Nederlandse industriële productie daalt naar verwachting met 3%

Zelflerende machines Europese productiebedrijven in Nederland Elektrotechnische industrie

De Nederlandse industriële productie staat onder druk en daalt in 2023 naar verwachting met 3 procent. De gestegen rente leidt tot afbouw van voorraden, een dalende vraag naar bouwmaterialen en minder vraag naar investeringsgoederen, zoals machines en transportmiddelen. Als aan het eind van dit jaar de rente wordt verlaagd en de economie in 2024 weer aantrekt, kan de industrie profiteren van een groei van 4 procent. Tegelijkertijd is de kans groot dat de energiecrisis vooral de zware industrie ook in de komende jaren parten speelt. Daarnaast staat de industrie aan de vooravond van een flinke versnelling van de klimaattransitie en is de sector steeds meer een speelbal van geopolitieke ontwikkelingen, concludeert ABN AMRO in de Sectorprognose Industrie die vandaag is gepubliceerd.

In 2023 krimp voor machinebouw (-3,5 procent) en elektrotechnische industrie (-1,5 procent)

Hoewel de vraag naar industriële producten al in augustus begon af te nemen, groeide de productie van met name de machinebouw (+26 procent) en elektrotechnische industrie (+13,2 procent) in 2022 nog flink. De machinebouw is in de laatste vijf jaar zelfs bijna verdubbeld (+93 procent), mede door de snelle groei van het chipbedrijf ASML en haar toeleveranciers. De productie van de machinebouw (-3,5 procent) en de elektrotechnische industrie (-1,5 procent) zal echter in 2023 dalen. In 2024 wordt wel weer een groei van respectievelijk 5 en 8 procent verwacht. De verbeterde toelevering van onder meer chips zorgt in 2023 en 2024 ook in de transportmiddelenindustrie voor groei. Dit jaar hebben vooral de meest energie-intensieve branches – zoals de basismetalenindustrie (-5,5 procent) en de chemie (-6 procent) – het moeilijk. Een deel van de productie is verplaatst naar buiten Europa, waar de energieprijzen minder zijn gestegen. In 2024 groeien beide segmenten naar verwachting weer met 3 procent.

Industriepolitiek gericht op strategische autonomie hoog op Europese agenda

De Nederlandse industrie is volgens ABN AMRO daarnaast steeds vaker een speelbal van geopolitieke ontwikkelingen. “Er is een nieuw tijdperk ingeluid, waarin protectionistisch beleid grote invloed heeft op de industrie. Behalve de ambitieuze klimaatdoelstellingen en de Europese chipverordening gaat het ook om industriepolitiek die beoogt Europa – waaronder Nederland – minder afhankelijk te maken van andere landen, in het bijzonder China. Zo wil de Europese Commissie dat de EU 40 procent van haar groene technologie, zoals zonnepanelen, windmolens en batterijen, in 2030 zelf produceert”, vertelt Albert Jan Swart, Sector Econoom Industrie van ABN AMRO. “Waarschijnlijk betekent dit echter niet dat internationale productieketens volledig worden ontkoppeld. Zo zijn productieketens mondiaal sterk verweven, waardoor ontkoppeling vele jaren zou vergen. Daarnaast beschikken de VS en de Europese Unie over onvoldoende metalen of zijn ze voor bijvoorbeeld verwerking van metaalertsen aangewezen op Chinese fabrieken. Niettemin staat vast dat industriepolitiek weer helemaal terug is. Dat is iets wat industriële productiebedrijven bij investeringsbeslissingen voortaan in het achterhoofd moeten houden.”

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie