De maakindustrie omvat het proces waarbij materialen of componenten worden omgezet in afgewerkte producten die op de markt worden verkocht. Elk fysiek product dat je in een winkel of online koopt, is ergens vervaardigd.
De industriële maakindustrie is verantwoordelijk voor de fabricage van producten voor industrieel gebruik uit grondstoffen; het is de output van deze industrie die verdere massaproductie in de meeste andere industrieën mogelijk heeft gemaakt. De maakindustrie is verantwoordelijk voor de productie van een grote verscheidenheid aan machines, van grote industriële tot eenvoudige huishoudelijke machines, alsmede andere producten voor industrieel gebruik, zoals ijzerwaren, papier en verpakkingsmateriaal, glas en andere armaturen.
Ondanks de enorme verscheidenheid aan producten hebben zij echter allemaal een gemeenschappelijke functie: de hoeveelheid menselijke energie, of menskracht, die nodig is om het werk te voltooien, elimineren of verminderen. Ongeacht het type machine zijn zij van cruciaal belang voor de tijdige en kostenefficiënte productie van veel goederen en diensten die voor elke economie van vitaal belang zijn.
Vandaag de dag zorgt de technologie ervoor dat de economie van het land verschuift in de richting van het aanbieden van diensten in plaats van het produceren van goederen. Het wordt economen echter steeds duidelijker dat een gezonde verwerkende industrie één van de kenmerkende indicatoren is van een gezonde, bloeiende economie. En de verwerkende industrie is verweven met bijna elk gebied van de economie.
De verwerkende industrie houdt zich bezig met de transformatie van goederen, materialen of stoffen tot nieuwe producten. Het omzettingsproces kan fysisch, chemisch of mechanisch zijn. Fabrikanten hebben vaak fabrieken die goederen produceren. Bij het fabricageproces worden doorgaans machines gebruikt en soms worden goederen nog met de hand vervaardigd.
Er zijn verschillende maakindustrieën in Nederland, waaronder voedingsmiddelen, dranken, tabak, textiel, kleding, leer, papier, olie en kolen, kunststoffen en rubbers, metaal, machines, computers en elektronica, vervoer, meubelen en andere. Circa 730.000 Nederlanders zijn werkzaam in de maakindustrie.
Daarnaast zijn nog eens duizenden mensen indirect werkzaam in de verwerkende industrie. De verwerkende industrie is van vitaal belang voor de Nederlandse economie en vertegenwoordigt een groot percentage van het bruto binnenlands product (BBP) van het land. De maakindustrie is verantwoordelijk voor de goederen in onze economie, of de fysieke producten die we elke dag kopen en gebruiken.
Fabrikanten maken fysieke goederen. Hoe deze goederen worden gemaakt, hangt af van het specifieke bedrijf en de bedrijfstak. De meeste fabrikanten gebruiken echter machines en industriële apparatuur om goederen te produceren voor algemeen gebruik. Het productieproces creëert waarde, wat betekent dat bedrijven een vergoeding kunnen vragen voor wat ze maken. Rubber is bijvoorbeeld op zichzelf niet bijzonder waardevol. Maar wanneer het wordt verwerkt tot een autoband, heeft het aanzienlijk meer waarde. In dit geval voegt het fabricageproces dat het mogelijk maakt rubber om te vormen tot een noodzakelijk auto-onderdeel, dus waarde toe.
Vóór de industriële revolutie werden de meeste goederen met de hand gemaakt. Sinds de industriële revolutie is fabricage steeds belangrijker geworden en worden veel goederen massaal geproduceerd. Massaproductie betekent dat goederen veel sneller en met meer precisie kunnen worden geproduceerd. Dit drijft de prijzen omlaag en maakt veel consumptiegoederen goedkoper, waardoor dergelijke goederen binnen het bereik van het grote publiek komt.
Toen de lopende band in de fabricage werd ingevoerd, schoot de productie nog verder omhoog. In het begin van de 20e eeuw introduceerde Henry Ford een lopende band die producten fysiek door de fabriek verplaatste, van het ene station naar het volgende. Elk station had ook een arbeider die verantwoordelijk was voor een specifieke fase in het productieproces. Deze eenvoudige transportband verdrievoudigde de productie en veranderde de productie voorgoed.
De vooruitgang van de computertechnologie van vandaag stelt fabrikanten in staat meer te doen met minder tijd. Tegenwoordig maakt men duizenden artikelen binnen enkele minuten met machines. Computertechnologie maakt het mogelijk om ze te assembleren, te testen en de productie bij te houden. Elk jaar maakt de technologie de fabricage steeds efficiënter, sneller en rendabeler. Deze industriële automatisering zorgt ook voor veel banen in de maakindustrie, waardoor de vraag naar geschoolde werknemers stijgt.
Er zijn veel bedrijven actief in de Nederlandse maakindustrie. Voorbeelden:
De verwerkende industrie stimuleert investeringen en de aanleg van infrastructuur. Er zijn maar weinig gebieden van de economie waar de maakindustrie niet actief is. Veel andere industrieën dragen direct en indirect bij aan de verwerkende industrie. Nieuwe producten kunnen niet worden ontwikkeld zonder onderzoek- en ontwikkelingsteams, engineers en productontwerpers. Talloze bedrijven zouden ophouden te bestaan zonder fabricage, omdat zij geen producten zouden hebben om te verkopen. Uiteindelijk is de verwerkende industrie sterk verweven met de wereldeconomie.
Een andere reden waarom de maakindustrie belangrijk is voor Nederland, is deze sector bovengemiddelde lonen betalen. De verwerkende industrie is één van de weinige bedrijfstakken waar een werknemer zonder een hogere opleiding een leefbaar loon kan verdienen.
Omdat het een van de grootste werkgelegenheidssectoren van het land is, zijn veel gezinnen afhankelijk van de maakindustrie om eten op tafel te brengen. De industriële sector ondersteunt ook veel secundaire industrieën. De industrie ondersteunt ongeveer 1 op 6 banen in de dienstensector. Zelfs productiebedrijven hebben advocaten, accountants, artsen, financieel adviseurs en andere dienstverleners nodig.
Efficiëntie is de manier waarop productiebedrijven zich van anderen kunnen onderscheiden. Hoe efficiënter een bedrijf een product kan produceren, hoe meer producten het kan maken tegen lagere kosten, wat resulteert in hogere winstmarges.
Een belangrijke trend in de industrie is het gebruik van steeds meer hoogtechnologische productietechnieken. Ondernemingen voeren meer technologie in als reactie op de druk van binnenlandse en buitenlandse concurrenten. Robotica, computers en programmeerbare apparatuur zijn gebruikelijk, wat resulteert in een hogere productiviteit door een grotere efficiëntie en een verminderde behoefte aan ongeschoolde arbeid.
Uitbesteding is een andere verandering die bedrijven vaak doorvoeren. Zij besteden arbeid uit voor werkzaamheden die niet tot de primaire functie van de fabriek behoren, zoals conciërge- of beveiligingsdiensten; op deze manier kan de onderneming zich meer op haar kernactiviteiten concentreren en de exploitatiekosten verminderen. De traditionele markten voor outsourcing (d.w.z. China en India) zijn echter aan het veranderen. Door de stijgende lonen in opkomende markten besteedt men een deel van de arbeidsintensieve productie uit. Dit gebeurt als gevolg van de toenemende lonen in die landen.
Bovendien legt men steeds meer nadruk op Six Sigma-kwaliteit. Hierdoor verbetert de kwaliteit van het fabricageproces aanzienlijk. Daarnaast richt men zich op lean manufacturing. Hierbij bekijkt men het systeem in vergelijking met het product om de beste productiemethoden te ontdekken.
De vooruitzichten van deze industrie zijn afhankelijk van het segment en de locatie. Oudere, meer gevestigde segmenten in de industrie lijken ook hun maximale potentieel te hebben bereikt, terwijl nieuwere, opkomende segmenten nog veel groei voor de boeg lijken te hebben in de komende jaren.
Ondanks de recente veranderingen die de bedrijven hebben doorgevoerd om efficiënter en concurrerender te worden, lijkt het erop dat er in de ontwikkelde landen waar de maakindustrie meer volwassen is, weinig ruimte voor groei overblijft. Ook de gestegen kosten van de productiemiddelen en de daling van de kapitaaluitgaven drukken de marges en leiden tot overproductie, zodat in sommige landen zelfs een achteruitgang van de industrie kan optreden.
Productieactiviteiten verplaatsen zich naar ontwikkelingslanden, waar de bedrijfskosten lager zijn en de industrie groei vertoont. Er is ook hoop dat met de groei van de ontwikkelingseconomieën meer bedrijven in andere industrieën in staat zullen zijn hun faciliteiten en andere kapitaalinvesteringen uit te breiden of te verbeteren, of zelfs meer faciliteiten te bouwen. Dit is goed nieuws voor de industrie die hen voorziet van de nodige industriële producten en machines.
Maakindustrie is de Nederlandse term voor de productie-industrie, ook wel de vervaardigingsindustrie genoemd. Dit omvat bedrijven die producten vervaardigen door middel van verwerking van materialen en componenten. Het omvat een breed scala aan sectoren, zoals machinebouw, metaalbewerking, elektronica, auto-industrie, voedingsmiddelenproductie, etc.
De definitie van maakindustrie is de industrie die zich bezighoudt met de productie van goederen door middel van verwerking van grondstoffen en materialen tot afgewerkte producten. Het omvat bedrijven en instellingen die zich bezighouden met vervaardiging, samenstelling, assemblage, montage en verpakking van producten. Deze industrie speelt een belangrijke rol in de economie door banen te creëren en waardevolle producten te leveren.
Er zijn verschillende trends die de maakindustrie beïnvloeden, waaronder digitalisering, automatisering, duurzaamheid en flexibiliteit. Digitalisering en automatisering zorgen voor verbeteringen in productiviteit en efficiency, terwijl duurzaamheid een steeds grotere rol speelt in de productie- en zakelijke beslissingen van bedrijven. Flexibiliteit is ook belangrijk omdat bedrijven moeten kunnen inspelen op veranderende marktvraag en snel kunnen schakelen tussen verschillende producten en productielijnen. Deze trends dwingen bedrijven om continu te innoveren en te investeren in nieuwe technologieën en methoden om concurrerend te blijven in een steeds veranderende markt.
Voorbeelden van de maakindustrie zijn de automobielindustrie, de machinebouw, de elektronica- en elektrotechnische industrie, de chemische industrie, de metaalbewerkingsindustrie, de farmaceutische industrie, de bouw- en constructie-industrie, de houtverwerkingsindustrie, de verpakkingsindustrie en de textiel- en kledingindustrie. Deze sectoren produceren een breed scala aan producten, van basisbehoeften zoals voedsel, kleding en huisraad tot hoogtechnologische producten zoals medische apparatuur, telecommunicatieapparatuur en geavanceerde robotsystemen. De maakindustrie speelt een belangrijke rol in de economie en het dagelijks leven van mensen door producten te leveren die nodig zijn voor de verbetering van de levensstandaard.