Door: redactie - 11 juni 2025 |
Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft recent een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van de Nederlandse waterstofmarkt. In een brief aan de Tweede Kamer reageert zij op een breed gedragen Kamerverzoek, waarin zeven Kamerleden oproepen tot versnelling van de waterstoftransitie. Hoewel het kabinet de motie formeel ontraadde vanwege praktische uitdagingen, omarmt het de intenties van het Kamerverzoek en belooft concrete actie.
Het Kamerverzoek, ingediend door een diverse groep Kamerleden van partijen als CDA, VVD, NSC, ChristenUnie, BBB, GroenLinks-PvdA en D66, bundelt vijf specifieke punten om de waterstofmarkt een impuls te geven. De initiatiefnemers, onder wie Bontenbal en Erkens, kozen bewust voor één gezamenlijke motie om versnippering te voorkomen en een krachtig signaal af te geven. Dit Kamerverzoek weerspiegelt een breed gedeelde zorg in de politiek: de waterstoftransitie verloopt te traag, terwijl de industrie en netbeheerders staan te popelen om stappen te zetten.
Minister Hermans erkent in haar reactie dat de doelen van het Kamerverzoek aansluiten bij de ambities van het kabinet. Hoewel de formele uitvoering van de motie als lastig wordt gezien, kiest zij voor een pragmatische benadering. Haar brief biedt een duidelijke koers, waarbij knelpunten in subsidies, regelgeving en internationale samenwerking worden aangepakt.
Een van de eerste actiepunten uit het Kamerverzoek betreft de realisatietermijnen van waterstofsubsidies. Het kabinet belooft deze flexibeler te maken, vooral wanneer projecten afhankelijk zijn van grote infrastructuurinitiatieven zoals de Delta Rhine Corridor. Dit is een welkome stap voor de industrie, die vaak vastloopt op starre deadlines. Een wetswijziging is niet nodig; de aanpassing wordt direct in de praktijk doorgevoerd. Dit klinkt veelbelovend, maar de vraag blijft of uitvoeringsinstanties zoals de RVO deze flexibiliteit snel kunnen implementeren.
Daarnaast kijkt het kabinet naar de rol van blauwe waterstof als alternatief voor aardgas in industriële processen. Toekomstige subsidieregelingen, zoals de SDE++, zullen hier rekening mee houden. Dit kan de uitstoot in de industrie op korte termijn verminderen, zeker totdat groene waterstof op grote schaal beschikbaar is. Toch roept dit vragen op: hoe voorkom je dat blauwe waterstof een excuus wordt om de overstap naar volledig groene oplossingen uit te stellen?
Een ander pijnpunt dat in het Kamerverzoek wordt genoemd, is de problematiek rondom nettarieven voor elektrolyzers. Het kabinet neemt hierin een actieve rol door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) te vragen om samen met netbeheerders en producenten een passend voorstel uit te werken. Elektrolyzers, die elektriciteit omzetten in waterstof, spelen een sleutelrol in de energietransitie. Maar hoge of onduidelijke tarieven kunnen investeringen ontmoedigen. Het is positief dat hier beweging in komt, al blijft het afwachten hoe snel een werkbare oplossing op tafel ligt.
Op Europees niveau pleit Nederland voor meer speelruimte in de strenge eisen voor groene waterstof. Momenteel moeten hernieuwbare energie en elektrolyzers geografisch en temporeel nauw aan elkaar gekoppeld zijn. Het kabinet wil dat import uit andere EU-landen ook als ‘groen’ kan worden bestempeld, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Dit zou de beschikbaarheid van groene waterstof vergroten, maar het risico bestaat dat de standaarden te veel worden verwaterd. Daarnaast steunt Nederland in Brussel de gelijkwaardige behandeling van waterstof uit hernieuwbare bronnen en kernenergie. Vooral met de opkomst van kleine modulaire reactoren (SMR’s) kan dit op lange termijn de leveringszekerheid versterken.
De toon van de brief van minister Hermans is opvallend constructief, ondanks de formele ontrading van de motie. Het kabinet lijkt te erkennen dat papieren barrières en trage besluitvorming de waterstofmarkt niet verder helpen. Industrievertegenwoordigers en netbeheerders hebben tijdens recente hoorzittingen herhaaldelijk gewezen op de noodzaak van een praktische aanpak. De bal ligt nu bij organisaties als RVO, TKI Nieuw Gas en de ACM om de voorgestelde koerswijzigingen ook echt voelbaar te maken.
De brede politieke steun voor dit Kamerverzoek onderstreept de urgentie van de waterstoftransitie in Nederland. Het is een signaal dat de politiek niet langer wil wachten op eindeloze discussies, maar concrete vooruitgang verlangt. Toch blijft een gezonde dosis scepsis op zijn plaats. Mooie woorden in een Kamerbrief zijn één ding, maar de praktijk is vaak weerbarstig. De industrie kijkt reikhalzend uit naar de eerste resultaten, terwijl de tijd dringt om de klimaatdoelen te halen.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.