Vooruitzichten Industrie

Vooruitzichten industrie

Vooruitzichten industrie – Wat kunnen we verwachten?

Vooruitzichten industrie | De industrie werd door verstoringen in de toeleveringsketen al vroeg geraakt door de coronacrisis. Vraaguitval zorgde daarna voor nog meer uitdagingen. Dit heeft zich, door de nog gevulde orderportefeuilles, in de loop van het voorjaar vertaald in lagere productie. Voor heel 2020 wordt in het basisscenario een productieafname van 5,5% verwacht. Wat zijn daarmee de vooruitzichten industrie?

Krimp voor industrie in 2020 onvermijdelijk

De industrie werd door verstoringen in de toeleveringsketen al vroeg geraakt door de corona crisis. Vraaguitval zorgde daarna voor nog meer uitdagingen. Dit heeft zich door de nog gevulde orderportefeuilles in de loop van het voorjaar vertaald in lagere productie. Voor heel 2020 wordt in het basisscenario een productieafname van 5,5% verwacht. De voedingsindustrie heeft te maken met een sterk dalende vraag vanuit de foodservice (m.n. horeca) en teruglopende export, die resulteert in een krimp van 3,5% in 2020. De chemie heeft last van de coronacrisis en krimpt, ondanks een brede spreiding in eindmarkten, met 5%. In de technologische industrie neemt de productie met 7% af, hoewel de prestaties sterk uiteen lopen. De hightechindustrie (elektrotechnische industrie en machinebouw) groeit nog licht, maar de automotive industrie is hard geraakt door corona.

Sterke productiekrimp in tweede kwartaal 2020

Na een periode van kwakkelen, daalde het volume in de industrie in het tweede kwartaal van 2020 sterk. De productie in de automotive stortte in april in, omdat VDL Nedcar, Scania en DAF Trucks hun fabrieken tijdelijk sloten. Van de ingestorte vraag naar auto’s had ook de aan de automotive toeleverende industrie last. De productie blijft hier ook de rest van het jaar nog beduidend lager liggen dan vorig jaar.

Voor de foodindustrie nam de vraag vanuit supermarkten toe, maar daalde deze vanuit de horeca en het buitenland. Binnen de chemie was ook sprake van krimp met afnemende productie in de petrochemie, ondanks een heropleving van plastics. De machinebouw had wel een goed kwartaal door het aantrekken van de vraag naar halfgeleiders.

Export teruggevallen, maar positieve signalen voor rest van 2020

De export, een belangrijke pijler voor de industrie, is in 2020 sterk teruggevallen. De krimp bedroeg in het tweede kwartaal zelfs 17%. In juli hintte de NEVI PMI nieuwe export orders index, na een behoorlijke stijging, nog op een kleine daling. Deze en andere indicatoren laten wel een beduidend betere situatie zien dan aan het begin van het 2e kwartaal. De wereldwijde industriële productie lijkt bovendien aan te trekken.

Bij Duitse industriële productiebedrijven – waaronder veel afnemers van Nederlandse producten – veerden de orders in juli flink op. Ook de belangrijke eindmarkt van halfgeleiders laat verdere groei zien, gedreven door de vraag naar geheugen chips. Verder herstel van de Europese en wereldeconomie kan de exporten doen aantrekken.

Vertrouwensindicatoren verbeteren

Uit de COEN enquête blijkt ook dat de industrie veel positiever gestemd is over de productie, omzet, personeelssterkte in de tweede helft van 2020, al hebben de pessimisten nog de overhand. Uit de NEVI-PMI Toekomstige productie index blijkt dat ondernemers groei voor het komende jaar verwachten. De index voor nieuwe orders staat inmiddels op 49,3, net onder de grens tussen daling en groei van het aantal ontvangen orders. In het basiscenario wordt voor 2021 een groei van 2% in de industrie verwacht.

De coronacrisis begon voor de technologische industrie vooral met een verstoring van de supply chains. Inmiddels is de grootste uitdaging verschoven naar de gedaalde vraag. In het ING basisscenario wordt een krimp van 7% in 2020 verwacht. De krimp wordt met name veroorzaakt door de ingestorte automarkt en een bredere ingezakte buitenlandse vraag. De schade wordt beperkt door het verdere herstel van de markt voor halfgeleiders. Toeleveranciers aan de auto-industrie en de automotive sector zelf krijgen de hardste klappen. De hightech industrie en dan met name de machinebouw vormen een positieve uitzondering binnen de technologische industrie. Hierbij zijn de prestaties van eindmarkten wel doorslaggevend.

Buffer kleiner geworden

Bestaande orderportefeuilles vormden in de technologische industrie, buiten de automotive sector, een buffer. Die orderportefeuilles zijn (in maanden werk) in de meeste subsectoren de afgelopen tijd teruggelopen. Zo nam de portefeuille in de metaalbewerking bij een lager productieniveau af van 2,7 maanden eind 2019 naar 2,4 in juli 2020. Het oordeel van de technologische industrie over de orderpositie is in lijn met de afname van de orderportefeuilles verder verslechterd en is inmiddels sterk negatief. Lichtpuntje is dat de meeste subsectoren in juli positiever zijn dan in juni.

Productie flink lager, maar niet voor chipmachines

De ontwikkeling van de productie binnen de technologische industrie liet al voor de coronacrisis een daling zien. Die krimp is sterker geworden vanaf april, toen vooral de automotive forse klappen kreeg. VDL Nedcar, Scania en DAF Trucks hielden de poorten gesloten vanwege het coronavirus en een gebrek aan cruciale onderdelen. De productie is inmiddels weer opgestart, maar op een lager pitje, waardoor het 2e kwartaal een krimp van 50% laat zien. In de metaalsector en de rubber- en kunststof industrie is de afname veel kleiner, maar loopt wel in de dubbele cijfers. De high-tech industrie weet vooral dankzij de machinebouw de schade te beperken. De prestaties van eindmarkten zijn hierbij wel doorslaggevend. Zo wisten ASML en ASMI meer chipmachines te leveren, maar werd chipmaker NXP geraakt door de opgedroogde vraag vanuit de auto-industrie.

Vooruitzichten industrie Chemie

De chemiesector had in 2019 al last van economische groeivertraging. Daar is de coronacrisis achteraan gekomen. Vrijwel alle chemische bedrijven, behalve de petrochemie, hebben tijdens de intelligente lockdown doorgedraaid. Ondanks groei in specifieke eindmarkten, verwacht ING een productiekrimp van 5% in het basisscenario. In 2021 zal er herstel volgen, maar het niveau zal nog wel lager blijven dan in 2019.

De chemie is grotendeels afhankelijk van het buitenland. Bedrijven hebben daardoor last van het verslechterde handelsklimaat, de onzekere handelsrelatie met het VK en heroverweging van globale supply chains kan ook een bedreiging zijn.

De onderlinge verschillen zijn in 2020 aanzienlijk door de uiteenlopende mix van chemische producten. Zo liep de afzet aan afnemers uit de automotive industrie een deuk op, terwijl de afzet van kunststofproducten voor o.a. verpakkingen, plexiglas, mondkapjes en medische apparatuur opleeft. De stijging van het gasverbruik vanaf juni duidt op herstel van het productieniveau.

De energietransitie staat ondanks corona bovenaan de agenda. De CO2 reductieopgave voor 2030 blijft staan, de heffing is weliswaar verzacht, maar de CO2 prijs loopt op. Investeringen in de vergroening van de Chemie zijn nodig om meer voortgang te boeken.

Chemie in 2020 per saldo flink terug in productie

De internationaal actieve chemiesector (omzet 2019 € 58 miljard) had in 2019 al last van de economische groeivertraging. Hier is de coronacrisis in 2020 achteraan gekomen. Anders dan de petrochemie hebben vrijwel alle chemische bedrijven tijdens de intelligente lock-down doorgedraaid. Ondanks groei in specifieke eindmarkten zijn de minnen per saldo groter dan de plussen. Voor 2020 verwacht ING Economisch Bureau een productiekrimp van 5% in het basisscenario. Met een rol vooraan in productieketens is er in 2021 herstel, maar blijft het niveau niettemin lager dan in 2019.

Diversiteit in toepassingen compenseert grote verschillen tussen eindmarkten

Door de uiteenlopende mix van chemische producten zijn de onderlinge verschillen in 2020 aanzienlijk, vooral bij plastics (polymers). Zo liep de (indirecte) afzet aan afnemers uit de automotive industrie een deuk op. Daarentegen leeft de afzet van kunststofproducten voor o.a. verpakkingen, plexiglas, mondkapjes en medische apparatuur op. In veel bedrijven hebben deze activiteiten de terugval in vraag op andere terreinen verzacht. Dit geldt bijvoorbeeld voor Sabic, maar ook voor DSM. Tekenend is ook dat INEOS met een nieuwe lijn voor hygiënische producten inspeelt op de extra vraag. De afzet van industriële gassen, kunstmest en grondstoffen voor de farmacie of voedingsindustrie wordt beperkt geraakt door de crisis.

Gasverbruik wijst op productieherstel vanaf juni

Voor een grootverbruiker van gas in productieprocessen en als feedstock geeft het verbruik een indicatie van de productieactiviteit. Na een forse daling in april, wijst een stijging in juni op herstel van het productieniveau tot licht onder het niveau van 2019. Zo zag chemiebedrijf Lyondell Basell (Rotterdam/Moerdijk) de vraag in het tweede kwartaal het dieptepunt bereiken. Een eindmarkt waar de leveringen nog wel onder druk kunnen komen is de bouwsector.

Lagere grondstofkosten, maar ook flink lagere prijzen en fors lage omzetten

Met de glijvlucht van de olieprijs in het eerste kwartaal van 2020 gingen de grondstof- en energiekosten voor de chemische sector stevig omlaag. Dit heeft voor hogere marges gezorgd, maar met het doorgeven aan afnemers ook voor flink lagere prijzen (-18% in het tweede kwartaal). Met olieprijsherstel en een lagere afzet gaan de resultaten van veel chemische bedrijven in 2020 toch onderuit. Gunstig is wel dat de lagere gasprijs en kleinere wereldwijde verschillen de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven ten goede komt.

Verslechterde handelsomgeving bedreiging voor de chemie

De chemie is grotendeels afhankelijk van het buitenland en indirect komen halffabricaten in producten met eindmarkten over de hele wereld terecht. Bedrijven hebben daarmee last van het verslechterde handelsklimaat en heroverweging van globale supply chains kan ook een bedreiging zijn. Voor 2021 is de toekomstige relatie met het VK – waar veel grondstoffen voor de farmaceutische en cosmetica industrie heen gaan – relevant. Zonder handelsakkoord komt de concurrentiepositie en handel verder onder druk te staan

Verzachting CO2-heffing in 2021, maar uitdaging eerder groter dan kleiner

Los van de marktturbulentie gaat de meeste aandacht in de chemie uit naar de energietransitie. De CO2-heffing over de noodzakelijke emissiereductie is voor de komende jaren verzacht, maar de CO2-prijs loopt op en de reductieopgave voor 2030 blijft staan.

Uit meting van CBS ten behoeve van de vooruitzichten industrie volgt dat de investeringen naar verwachting worden teruggeschroefd, terwijl fysieke investeringen naast onderzoeksinitiatieven naar o.a. elektrisch kraken, nodig zijn om de vergroening in de chemie voort te stuwen. Hierdoor wordt de uitdaging eerder groter dan kleiner. Belangrijk is het dat tenminste de voorgenomen investeringen in circulariteit (o.a. hergebruik van restgassen) en groene waterstof overeind blijven.

Nederlandse toeleveranciers nog belangrijker voor Duitse industrie

In eerdere artikelen in deze update is reshoring a.g.v. corona in het algemeen belicht. De Duitse industrie denkt hier inmiddels serieus over na, aldus Günther Gülker, directeur van de Duits-Nederlandse KvK. Ook toen de strengste lockdowns golden, bleef de grens van Duitsland en Nederland open, terwijl de lange ketens tussen onder meer Azië en Europa werden onderbroken en productie stagneerde. Het risico van global single sourcing.
De grote Duitse fabrikanten willen voorkomen dat in de toekomst de productie weer komt stil te liggen. Risico’s spreiden en minder afhankelijkheid is een blijvende trend, zeker gezien de geopolitieke veranderingen. Op zoek naar alternatieven dichtbij, blijken Nederlandse toeleveranciers daarom een steeds logischere keuze.
Herwaardering van de regio is een feit, of het nu gaat om de productie van machines of voedsel. In onzekere tijden kiezen we het liefst voor de kortste weg.

Herstel wereldhandel na ‘dubbel-digit’ krimp

Het handelsvolume is de lange weg naar herstel ingeslagen na een 10% krimp in het eerste halfjaar van 2020. Protectionisme en onzekerheid zorgden begin 2020 al voor sterke tegenwind, maar na productie-onderbrekingen en een dalende vraag (o.a. auto’s), is er een forse volumedaling ontstaan. De 4 wereldwijde PMI’s voor de productiesector staan sinds juli weer op groei. Ondanks verbeteringen in de internationale bedrijvigheid zullen de handelsvolumes waarschijnlijk nog enige tijd onder het niveau van vóór corona blijven. De onzekerheid over een mogelijke tweede golf dempt het hersteltempo, totdat een vaccin verlichting biedt.

Maatschappelijke baten ‘nieuwe werken’ > 1 miljard Euro

CE Delft heeft in opdracht van Natuur & Milieu een berekening uitgevoerd van de maatschappelijke baten van thuiswerken. Door de grootschalige ervaring met thuiswerken tijdens de coronacrisis is de verwachting dat in de toekomst meer thuis zal worden gewerkt.

CE Delft heeft een scenario gedefinieerd voor thuiswerken na de coronacrisis, waarbij 12% van de beroepsbevolking 1 tot 1,5 dag meer gaat thuiswerken. Voor dit scenario zijn de maatschappelijke baten berekend voor tijdwinst door minder woon-werkverkeer, toename van arbeidsproductiviteit en –participatie, afname van milieuverontreinigende emissies en broeikasgasemissies, afname van geluidsoverlast, afname van infrastructuuronderhoud en toename van de verkeersveiligheid. De totale maatschappelijke baten zijn berekend op 1,2 tot 1,6 miljard euro per jaar.

Lees ook:

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie