Gebruiken (prof)wielrenners wel de juiste traptechniek?

Traptechniek

In de wielerwereld wordt gedacht dat de kracht van de voet op het pedaal zo veel mogelijk loodrecht op de crank (het verbindingsstuk tussen de trapas van de fiets en het pedaal) moet staan. Deze traptechniek wordt ook wel “tangentieel trappen” genoemd en komt terug in trainingen van amateurwielrenners en professionals.

Bewegingswetenschapper Dinant Kistemaker en zijn collega’s Thijs Terwiel, Edwin Reuvers en Maarten Bobbert van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) laten in recent onderzoek zien dat je met deze traptechniek juist tot 50 procent minder vermogen levert en dat het ook nog eens veel minder efficiënt is. Met dit onderzoek ontkrachten ze het dominante idee binnen de wielerwereld dat deze tangentiële traptechniek succesvol is. De resultaten worden binnenkort gepubliceerd in Journal of Applied Physiology.

Kistemaker: “Kortgezegd, deze traptechniek leidt ertoe dat belangrijke grote beenspieren veel minder vermogen kunnen leveren. Daarnaast moet je, om de pedaalkracht tangentieel te maken, spieren inschakelen die juist een negatief effect hebben op het vermogen. Deze techniek leidt dus tot een lager maximaal vermogen en een verlaging van de efficiëntie.”

Prestaties fietser vs traptechniek

De prestaties van een fietser zijn in belangrijke mate afhankelijk van het gegenereerde gemiddelde mechanische vermogen. Kistemaker: “Tijdens bergetappes in de Tour of Giro kun je tegenwoordig live op de TV zien hoeveel vermogen renners leveren. Het vermogen (uitgedrukt in Watt) dat door de fietser geleverd wordt, komt uiteraard door de kracht die door de fietser wordt uitgeoefend op het pedaal. Deze kracht is op te delen in twee traptechniek componenten: één die loodrecht staat op de crank, de tangentiele kracht, en één die in de richting staat van de crank, de radiale kracht (richting de as van de fiets). Het vermogen dat geleverd wordt door de fietser is afhankelijk van de tangentiële kracht en deze kracht wordt daarom ook wel de “effectieve kracht” genoemd. De radiale kracht draagt niet bij het vermogen en staat daarom ook wel bekend als de “ineffectieve kracht”.

Ineffectief gebruik spieren

Maar het vermijden van radiale pedaalkrachten veroorzaakt juist een ineffectief gebruik van de spieren. De VU-Bewegingswetenschappers tonen met dit onderzoek aan dat het beperken van radiale pedaalkrachten een groot nadelig effect heeft op het maximale vermogen en efficiëntie. Kistemaker: “Door gebruik te maken van geavanceerde computermodellen van de spieren, botten en gewrichten van het menselijk been en de romp, zijn wij in staat om precies uit te rekenen hoeveel vermogen je verliest als je tangentieel trapt. Het maximale sprintvermogen daalt met maar liefst 50 procent door deze traptechniek!”

De “ineffectieve” radiale pedaalkrachten die optreden tijdens het fietsen, zijn onvermijdelijk om het vermogen te kunnen maximaliseren tijdens het fietsen. Kistemaker: “Het is waar dat de radiale pedaalkrachten niet bijdragen aan het vermogen dat de fietser aan de crank levert. Alleen het idee dat het vermijden van deze radiale pedaalkrachten zal leiden tot sneller fietsen en efficiënter trappen, is onjuist. In feite is het tegenovergestelde waar: het vermijden van radiale pedaalkrachten zorgt voor ineffectief gebruik van spieren, wat resulteert in een lager maximaal vermogen en in een afname van de efficiëntie.”

Bron: VU Amsterdam

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie