Door: Janet Kooren, Hoofdredacteur IndustrieVandaag - 16 februari 2024 |
Om te beginnen: veel mensen kunnen het woord duurzaamheid zo langzamerhand niet meer horen. Maar hoe je het ook noemt, sustainability, MVO, milieuvriendelijk, grondstofbesparend, energieneutraal, mijn vraag voor dit artikel: is het nog wel haalbaar om daar voorrang aan te geven in tijden van oorlogen en afnemende groei.
In de afgelopen jaren is de marktsituatie in de industrie turbulenter geweest dan velen van ons zich kunnen heugen. Oké, in de jaren tachtig hadden we het ook best zwaar, maar een wereldomvattende en allesbepalende factor als corona, dat hebben we bijna geen van allen ooit bewust ervaren. We schreven hier al eerder ‘Never waste a good crisis’. En die crisis, die leek vorig jaar nog wel even lekker door te sudderen. En toch schreef ING in zijn sectorupdate eind 2022 nog dat het groeipotentieel wel degelijk aanwezig is. ‘Een verdubbeling van de toegevoegde waarde in 2030 ten opzichte van 2010 is daardoor mogelijk, maar de uitdagingen zijn groot.’ Hoe zien de bedrijven dat eigenlijk zelf? En welke rol speelt de verduurzaming daarin? Is die duurzaamheid zelfs een driver voor groei?
Tijdens het Global Forum van Endress+Hauser, ter gelegenheid van hun zeventigjarig jubileum, zou je denken van wel. Daar kwam een enorme bak positiviteit over de bühne dat je er spontaan in ging geloven dat de wereld goed is, dat de mensen goed zijn en veel met duurzaamheid bezig zijn en dat alles goed komt. Omdat ik zelf niet zo cynisch ben ingesteld, hield ik dat gevoel best even vast. En denk ik zelfs dat er genoeg van deze positiviteit in de wereld is dat we er wel uit gaan komen met zijn allen. Ongeacht welke politieke richting er aan de macht is.
Je zou er op dit moment nog best een hard hoofd in kunnen hebben, met de protesten die overal in ons deel van de wereld plaatsvinden, maar ik heb sinds afgelopen zomer best veel bevestiging gekregen dat deze ‘mood’ zich niet beperkt tot één draagkrachtig bedrijf en haar stakeholders. Ik kwam het op veel plekken, in veel gesprekken en in veel bedrijfsfilosofieën tegen. Maar een spreker op dat eerdergenoemde forum gaf een wel heel erg sterk pleidooi over het klimaat en duurzaamheid, waar ik jullie graag in mee wil nemen.
Die spreker is Mike Berners-Lee. Auteur van het boek There is no Planet B en naast onderzoeker en schrijver over carbon footprinting is hij professor aan de Lancaster University en directeur van Small World Consulting. In zijn bijdrage nam hij ons mee in zijn zorgen over de mentaliteit van de wereldbevolking. De klimaatakkoorden ten spijt, blijft het energieverbruik in de Westerse wereld maar stijgen. Net als de uitstoot van methaan, die een korte periode van nivellering kende, maar nu weer hard stijgt.
“We weten inmiddels allemaal hoe erg het gesteld is met ons klimaat. Of we zouden het moeten weten. We kunnen straks niet zeggen dat er te weinig informatie beschikbaar was. We kunnen niet meer doorgaan met Business as Usual. En we staan voor echte uitdagingen, dat vraagt om hard werken, maar het ís mogelijk. De uitdagingen die voor ons liggen, zíjn te tackelen.”
Volgens Berners-Lee is klimaatverandering een symptoom dat laat zien dat de balans voor het herstel van de aarde langzaam is verschoven. Hij gebruikt de term het Antropocene tijdperk, een term die al in 1919 geïntroduceerd door de geoloog Alexei Pavlov en wordt gebruikt voor het tijdperk waarin het Aardse klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van menselijke activiteit. Hij noemt die balans met een brits gevoel voor understatement ‘a bit wobbly’. “De onbegrepen methaan-burp, oorlog, honger, onrust, alle multipliers zijn aanwezig. Maar,” zo stelt hij, “er is hier sprake van een heuse business opportunity voor duurzaamheid. Met de groeiende efficiëntie van zonnepanelen kunnen we binnenkort genoeg zonnepanelen installeren hebt om de fossiele brandstof te vervangen.”
We zien dat zelfs China de knop om aan het zetten is. Met het programma Whole-Country Rooftop Solar, was China in 2022 wereldwijd zelfs goed voor een vijfde van alle installaties van zonnepanelen. Berners Lee wijst erop dat het van belang is dat we onze energieconsumptie niet verder laten stijgen om het haalbaar te houden. Hij ziet digitalisering als ondersteuner van de transformatie, “maar bij stijgende efficiëntie willen we alleen maar meer en levert rupsje-nooit-genoeg uiteindelijk geen emissiereductie op.”
“We hebben een nieuwe relatie met technologie nodig. Technologie heeft ons hier gebracht en kan ons hier ook weer uithalen. Dat vraagt om verantwoordelijke keuzes over hoe we die technologie inzetten. Van het bedrijfsleven, maar ook van de politiek, bijvoorbeeld bij de duurzaamheid-vraagstukken rondom de toepassing van waterstof. En,” zo benadrukt hij met klem, “we moeten ontkenners nu echt geen airtime geven. Dat stadium zijn we voorbij. Als we nu niet doorpakken maar blijven praten, dan discussiëren we onszelf de afgrond in.”
Een ander spreker op datzelfde forum – Bertrand Piccard – pikte in zijn verhaal een psychologisch aspect op dat bij mij persoonlijk een snaar raakte: hij stelde dat de weerstand tegen de termen duurzaamheid en decarbonisatie simpelweg omzeild kan worden door de broodnodige transformatie en omdenken ‘modernisering’ te noemen. “Daarmee maak je het onderwerp bij voorbaat een non-issue. Wie wil er nu niet moderniseren? Ineens wordt het onderwerp sexy!” Zo stelde de clean technology pioneer.
Over decarbonisatie gesproken. Eerder dit jaar mocht ik op bezoek en in de keuken kijken bij Carbyon, daarover kon je ook al een uitgebreid verhaal lezen op IndustrieVandaag. Daar werken knappe koppen aan het afvangen van CO2. Een soort duurzaamheid 2.0. Met slimme materialen, geavanceerde technologie en veel testen wordt daar misschien wel dé oplossing van onze broeikas gevonden.
In het kort: Van elke miljoen deeltjes in de lucht, zijn slechts 420 CO2. Het vangen daarvan gebeurt door lucht langs filters te laten stromen waar de CO2-deeltjes aan blijven plakken. Als de filters vol zijn worden ze verhit, waardoor de CO2 weer loslaat en kan worden opgevangen of afgevoerd. Bij de tot nu toe ontwikkelde processen kost dit verhitten veel energie, zo veel dat het nog niet als een serieuze optie werd beschouwd. Bij het proces van Carbyon is het energiegebruik vele malen lager én de opbrengst tot maar liefst een factor tien hoger.
Het moderniseren van de industrie komt ook tot uiting in de beweging die gaande is tussen de IT en OT. Daarover spraken we eerder al Marc Vissers van Lenze.
Marc: “Niet alleen vanuit de industrie, maar ook vanuit de andere kant bewegen veel IT-bedrijven zich naar de OT. Ze hebben alleen vaak nog geen idee hoe dat in elkaar zit. Bij Lenze spelen we in op die ontwikkeling door de introductie van ons Nupano. Een open-source automatiseringsplatform waarmee je zonder diepgaande IT-kennis wel OT kunt gebruiken. Zo kunnen onze klanten nieuwe digitale diensten ontwikkelen. Want je moet haast wel als machinebouwer, als je je wilt onderscheiden. Nupano biedt ruimte voor digitale innovaties voor machines en systemen en geeft ook toegang tot nieuwe businessmodellen. Machinebouwers hebben vaak wel de juiste ideeën, maar tegelijkertijd een gebrek aan knowhow, aan personeel en soms aan technologisch inzicht voor nieuwe businessmodellen. Nupano moet een sleuteltechnologie vormen die kan worden gebruikt zonder voorkennis van IT.”
Lenze maakte de afgelopen tien jaar een enorme reis door. De vestigingen werden lokaal in de markt geplaatst. “Om de taal, de cultuur en de afstand. Maar ook om de lokale supply chain in te kunnen zetten. Die reis liep parallel met de reis in digitalisering. OT&IT gaan samenwerken en dat zie je terug in het portfolio. Lenze FAST, de automatiseringssoftware-toolbox viert inmiddels haar 10-jarig bestaan.”
“Ook artificial intelligence is inmiddels niet meer weg te denken uit de machinebouw. Alles om te komen van big data naar smart data. Dat vraagt een ander soort mensen, een engineer wordt op sommige onderwerpen vervangen door een data scientist. Maar het belangrijkste uitgangspunt is de vraag: ‘wat wil je weten en waarom’. Het kan zelfs een keus zijn om in plaats van sensoren alleen nog maar data te gebruiken. Dat kan alleen als je smart data hebt.”
Die verdergaande automatisering heeft ook consequenties voor het ontwerp van producten. John van Leeuwen werkt bij Weidmüller’s Klippon Engineering. Hij vertelde ons vorig jaar: “We zien veel robotisering, zowel bij klanten als in onze eigen productie. Complete werkplaatsen worden geautomatiseerd. Daar moet je in de ontwerpfase van producten al rekening mee houden. Producten moeten door een robot te pakken zijn en door een laser te beschrijven. We zien dat zoals gezegd ook in onze eigen productie. Wij ontwikkelen machines die klemmenlijsten samengesteld kunnen leveren, als een gereed product.” Maar daar houdt het niet op, ook in de gebieden waar automatisering en robotisering niet voor dé oplossing kan zorgen, is hulp. “We hebben hele slimme gereedschapskasten ontwikkeld waarmee we een werkplaats helpen met lean manufacturing. Zowel in connectivity als in consultancy.”
Ook bij Klippon is data een hot item. “Door de groei van IIoT komt er meer en meer data beschikbaar. Er zijn steeds meer software-applicaties ontwikkeld die met die data slimme dingen doen. Denk aan machine learning, kwaliteitsverbetering, predictive maintenance, anomalie detectie, energiemanagement en zo kunnen we nog wel even doorgaan.”
Aan knappe koppen geen gebrek. Alleen moeten die elkaar weten te vinden en moeten ze de ruimte en mogelijkheden krijgen op samen te werken aan de veranderingen die onze wereld echt verder gaat brengen. Samenwerken dus. Zonder angst dat de ander een voordeel gaat halen met een idee dat jij op tafel hebt gelegd.
De open houding die nodig is voor het samen verder brengen van echt innovatieve ontwikkelingen zie je op veel plaatsen in ons land. NXTGEN Hightech is een voorbeeld van een programma dat inspringt op de wens om gezamenlijk grote vraagstukken op te pakken zonder dat bedrijven hun nek niet uit durven steken uit angst dat de remmende werking van de voorsprong hen de das om zal doen. Van semiconductors tot agrifood en van composieten tot medische technologie.
Over de hele breedte van de industrie wordt hier actief ingezet op kennisdelen, gezamenlijk ontwikkelen, testen en valideren. Met financiering uit het Nationaal Groeifonds, dat maakt dat, zoals een van de programmaleiders Suzanne Verboon het me vertelde, “de scherpe randjes van de risico’s af zijn”. Plus dat er over verschillende toepassingsgebieden en technologiedomeinen heen dwarsverbanden worden gelegd. Omdat wat in het ene toepassingsgebied speelt, net zo goed met een oplossing uit een ander veld op weg geholpen kan zijn. Overal spelen immers vragen als data-analyse, personeelstekort, digitalisering. Er wordt zelfs gewerkt aan de ontwikkeling van een generieke Systems Engineering-onderwijsaanpak voor de hightech-equipment-industrie.
Een open houding lijkt steeds vaker gemeengoed te worden. We zagen het in andere gesprekken over hoe partijen de communicatie aanpakten rondom leverproblematiek in tijden van schaarste. En je ziet dat steeds meer machinebouwers graag met leveranciers werken die componenten met een open structuur leveren. Stekkerbaar, compatible, en heldere standaarden. HMI’s die intuïtief kunnen worden ingericht. Dat in het programmeren van software het tekstprogrammeren de voorkeur heeft. Dat het steeds duidelijker wordt dat een open houding niet wordt afgestraft, maar zich terugbetaalt. In trouwe klanten die jouw openheid waarderen. Beckhoff bijvoorbeeld, maakt er zijn kracht van: Ga uit van je eigen kracht, werk samen met open vizier. En durf.
En de vraag of het in deze tijden haalbaar is? We zullen wel moeten. Niet alleen omdat personeelstekort een zorg blijft. John van Leeuwen: “Er zijn ondanks de verdergaande industriële automatisering toch ook gewoon handjes nodig. De angst dat robots banen in gaan pikken is echt ongegrond. We mogen dankzij die automatisering blij zijn dat we nog kunnen produceren.”
Er is een aantal belangrijke factoren die een rol spelen bij de modernisering van onze wereld, te beginnen met de industrie. Stuk voor stuk onmisbaar. Hieronder vind je een overzicht, in willekeurige volgorde van belang.
De productie-industrie maakt een verandering door met de komst van Industrie 4.0. Automatisering, gegevensuitwisseling en slimme technologieën worden geïntegreerd in productieprocessen, wat leidt tot meer efficiëntie, lagere kosten en verbeterde kwaliteitscontrole.
Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt in de productiesector. Steeds meer bedrijven maken serieus werk van milieubewust ondernemen, het optimaliseren van het energieverbruik en onderzoeken de principes van de circulaire economie om afval en de impact op het milieu te minimaliseren.
De pandemie heeft kwetsbaarheden in wereldwijde toeleveringsketens aan het licht gebracht. Fabrikanten evalueren en herstructureren hun toeleveringsketens om de veerkracht te vergroten, de afhankelijkheid van één bron te verminderen en de continuïteit te waarborgen bij verstoringen.
Additieve productie ontwikkelt steeds verder en biedt innovatieve oplossingen op het gebied van productontwikkeling en prototyping. Deze technologie zorgt voor een flexibelere en op maat gemaakte productie, waardoor afval wordt verminderd kleinere series makkelijker te realiseren zijn.
Digital twin-technologie, waarbij een virtuele replica van een fysiek product of systeem wordt gemaakt, wordt steeds populairder. Hiermee kunnen fabrikanten processen simuleren en optimaliseren, potentiële problemen identificeren en de algehele efficiëntie verbeteren.
De productie-industrie blijft het terrein van wereldwijde samenwerking en outsourcing. Bedrijven maken gebruik van de expertise en middelen van partners over de hele wereld om de productie te stroomlijnen, de kosten te verlagen en toegang te krijgen tot gespecialiseerde vaardigheden.
Met de toegenomen integratie van digitale technologieën is cybersecurity een cruciaal aandachtspunt geworden. Fabrikanten investeren in robuuste cybersecuritymaatregelen om gevoelige gegevens te beschermen en de integriteit van hun productieprocessen te behouden.
De invoering van geavanceerde technologieën vraagt om geschoolde arbeidskrachten. Fabrikanten investeren in omscholingsinitiatieven om ervoor te zorgen dat hun werknemers over de nodige vaardigheden beschikken om geavanceerde machines en systemen te bedienen en te onderhouden.
De vraag van consumenten naar gepersonaliseerde producten stimuleert een verschuiving naar flexibelere en wendbare productieprocessen. Fabrikanten onderzoeken manieren om producten efficiënt aan te passen aan individuele voorkeuren met behoud van kosteneffectiviteit.
Industrienormen en -voorschriften veranderen regelmatig en blijven om constante aandacht vragen. Je moet als fabrikant bijblijven op het gebied van veiligheid, milieu-impact en productkwaliteit om de voorschriften na te kunnen leven en zo juridische problemen te voorkomen.
Samengevat ondergaat de productie-industrie een transformatieve fase. Ik noem het nog maar een keer een modernisering die vraagt om een balans tussen innovatie, richtlijnen en regelgeving en uitdagingen op het gebied van cybersecurity.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.