 1 januari 2024 van kracht voor beursgenoteerde bedrijven. Vanaf 2025 gaan middelgrote bedrijven rapporteren over de milieu- en sociale impact van bedrijfsactiviteiten.
Dit geldt voor bedrijven die aan minimaal twee van onderstaande criteria voldoen:
Dit betekent dat deze bedrijven een apart MVO-rapport in de jaarrekening moeten opnemen. In dit deel dienen bedrijven te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu en de inzet t.a.v. sociale en ecologische uitdagingen.
Duurzaamheid gaat over risico’s, kansen, veranderende klantvraag en eisen van stakeholders. Het is daarmee een strategische verantwoordelijkheid van het management. Duurzame bedrijven zijn schokbestendiger, hebben een beter onderscheidend vermogen en sterkere concurrentiepositie op lange termijn. Verduurzaming en CO2-reductie in de industrie wordt gerealiseerd door technologische vernieuwing, inzet van duurzame energie, -materialen en -grondstoffen voor duurzame producten en diensten. En zorg dat de bedrijfsstrategie continue aansluit bij de duurzaamheidseisen.
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.