Door: Redactie - 3 december 2021 |
De Nederlandse economie groeit in 2022 naar verwachting van ING Research met 3,6%, na een groei van 4,4% in 2021. Daarmee is de Nederlandse economie in 2022 in omvang gemiddeld 4,1% groter dan in 2019 en is Nederland de meeste economische effecten van de coronacrisis relatief snel te boven. Het Nederlandse bbp bereikte in het derde kwartaal van 2021 al het niveau van voor de coronacrisis, in tegenstelling tot dat van de vier grootste economieën van de eurozone. Toch heeft ook Nederland nog inhaalpotentieel: vooral het aantrekken van de dienstenconsumptie en dienstenuitvoer draagt naar verwachting bij aan het hoge bbp-groeicijfer van 2022. De onzekerheden rond het coronavirus zijn echter wel een toegenomen risico voor de Nederlandse economie.
Eind 2021 en begin 2022 remmen de opleving van het coronavirus en contactbeperkende maatregelen het Nederlandse groeitempo. Ook Nederland ontkomt niet aan de wereldwijde leveringsproblemen als gevolg van eerdere fabriekssluitingen en flessenhalzen in de zeevaartlogistiek. Naarmate deze belemmeringen in de loop van 2022 verminderen neemt ook de economische groei in ons land weer toe. Mede door de toegenomen contactbeperkingen valt de groei van de Nederlandse economie in het vierde kwartaal naar verwachting terug tot 0,1% kwartaal-op-kwartaal, waarbij de omvang van de economie uitkomt op 101,7% van voor corona. ”De opleving van het coronavirus en mogelijke verdere verergering daarvan vergroot de economische onzekerheid. Dit is het belangrijkste risico bij de groeiverwachtingen, zeker met de ontwikkelingen van nieuwe varianten van het virus”, aldus Marcel Klok, macro-econoom van ING Research.
In 2022 verwacht ING Research dat de Nederlandse economie in omvang 4,1% boven het niveau van 2019 komt, door een jaargroei van 3,6% ten opzichte van 2021. De meeste bedrijfstakken zijn in 2022 groter dan voor corona (in 2019). Dit geldt niet voor de zwaar getroffen horeca, luchtvaart en reisbranche. De groei zal in het eerste kwartaal nog gematigd zijn. Daarna helpen de opschaling van reguliere zorg, het geleidelijk verminderen van problemen in de wereldwijde leveringsketen en de afnemende invloed van het coronavirus het groeitempo aantrekken. Later in het jaar is vooral de schaarste aan personeel een rem op de groei.
De Nederlandse arbeidsmarkt blijft kampen met schaarste aan personeel. Dit wordt bevestigd door het feit dat een tekort aan arbeidskrachten het vaakst door niet-financiële bedrijven wordt genoemd als de belangrijkste belemmering voor de productie. Dit aandeel bedrijven ligt zelfs iets hoger dan voor de coronacrisis. Dit is ondanks het feit dat nog nooit zoveel mensen in Nederland bereid zijn om te werken en nog nooit zoveel aan het werk zijn als in recente maanden. De schaarste aan personeel dwingt werkgevers tot hogere loonstijgingen. ING Research raamt de cao-loonstijging voor 2022 op 2,4%. De werkloosheid daalt naar verwachting van gemiddeld 3,3% in 2021 naar gemiddeld 3,2% in 2022, om in 2023 uit te komen op 2,9%. Daarachter gaat een tijdelijke, geringe stijging gedurende 2022 schuil, nadat steunmaatregelen zijn beëindigd. Dit is het gevolg van een lichte stijging van het verwachte aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen.
In combinatie met de hoog blijvende inflatie betekent de versnelde cao-loonstijging dat het reële inkomen van het gemiddelde werkende huishouden in 2022 ongeveer vergelijkbaar zal zijn met dat in 2021. De consumentprijsstijging is naar verwachting 2,7%.
Ook zonder de recente opleving van het virus zal corona de komende tijd nog effect hebben op het Nederlandse bedrijfsleven. Voor 2022 zijn leveranciersproblemen de meest gevreesde impact van corona, zo blijkt uit de Conjunctuurenquête Nederland. Opvallend genoeg noemen bedrijven dit zelfs vaker dan de lockdownmaatregelen.
De vrees van voorzetting van deze problemen speelt vooral in de bouw, industrie, aardolie & gas, handel en landbouw. De basis voor deze problemen ligt onder andere in de wereldwijde logistiek sector, met name in het containervervoer via water. Lockdowns zorgden ervoor dat havens niet of op een laag pitje hun werk deden en er ontstonden grotere tekorten aan personeel zoals vrachtwagenchauffeurs. Dit resulteerde in een mismatch van havens met te weinig containers en havens met te veel containers, lange wachttijden en hoge transportkosten. Gevolg was een tekort aan productiemiddelen, waardoor het opschalen in de industrie langer duurde. Dit terwijl de vraag naar goederen juist extra groot was, vanwege de substitutie van slechter beschikbare dienstenconsumptie naar (online gekochte) goederenconsumptie.
De sectoren cultuur, sport & recreatie, horeca, onroerend goed en vervoer & opslag geven een ander signaal. Zij zien nieuwe contactbeperkende maatregelen als grootste coronavrees voor 2022. Marcel Klok: “Zowel bemoeilijkte levering als contactbeperkingen remmen op korte termijn de economische groei. Hoe groot de impact precies zal zijn, is echter uiterst onzeker.”
De Nederlandse uitvoer stijgt in 2021 naar verwachting tot gemiddeld 1,4% boven het niveau van 2019. In 2022 zit de export daar volgens de basisraming van ING Research zelfs 6,7% boven. De daadwerkelijke uitvoergroei wordt aanvankelijk in toom gehouden door toeleveringsperikelen, terwijl de dienstenuitvoer tijdelijk weer meer hinder ondervindt van corona. Vooral de afzet naar het eurogebied, ons belangrijkste afzetgebied, kampt met deze uitdagingen.
In een door corona gedomineerde periode is het leveren van diensten extra lastig, aangezien het direct contact en de mogelijkheid tot reizen vraagt. In het derde kwartaal van 2021 lag de dienstenuitvoer nog ruim 9% lager dan eind 2019. Het herstel zal de komende tijd aanvankelijk traag verlopen en wint naar verwachting pas gedurende 2022 weer noemenswaardig aan kracht. Ook is het dan waarschijnlijk nog niet volledig: ING Research verwacht dat de dienstenuitvoer in 2022 nog zo’n 4,6% lager ligt dan in 2019. Vooral de uitvoer van luchtvaartdiensten, zoals het vervoer van buitenlandse reizigers, kan er langer over doen om op het oude peil terug te komen. Wel zijn naar verwachting diensten uiteindelijk wel de grootste drijver achter de exportgroei.
Bedrijven verwachten meer te investeren in 2022. De investeringen nemen naar verwachting van ING Research in 2022 toe tot slechts 0,4% onder het precorona niveau. Voor eind 2021 en begin 2022 gaat ING Research er namelijk vanuit dat, hoewel de vraag naar eindproducten voorlopig voldoende aanwezig lijkt, de gebrekkige beschikbaarheid van investeringsgoederen de investeringscijfers kan drukken. Vooral vervoersmiddelen worden minder of vertraagd geleverd, vooral vanwege tekorten aan cruciale onderdelen als chips.
Gedurende 2022 worden deze leveringsproblemen waarschijnlijk kleiner en zullen de investeringen naar verloop van tijd weer meer worden gedomineerd door het groeitempo van de vraag dan door de capaciteitsbeperkingen aan de aanbodkant. De investeringen worden op korte termijn dus naar verwachting even afgeremd, maar zullen later in 2022 weer aantrekken. ING Research raamt 1,3% groei voor het jaar 2022, na een toename van 2,5% in 2021.
De consumptie van huishoudens komt in 2022 naar verwachting 1,3% hoger uit dan in 2021, terwijl deze in 2021 gemiddeld nog 3,6% achterblijft bij het niveau van een jaar eerder. ING Research voorziet een vlakke ontwikkeling in de kwartalen rondom de jaarwisseling en een sterkere opleving in de rest van 2022. Op de korte termijn zijn de verwachtingen echter gematigd. Het consumentenvertrouwen is in november flink gedaald. Niet alleen oordelen consumenten negatiever over het klimaat van de Nederlandse economie en hun financiële situatie, ook is hun koopbereidheid afgenomen. Het is mogelijk dat de daling van het sentiment samenhangt met het doorsijpelen van hogere groothandelsprijzen voor gas en elektriciteit naar de energierekening van de consument, de nieuwe opleving van het coronavirus en bijkomende contactbeperkende maatregelen.
Hoewel ING-gegevens over de waarde van pin-, iDEAL-, en geldopnametransacties suggereren dan het vierde kwartaal van 2021 begon met een goede maand voor de consumptie, gaan we uit van een vrij vlak beeld eind voor eind 2021. Na de herinvoering van mondkapjesplicht, de bredere toepassing van de coronapas en de vroegere sluiting van uitgaansgelegenheden zien we in november een daling in de pinbetalingen bij dienstverleners. Dit lijkt aanvankelijk grotendeels gecompenseerd te worden door extra online aankopen.
Vanuit de inkomens komt in 2022 nauwelijks een impuls voor de consumptie. Toegenomen krapte op de arbeidsmarkt zorgt voor een versnelling van de nominale cao-loonstijging naar circa 2,4%. Maar omdat de inflatie van de Nederlandse economie daar naar verwachting bij in de buurt zal liggen en de beleidsmatige lastenontwikkeling geen grote veranderingen kent voor 2022, zal de reële inkomensontwikkeling zo rond de nul uitkomen. In 2023 is de balans waarschijnlijk gunstiger voor werkenden.
Voor een belangrijk deel zal de consumptie-ontwikkeling van 2022 daarom worden bepaald door het resterende herstel van de consumptie van diensten, de besteding van de coronabesparingen en het aantrekken van de koopbereidheid. Al met al consumeren huishoudens in 2022 naar verwachting 5,1% meer dan in 2021. Belangrijkste opwaartse risico bij de consumptieraming is dat huishoudens met veel spaargeld positief kunnen verrassen met extra bestedingen, terwijl het coronavirus nog steeds het grootste neerwaartse risico vormt. Ook de consumptie van de overheid komt in 2022 hoger uit dan in 2021. Zo wordt er meer uitgeven aan het wegwerken van leerachterstanden via het Nationaal Programma Onderwijs, gezondheidszorg, defensie en veiligheid.
Consumentenprijsinflatie blijft ook in 2022 hoog, maar daalt in de loop van het jaar
ING Research verwacht dat de stijging van de nationale consumentenprijsindex (CPI) in 2022 met 2,7% op een vergelijkbaar niveau ligt als in 2021. Deze relatief hoge geldontwaarding komt vooral door hogere prijzen van gas, elektriciteit en brandstof. Ook de stijgende kosten van wonen, voeding en normalisering van prijzen voor kleding en vliegtickets dragen bij aan dit inflatiecijfer. De inflatie is in het eerste kwartaal hoog, daalt gedurende het tweede en derde kwartaal en neemt in het vierde kwartaal een duikvlucht tot onder de 2%, vooral door de grote invloed van energie- en brandstofprijzen.
Hoewel de invloed van hogere energieprijzen het hele jaar gedempt wordt door verlaging van de energiebelasting, is de impact van energie en brandstof met een bijdrage van 0,7%-punt nog steeds aanzienlijk in 2022. De huurstijgingen zijn beleidsmatig bevroren vanaf juli 2021; zo zullen de verwachte huurverhogingen vanaf juli 2022 ervoor zorgen dat woondiensten alsnog noemenswaardig (0,4%-punt) bijdragen aan de inflatie in 2022. Een vergelijkbaar (kleiner) effect zien we van collegegelden. Die zijn voor veel studenten voor het schooljaar 2021-2022 gehalveerd. Normalisering naar gebruikelijke bedragen voor het schooljaar 2022-2023 leidt tot een opwaarts effect op de inflatie. Gestegen wereldvoedselprijzen vertalen zich naar verwachting in 2022 in een bijdrage van voeding van 0,2%-punt, terwijl ook de basiseffecten van kleding en vliegtickets verantwoordelijk zijn voor enkele tienden procentpunten van de stijging van het CPI.
Bron: ING
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.