Door: Redactie - 17 augustus 2021 |
De Hogeschool van Amsterdam (HvA) testte de opladers van laptops in opdracht van FHI aan de hand van EMC-richtlijnen. Doel van deze tests was om te onderzoeken of er verschillen waren tussen reguliere Europese en goedkope Aziatische systemen. Was er bij goedkopere modellen sprake van storing of ruis en konden er mogelijk gevaarlijke situaties ontstaan? Hoewel alle geteste opladers aan de CE-keur en NEN-EN-55022 voldeden, waren er zeker verschillen op te merken.
De geteste opladers uit Europa werden besteld bij grote online retailers zoals Bol.com en CoolBlue. Laders uit Azië kwamen van AliExpress en AliBaba. Volgens de verpakking voldeden alle producten aan de eisen van het CE-keur. FHI vroeg zich af of dat wel het geval was gezien de prijsstelling. De branchevereniging gaf HvA opdracht onderzoek te doen naar deze systemen en om te kijken wat de grootste (kwaliteits)verschillen waren. Mocht er sprake zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie is dat een zaak voor Agentschap Telecom.
Studenten Boris van Wessel en Youness Azoubairi gingen onder leiding van docent dr. ing. Cees Keyer aan de slag met dit onderzoek. Doel van deze studie was om het level playing field te bekijken. Producten uit Azië zijn vaak goedkoper dan Europese goederen, maar hoe is de geleverde kwaliteit eigenlijk? Het onderzoek wees geen al te grote verschillen in kwaliteit uit al bleek dat de Aziatische opladers meer ruis en storing te veroorzaken. Ook kwam een bestelling beschadigd aan en is er geen sprake van garantie. Het retourneren van een pakketje naar China kost meer dan een nieuw, Europees product kopen.
Voor de test zijn vier universele opladers gebruikt met een vermogen tussen de 60 en 65 Watt bij een stroom van 3 tot 3,25 A. De geselecteerde laders zijn op basis van hun populariteit gekozen. Voor de test is gebruik gemaakt van de Safe Mains Voltage Monitor. Dit systeem werd ontwikkeld om veilig de stroom te meten die door de lader werd getrokken met behulp van een stroomklem. Om ervoor te zorgen dat alle laders werden blootgesteld aan dezelfde vermogensbehoeften, gebruikte men een elektronische belasting tijdens de metingen. Een sonde meette de minimale en maximale uitgangsspanning van de laders.
Bij het voorbereiden van de laders voor de metingen ontdekte het team een merkbaar verschil in gewicht tussen de Aziatische en Europese opladers. De Aziatische laders wogen aanzienlijk minder dan de Europese systemen. Zowel de geïmporteerde als de Europese laders hebben een lichtnetspectrum dat nooit de Quasi-piekgrenzen van de NEN EN-55022 overschreed. Alle geteste apparatuur voldeed aan de EMC-normering.
Tussen de twee geteste Europese opladers waren minimale verschillen te bespeuren qua stroom. Dat gold niet voor de Aziatische modellen, want daar waren grote verschillen te bespeuren tussen de minimum en maximum uitgangsspanning. Niet alleen onderling waren grote verschillen waarneembaar. In vergelijking met de Europese opladers was de uitgangsspanning van de Aziatische systemen zeer groot.
De grote verschillen tussen minimale en maximale outputspanningen zijn een aandachtspunt voor de Aziatische laders. Alle gemeten opladers voldoen aan de NEN-EN-55022 eisen. Wel zijn er verschillen op te merken tussen de hoeveelheid geluid en de opgewekte spanningen. De kwaliteit van de Aziatische opladers met betrekking tot de EMC-emissies zijn afhankelijk van het model. Tussen de modellen is een groot verschil in ruis gemeten op het stroomnet. Voor de Europese laders geldt dit niet en de kwaliteit van de geteste systemen ligt heel dichtbij elkaar.
Auteur: Frank van de Ven, FHI
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.