Door: Erik de Jong (Advercom) - 17 mei 2023 |
Moe van energiebesparing? Nederlandse industrie balanceert tussen succes en frustratie als het gaat om energiebesparing. Onderzoek van reichelt elektronik toont aan: Nederlandse bedrijven in de industriële sector investeren veel – maar zien zichzelf ook onder grote druk staan.
Bijna geen enkel andere materie is sinds het afgelopen najaar vaker en controversiëler onderwerp van gesprek geweest: energiebesparende maatregelen. Zo heeft het kabinet onlangs besloten dat vanaf 2026 de warmtepomp de norm wordt voor het verwarmen van woningen, winkels, scholen en kantoren. Tegelijkertijd ontstonden zorgen toen de eerste bedrijven moesten sluiten als gevolg van de enorm gestegen energiekosten.
Nu de eerste winter waarin de energiebesparing van de Nederlandse industrie centraal stond voorbij is, heeft reichelt elektronik 250 Nederlandse industriële ondernemingen gevraagd naar hun visie over energiebesparing, waar de grootste zorgen voor de toekomst liggen en hoe gemotiveerd zij zijn om verdere investeringen te doen.
De energiebesparing van de Nederlandse industrie is niet alleen alomtegenwoordig in de media – het is ook een onderwerp waar bedrijven mee bezig zijn: 61 procent van de ondervraagden zei vorig jaar op dit gebied te hebben geïnvesteerd.
Nog eens 30 procent is dit jaar van plan investeringen te doen. Er zijn al snelle en minder complexe maatregelen genomen, zoals het vervangen van conventionele lampen door ledlampen (41%), het verlagen van de kamertemperatuur (39%) of de aankoop van nieuwe machines, apparaten met een lager energieverbruik (37%).
Daarnaast zijn bedrijven vooral geïnteresseerd in het investeren in nieuwe technologieën. Ongeveer vier vijfde (79%) is begonnen met investeren of is van plan dit jaar te investeren in de bouw van een zonnestroomsysteem. Ongeveer zes van de tien bedrijven (62%) richten zich op de vervanging van een oude gas- of olieverwarmingsinstallatie door een alternatief verwarmingssysteem zoals een warmtepomp of richten zich op het gebruik van slimme technologie of andere controlesystemen om het energieverbruik van machines te verminderen (62%).
Bedrijven hebben al tastbare successen met deze investeringen behaald. Twee derde van hen (66%) kon afgelopen winter tussen de elf en zestig procent energie besparen. 14 procent wist zelfs een besparing van eenenzestig tot honderd procent te realiseren.
Toch zijn er ook nadelen en uitdagingen. De meeste bedrijven die geen investeringen hebben gedaan of gepland, willen wachten tot er betere of goedkopere technologie beschikbaar is (53%) of hebben meer tijd nodig om beslissingen te nemen (42%). Bij 21% is er te weinig begrip op managementniveau voor het belang of de urgentie van de investeringen.
De grootste belemmering voor de energiebesparing van de Nederlandse industrie is echter het prijskaartje. Een derde (33%) van de bedrijven vindt dat de technologie of de installatie ervan te duur is. Daarna komen de klachten over de onzekerheid. Bijna een derde (31%) van de bedrijven weet niet goed welke technologie op lange termijn de overhand zal krijgen. Op de derde plaats (27%) staat de voortdurend veranderende regelgeving.
Deze cijfers betekenen niet dat Nederlandse bedrijven regelgeving of wettelijke maatregelen overbodig of slecht vinden. 76 procent is tevreden met zowel de bestaande als de goedgekeurde regelgeving voor bedrijven op het gebied van energieverbruik. Bovendien nemen zij maatregelen niet alleen omdat ze daartoe verplicht zijn, maar ook uit overtuiging. 87 procent vindt milieubescherming belangrijk voor hun bedrijf om een bijdrage te leveren aan de maatschappij.
Al met al lijken de meeste Nederlandse industriële bedrijven (79%) tevreden met hun maatregelen. Anderzijds zijn er ook frustraties en vermoeidheid. Ongeveer een derde (32%) is gefrustreerd door de hoge energiekosten en een kwart (25%) vindt dat hun bedrijf nog steeds te weinig doet. Bij bijna een kwart van de bedrijven (23%) leveren de energiebesparende maatregelen volgens de respondenten niet de gewenste resultaten op.
Bovendien lijkt energiebesparingsmoeheid bij industriële productiebedrijven zichtbaar te worden. Zo wordt het onderwerp minder besproken in belangrijke meetings (35%). Bij andere bedrijven gaan werknemers weer onzorgvuldiger om met energiebesparende regels (31%), worden projecten die zijn gestart niet afgerond (31%) of worden er minder investeringen gedaan (26%).
Deze frustratie is vooral toe te schrijven aan de uitzichtloze situatie waarin veel bedrijven zich als gevolg van de hoge energieprijzen bevinden. Bijna ongeveer twee derde (64%) zegt dat hun concurrentievermogen wordt aangetast als de energieprijzen zo hoog blijven. Erger nog, ongeveer de helft van de bedrijven (48%) zal niet langer winstgevend zijn als de prijzen zo hoog blijven, aldus de enquête. Daarom wil 44% van de respondenten gunstigere energieprijzen voor bedrijven. Ongeveer evenveel respondenten (43%) zouden het ook toejuichen als subsidies gemakkelijker aan te vragen zijn en minder bureaucratie vergen en zouden ze ook meer openheid en bevordering van nieuwe energiebesparende oplossingen en technologieën waarderen (43%).
Ondanks alle investeringen in energiebesparing van de Nederlandse industrie, hebben veel bedrijven geen andere keuze dan hun activiteiten naar het buitenland te verplaatsen. 46 procent verplaatst momenteel energie-intensieve processen geheel of gedeeltelijk naar het buitenland – of heeft deze stap al genomen. Nog eens 29 procent is van plan deze stap te zetten.
“De cijfers spreken duidelijke taal”, zegt Christian Reinwald, hoofd productmanagement en marketing bij reichelt elektronik. “Voor ongeveer de helft van de industriële ondernemingen lijkt Nederland niet langer een geschikte locatie om winstgevend te kunnen zijn – een beangstigend bewijs voor het economische beleid van Nederland. De situatie is momenteel niet gemakkelijk en ik begrijp de frustratie en berusting van alle betrokkenen – het milieu is er immers niet bij gebaat als bedrijven in landen als de VS en China met goedkope maar vervuilende elektriciteit produceren en producten wereldwijd exporteren. Als exportland heeft Nederland lokale productie nodig. De belastingen moeten tot een redelijk niveau worden verlaagd en de regelgeving moet de mondiale structuur in het oog houden – in het belang van het milieu en de Nederlandse economie.”
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.