Door: redactie - 16 oktober 2025 |
Op de bruisende beursvloer van Pumps & Valves Rotterdam begin deze maand vond de Processing Ronde Tafel plaats. Gespreksleider Christien Nuboer, hoofdredacteur van PompNL, ging in gesprek met twee praktijkgerichte experts: Arthur Scheffer, oprichter van Adsensys, en Gerrit-Jan Oosterhuis, zelfstandig procesingenieur in de voedingsmiddelenbranche. Hun uitwisseling draaide om de dagelijkse worstelingen met verduurzaming en digitalisering, maar ook om de kansen die ontstaan als kennis en technologie samenkomen. Het was een nuchter gesprek, doorspekt met voorbeelden uit de praktijk, dat liet zien hoe de sector worstelt met veranderingen die groot lijken, maar vaak eenvoudiger zijn dan gedacht.
De Processing Ronde Tafel, live opgenomen te midden van de stands en het geroezemoes, bood een inkijkje in een branche die volop in transitie zit. Scheffer deelde zijn reis met waterstoftechnologie, terwijl Oosterhuis inging op hygiënische reiniging en procesontwerpen. Beiden maakten duidelijk dat de sleutel ligt in het verbinden van theorie met de werkvloer. Het gesprek onderstreepte een terugkerend thema: de procesindustrie is veerkrachtig, maar heeft meer dialoog nodig tussen generaties en disciplines.
Een van de kernpunten tijdens de Processing Ronde Tafel was de energietransitie, een thema dat zowel kansen als obstakels blootlegt. Arthur Scheffer vertelde hoe Adsensys vijftien jaar geleden begon met instrumentatie, maar al snel uitgroeide tot een specialist in waterstofsystemen. “We bouwden pilots en leerden in de praktijk wat wel en niet kan.” Vier jaar geleden gooide het bedrijf het roer om, met een volledige focus op waterstofoplossingen. Wat begon als een niche, is nu een serieuze markt, met grote systemen die worden opgebouwd. Scheffer wees op de mismatch tussen startups die snel willen opschalen en de industrie die data en betrouwbaarheid eist. “Bedrijven willen geen risico’s; ze eisen bewijs voordat ze waterstof integreren.”
Deze observatie sluit aan bij recente ontwikkelingen in Nederland. In mei 2025 lanceerde de Topsector Energie de Internationale Waterstofgids 2025 tijdens de World Hydrogen Summit, met meer dan 270 initiatieven in de waardeketen, waaronder Nederlandse pilots voor decentrale productie. Tegelijkertijd presenteerde het ministerie van Klimaat en Groene Groei in april 2025 plannen voor een ondergrondse waterstofleiding in West-Nederland, in overleg met omwonenden. Zulke stappen tonen aan dat de infrastructuur vorm krijgt, maar Scheffer waarschuwde voor de hiaten: er ontbreekt een robuuste teststructuur. “Bedrijven laten je niet zomaar experimenteren met explosieve gassen.” Hij beschreef een lopend project in Rotterdam, waar Adsensys een digitaal systeem test met waterstofproductie en batterijopslag. Door overcapaciteit op het stroomnet te benutten, kan waterstof goedkoper worden geproduceerd, terwijl het net wordt ontlast. “We slaan energie op in batterijen en converteren het naar waterstof, of leveren het terug als de vraag piekt.”
Gerrit-Jan Oosterhuis, met meer dan 25 jaar ervaring in de voedingsmiddelenindustrie, vulde dit aan vanuit zijn expertise in SIP-reiniging – een proces dat veel water en energie vergt. SIP-reiniging (Sterilization-In-Place of Steam-In-Place) vormt een geautomatiseerde stap in de hygiëne van industriële installaties. Deze procedure volgt direct op de reiniging via Clean-In-Place (CIP) en richt zich op het elimineren van micro-organismen in componenten zoals tanks, leidingen en kleppen. Door middel van hete stoom wordt een grondige sterilisatie bereikt, zonder dat demontage van de apparatuur vereist is.
Oosterhuis: “SIP is een grote verbruiker, maar er komen systemen om loog te zuiveren en afvalwater te hergebruiken voor energie.” Hij zag kansen in de eiwittransitie, die de focus verschuift van zuivelgiganten naar kleinere, enthousiaste startups. “Deze jonge bedrijven missen kennis, maar dat biedt ons de kans om bestaande inzichten toe te passen.” Oosterhuis pleitte voor hybride oplossingen, zoals warmtepompen die 80 tot 90 procent van de warmtevraag in pasteuriseerprocessen dekken. Voor hogere temperaturen, zoals in sproeidrogers, ziet hij een rol voor geavanceerdere systemen.
Toch klonk een subtiele kritiek door in de Processing Ronde Tafel: de transitie doet pijn, zoals Perry van Berner van Magevo eerder opmerkte. Subsidies helpen startups, maar de industrie is nog niet klaar voor industriële schaal. Nederland kan een sterke positie innemen, mits we de juiste kaarten spelen – en dat vereist meer platforms voor testen en kennisdeling.
Digitalisering kwam uitgebreid aan bod tijdens de Processing Ronde Tafel, met een genuanceerde blik op de beloftes en valkuilen. Arthur Scheffer was enthousiast: “Data is leidend in de energietransitie. We halen informatie van buitenaf, zoals weersvoorspellingen, en integreren die met AI voor predicties.” Bij Adsensys draait alles om data-gedreven systemen, van energie-inkoop op goedkope momenten tot netontlasting. “Het staat nog in de kinderschoenen, maar learning by doing maakt het beter.”
Gerrit-Jan Oosterhuis bood een meer gematigde kijk. “Technologen worden data-engineers, maar verliezen grip op de fysieke realiteit.” Hij schetste een beeld van fabrieken waar medewerkers verzanden in Excel-sheets en PowerPoints, terwijl een lekkende klep onopgemerkt blijft. “Je hebt 300 mixproof-afsluiters, maar als je niet weet hoe ze werken, wat heb je dan aan je data?” Dit leidde tot een anekdote over een monteur die een pomp niet kon lokaliseren, ondanks perfecte data-logs – met melk op de vloer als gevolg. Oosterhuis’ punt: data moet onderbouwd zijn met begrip van het proces. “Als je niet snapt waar de data vandaan komt, zoals temperatuur tijdens reiniging, kun je het niet valideren voor voedselveiligheid.”
Deze kloof tussen data en praktijk weerspiegelt bredere trends. In de traditionele procesindustrie dient data vaak om beslissingen te rechtvaardigen, niet om vooruit te kijken. Scheffer kontrasteerde dit met zijn sector: “Wij ontwikkelen vanuit data, voorspellend.” Maar beiden riepen op tot meer integratie. Oosterhuis: “Technici van vroeger pakten een schroevendraaier; nu openen ze een laptop. Dat mag, maar ze moeten de plant in.”
Een kritische noot: de focus op data creëert een waterhoofd, waar rapporten prioriteit krijgen boven innovatie. Om dit te tackelen, pleitten de gasten voor nieuwsgierigheid. “We moeten mensen hebben die technisch snappen wat ze doen, maar ook interesse tonen in de basis,” zei Scheffer. Oosterhuis voegde toe: “Leveranciers moeten data delen, en operators moeten meekijken bij revisies.”
De discussie verschoof naar onderwijs en de generatiekloof, een thema dat de Processing Ronde Tafel extra diepgang gaf. Beide sprekers, zelf uit een tijdperk van handenarbeid, zagen een verschuiving: “Vroeger knutselden we aan fietsen en radio’s; nu is het laptops en abstracties.” Oosterhuis: “Ons schoolsysteem stoomt iedereen naar hbo of universiteit, maar we verliezen de handvaarders.” Jongeren missen basiskennis, zoals het reviseren van een pomp, en dat leidt tot incidenten.
Scheffer erkende: “De interesse bij jongeren is veranderd; het is schaarser.” Toch zag hij hoop in initiatieven zoals het High College in Sliedrecht, waar Adsensys systemen doneert aan de Duurzaamheidsfabriek. “Studenten moeten het vastpakken, proeven.” Oosterhuis pleitte voor dialoog: “Laat afgestudeerden meekijken bij monteurs.” Beiden beaamden dat innovatie geboren wordt op de vloer, waar problemen leiden tot oplossingen.
Voorbeelden maakten de abstracties concreet. Scheffer deelde een case bij een rotatiegieter in Tilburg: machines op aardgas, dak vol zonnepanelen. Elektrificatie duurt te lang door netcongestie, dus testten ze waterstofbijmenging – tot wel 20 procent, zonder kwaliteitsverlies. “Dit geeft ondernemers ademruimte.” In ovens voor 1200 graden, zoals bij steen- of glasbakkerijen, is elektrificatie onhaalbaar; waterstof biedt een alternatief.
Oosterhuis ging in op bestaande fabrieken: “Oude plants draaien op stoomketels; de switch naar warmtepompen vraagt inzicht.” Hij zag succes in het hergebruiken van naspoelwater als voorspoel, een simpele stap voor waterbesparing. “In Nederland is water goedkoop, maar lozen kost energie.” Voor nieuwe installaties is het makkelijker, maar creativiteit helpt bij retrofits.
Op de beurs zelf viel de herkenning op: veel techniek blijft gelijk, met een digitaal sausje erbovenop. Scheffer: “Sensoren meten nog hetzelfde, maar leveren nu vijf waarden.” Oosterhuis genoot van ontmoetingen met oud-collega’s: “Slimme koppen op kleppen voorspellen onderhoud – mooi, maar wie analyseert het?” Beiden zagen innovatie, maar misten diepgang in verduurzaming.
De Processing Ronde Tafel eindigde optimistisch: sectoren kunnen van elkaar leren. “Iedereen zegt ‘mijn proces is uniek’, maar er zijn gemeenschappelijke delers.” Nuboer sloot af met een oproep: blijf netwerken, want hier gebeurt het!
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.