Door: Redactie - 25 januari 2024 |
2023 was een jaar van uitdagingen voor de technologische industrie, gekenmerkt door een aanzienlijke productiekrimp. De situatie in 2024 laat een lichte verbetering zien, hoewel de industrie nog steeds te maken heeft met een afname in de productie. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door vertragingen in materiaalleveringen en lange looptijden van orders. Interessant is dat bepaalde sectoren, zoals de machinebouw in de halfgeleiderindustrie en de autofabricage, in 2023 relatief goed presteerden ondanks deze uitdagingen.
Een opmerkelijke ontwikkeling binnen de technologische industrie is de hernieuwde voorraadopbouw, met name bij de productie van halffabricaten. Dit segment, inclusief de kunststofverwerking, metaalbewerking en elektrotechniek, verwacht in 2024 een lichte toename in de productie. Deze groei is echter beperkt, mede door de aanhoudende zwakke vraag naar technologische consumentenproducten en kapitaalgoederen.
De halfgeleidermarkt heeft in 2023 een dip ervaren. Hoewel de vraag naar computerchips naar verwachting in 2024 voorzichtig zal herstellen, zal dit nog niet onmiddellijk leiden tot een aanzienlijke groei voor de chipmachinebouw in Nederland. De chipmachine-industrie blijft worstelen met uitgestelde orders en zal moeten wachten op een substantiële verbetering in de chipvraag voordat de machinevraag weer aantrekt.
Veel bedrijven in de technologische industrie hebben te maken met een druk op de winstgevendheid. Ondanks deze uitdagingen hebben sommigen hun resultaten op peil kunnen houden door stijgende prijzen door te berekenen. Een belangrijke strategie die hierbij gehanteerd wordt, is de sterke reductie van de inkoop in reactie op de verminderde vraag. Deze aanpak wordt versterkt door het feit dat veel bedrijven al ruime voorraden hadden aangelegd als buffer tegen tekorten. Daarnaast heeft de hogere rente het aanhouden van voorraden duurder gemaakt. Dit heeft geleid tot een relatief gunstige ontwikkeling van de toegevoegde waarde, het verschil tussen productie en het verbruik van energie, materialen en diensten.
Hoewel de Nederlandse machine-industrie in het eerste halfjaar van 2023 een toename in de toegevoegde waarde zag, staat het verdienvermogen in 2024 onder druk door terugvallende vraag. Dit geldt ook voor de transportmiddelenindustrie. Deze branches, die lang te kampen hadden met tekorten aan elektronische onderdelen, hebben nu minder inkoop nodig door de combinatie van aangelegde buffervoorraden en vraagterugval. Om groei te stimuleren, is echter op termijn weer extra inkoop nodig, wat invloed zal hebben op de toegevoegde waarde.
Interessant is dat de machine-industrie structureel sterker groeit dan de overige industrie, ondanks de momentele productiekrimp. De Nederlandse machine-industrie heeft een solide basis voor structurele groei, mede dankzij de toenemende vraag vanuit de halfgeleiderindustrie en de samenwerking in regionale clusters. Voorbeelden hiervan zijn de High Tech Campus en Brainport Industries Campus in Eindhoven, en de technologische innovatiecampussen in Twente. Deze samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid draagt bij aan innovaties.
Het succes van Nederlandse machinebouwers in de chipindustrie, zoals het chipbedrijf ASML, ASMI en Besi, heeft gezorgd voor een gemiddelde jaarlijkse productiegroei van ongeveer 6,5% over de afgelopen jaren. Dit in tegenstelling tot de nagenoeg stilstaande groei in de totale industrie en de technologische industrie als geheel. De toegevoegde waarde van de machine-industrie heeft een vergelijkbaar positieve ontwikkeling doorgemaakt.
In 2023 hebben we gezien dat de groei in de metaalproductenindustrie terugviel, voornamelijk door een afgenomen vraag in belangrijke eindmarkten zoals de bouw, automotive en machine-industrie. Ook de kunststofverwerkers ondervonden een lagere vraag, mede door de invloed van hoge energieprijzen in 2022 en begin 2023. Het doorberekenen van deze kosten aan klanten heeft extra druk gelegd op de vraag. Vooruitkijkend naar 2024 blijft de vraag gematigd, maar mogelijkheden voor beperkte groei door hernieuwde voorraadopbouw en genormaliseerde energieprijzen zijn aanwezig.
De automotive-industrie kende in 2023 een productiegroei dankzij de verbeterde beschikbaarheid van onderdelen. Helaas wordt er in 2024 een ander beeld verwacht. Bestellingen van nieuwe trucks en auto’s nemen af, wat invloed zal hebben op de productie. Vooral het wegvallen van de autoassemblage bij Nedcar, die in 2023 nog goed was voor meer dan 10% van de Nederlandse transportmiddelenproductie, zal leiden tot een forse productiekrimp. Nedcar krimpt per 1 maart met ongeveer 80% na het aflopen van het contract met BMW, wat niet alleen gevolgen heeft voor Nedcar zelf, maar ook voor toeleveranciers.
In tegenstelling tot de automotive-industrie kent de rest van de transportmiddelenindustrie, waaronder de maritieme industrie en de vliegtuigtoelevering, een positiever vooruitzicht. De maritieme industrie, met bedrijven als Damen Shipyards en Koninklijke Bodewes, en de vliegtuigtoelevering, zoals GKN Aerospace (Fokker), zien groeimogelijkheden. Deze sectoren profiteren van langlopende orders en een toename in defensiebudgetten. Hierdoor blijft de krimp van de transportmiddelenindustrie beperkt tot ongeveer -7%.
Bron: Edse Dantuma, Econoom Industry & Healthcare van ING Zakelijk
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.