Nederlandse industriële productie nipt gegroeid

Productieprocessen band Nederlandse industriële productie industrie januari

De Nederlandse industrie ziet de toelevering van onderdelen en materialen eindelijk verbeteren. In januari zijn de levertijden voor het eerst sinds 2019 afgenomen. En voor het eerst sinds juli vorig jaar is de Nederlandse industriële productie licht gegroeid ten opzichte van de voorgaande maand. Dit meldt Sectoreconoom Industrie & Transport en Logistiek Albert Jan Swart van ABN AMRO.

Groei Nederlandse industriële productie

De groei van de Nederlandse industriële productie is mede te danken aan de verbeterde toelevering van materialen. De algehele score van de NEVI Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie is ook verbeterd, van 48,6 in december naar 49,6 in januari.

De kortere levertijden drukken nog zwaar op de algehele score. Normaliter zijn langere levertijden een teken van groei. Toenemende bedrijvigheid leidt tot meer vraag naar materialen, wat leidt tot langere levertijden. Om die reden leiden kortere levertijden tot een lagere score van de NEVI Inkoopmanagersindex, die wordt berekend op basis van nieuwe orders (30 procent gewicht), Nederlandse industriële productie (25 procent), werkgelegenheid (20 procent), levertijden (15 procent) en de voorraad ingekochte materialen (15 procent).

Kortere levertijden goed nieuws

Ook nu zijn de kortere levertijden een teken van zwakke vraag. Maar aangezien de omstandigheden momenteel verre van normaal zijn, zijn de kortere levertijden eigenlijk goed nieuws. Wanneer de levertijden buiten beschouwing zouden worden gelaten, zou de NEVI Inkoopmanagersindex over januari uitkomen op 49,9, wat zou duiden op een minieme krimp van de bedrijvigheid.

Tijdens de pandemie was de vraag naar goederen abnormaal hoog. Honderden miljoenen consumenten, die met behoud van inkomen tijdens lockdowns veel vrije tijd in de schoot geworpen kregen, kochten vooral online ongebruikelijk grote hoeveelheden producten, wat leidde tot een plotselinge stijging van de wereldwijde vraag naar industriële goederen. Lockdowns en langere laad- en lostijden van grotere hoeveelheden containers leidden tot ernstige ontregeling van toeleveringsketens, wat het onmogelijk maakte aan de hoge vraag tegemoet te komen en zo leidde tot de grootste tekorten materialen ooit. Hoge containerprijzen en de grote tekorten stuwden vervolgens de inflatie, waardoor de centrale banken zich genoodzaakt zagen de rente te verhogen. Dat maakte de financiering van voorraden duurder, net op het moment dat de economische vooruitzichten als gevolg van de energiecrisis verslechterden. Intussen kwamen eerder bestelde materialen vaak met enorme vertraging eindelijk binnen, wat leidde tot overtollige voorraden. Deze opmerkelijke samenloop van omstandigheden leidde zo tot een extreem groot ‘bullwhip-’ of ‘zweepslag-effect’, het fenomeen waarbij een tijdelijk hogere vraag in combinatie met lange levertijden uiteindelijk leidt tot overtollige voorraden die vervolgens moeten worden afgebouwd.

Overtollige voorraden bijna afgebouwd

De afbouw van overtollige voorraden verklaart grotendeels de zwakke vraag van afgelopen herfst. De huidige zweepslag is waarschijnlijk veruit de grootste in de geschiedenis, maar is naar zijn aard nog steeds een tijdelijk verschijnsel. Zodra de overtollige voorraden zijn afgebouwd, kan de vraag verbeteren. In januari nam het aantal nieuwe orders verder af, maar wel in het laagste tempo sinds augustus. De hoeveelheid ingekochte materialen en de voorraden gereed product namen ook nog af, maar slechts marginaal. Inkoop- en afzetprijzen stijgen in een trager tempo sinds begin 2021, wat duidt op afnemende inflatie. Dit alles duidt er waarschijnlijk op dat bedrijven hun overtollige voorraden bijna hebben afgebouwd en dat het ergste van de zweepslag achter de rug is.

Helaas gingen in januari twee bekende namen in de Nederlandse industrie failliet. In de papierindustrie, een branche die hard wordt geraakt door de energiecrisis, zag Crown van Gelder de stroom nieuwe orders geheel stilvallen, waardoor de kasstroom opdroogde en de fabriek stil viel. Ook de nieuwe autofabrikant Lightyear is mogelijk een slachtoffer van de corona-zweepslag. De auto-industrie is uitzonderlijk hard getroffen door materiaaltekorten, wat de Nederlandse industriële productie flink belemmerde, wat niet alleen door de marktleiders werd gevoeld, maar zeker door een kleine, nieuwe speler.

Hoewel de energie-intensieve branches als de papierindustrie, de basismetaalindustrie en de chemische industrie nog in een lastig parket zitten, zijn de gevolgen van de energiecrisis wel veel minder pijnlijk dan enkele maanden geleden, vooral dankzij de zachte winter in Europa. Sommige fabrieken die afgelopen zomer de productie hadden stilgelegd kunnen misschien binnenkort weer opstarten. Los daarvan ziet de nabij toekomst er voor het overgrote deel van de Nederlandse industriële productie een stuk zonniger uit.

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie