Nieuw kabinet moet volop inzetten op programma Smart Industry

Programma Smart Industry

Fieldlabs zijn succesvol, dus nu doorpakken. Het is aan het volgend kabinet om het programma Smart Industry volop te steunen, zowel financieel als in beleid.

De afgelopen periode is er voorgesorteerd op nationaal en Europees beleid, nu moet de uitvoering van het programma voortvarend ter hand genomen worden, vooral in het van belang van het MKB. Die groep bedrijven vindt het nog lastig om vergaande digitalisering van apparaten, productiemiddelen en de organisatie te implementeren. Die oproep aan het volgend kabinet doet programmabureau Smart Industry naar aanleiding van een zojuist gepubliceerd rapport van onderzoeksbureau Dialogic. Het bureau werkt aan innovatievraagstukken in het publieke domein en deed de afgelopen maanden onderzoek naar de stand van zaken rondom Smart Industry.

Spoed programma Smart Industry

De 41 Smart Industry fieldlabs bereiken zo’n 830 bedrijven, creëren 1400 banen en bieden aan iets meer dan 10.000 mensen een training. Het is een zeer kansrijk programma, dat bedrijven helpt bij de steeds sneller gaande digitalisering. “Als bedrijven niet meegaan in deze vaart der volkeren, zullen ze op termijn inboeten aan concurrentiekracht. Daarom stelt Ineke Dezentjé, voorzitter van Smart Industry, dat het hoog tijd is dat Smart Industry bovenaan de politieke agenda komt. Bovendien moeten meer bedrijven zich bij het programma voegen.

Het Smart Industry programma heeft succesvol een beweging in Nederland gecreëerd. Deze beweging focust op de digitalisering van de maakindustrie, vergelijkbaar met het Duitse Industrie 4.0. Wat aan de basis ligt van dit succes? Voornamelijk de krachtige regionale samenwerking. Daarnaast zijn de Smart Industry fieldlabs cruciaal. In deze fieldlabs werken grote leidende bedrijven samen. Ook eerste- en tweedelijns toeleveranciers en kennis- en onderwijsinstellingen dragen hun steentje bij. Samen zetten ze zich in voor de toekomst van de Nederlandse industrie.

Zonder deze publiek-private samenwerking was die snelle beweging niet mogelijk geweest. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat, ondanks de brede bekendheid van Smart Industry, toch nog teveel bedrijven niet zijn geactiveerd.

Daarom is meer landelijke coördinatie nodig. “Spoed is gewenst, want digitalisering van de industrie is nooit af. Achterstand op de rest van de wereld oplopen is geen optie. Hoewel er met minimale middelen en veel vrijwillige inzet van betrokken organisaties een maximum resultaat is bereikt, moet het Smart Industry programma nu haar impact vergroten, om meer industriële productiebedrijven te bereiken en te helpen met digitaliseren over hun hele waardeketen”, zegt Dezentjé.

Foutloos

De coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat iedere speler in de keten snel en foutloos digitaal data moet kunnen uitwisselen om orders aan te passen en de productiesnelheid te kunnen waarborgen. Dit geldt ook voor de samenwerking over de grens met Duitsland, waar sinds kort diverse gezamenlijke projecten zijn gestart. Het Dialogic rapport helpt Smart Industry kritisch naar haar activiteiten te kijken en keuzes te maken over hoe het bereik en de impact de komende jaren vergroot kan worden.

Bron: Smart Industry

Lees ook:

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie