Familie en de industrie

Familiebedrijf Familiebedrijven

Een tijd geleden had ik op de universiteit een student-assistent die verkeerde met een meisje Van der Valk. Hij heeft mij toen wat verteld over zijn ervaringen met het familiebedrijf. Ik vermoed dat toen de kiem is gelegd voor mijn belangstelling voor het reilen en zeilen van familiebedrijven. Nog niet zo lang geleden kwam ik er achter dat bij Hogeschool Windesheim (Zwolle) een lectoraat voor familiebedrijven aanwezig is. Het wordt hoog tijd dat hogescholen en universiteiten nauwer gaan samenwerken. Hoe dan ook, hogescholen doen al vast erg hun best om zoveel mogelijk op universiteiten te lijken. Vroeger maakten universiteiten onderscheid tussen kleine en grote vakgebieden, respectievelijk lectoraten en hoogleraren, maar die lectoraten zijn inmiddels opgeheven. U raadt het al, tegenwoordig hebben hogescholen allerlei lectoraten en de functie van leerstoelhouder heet lector.

Het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim heeft een bijzonder aardig boek/boekje gemaakt met als titel Goed bestuur in MKB familiebedrijven. Het fysieke exemplaar heeft een klein en handzaam pocketformaat met ongeveer 130 bladzijden en is ook digitaal beschikbaar.[i] Ik denk de lezer van deze column een plezier te doen door aan dit boekje aandacht te besteden.

Voordat u, lezer, het boekje gaat bestellen of er digitaal in gaat kijken, even een paar dingen vooraf. Het is geschreven onder meer op basis van tussen de tien en twintig casestudies, uitgevoerd in de jaren 2011-2013. Is het dan niet verouderd? Ik denk het niet. Omdat er nog steeds veel vraag naar was, is inmiddels de tweede druk verschenen. Ik kan hier en daar wel wat kritische kanttekeningen plaatsen, zoals dat er vrijwel steeds “eigenaren” wordt geschreven waar eigenlijk aandeelhouders moet staan en consequent “industrie” wordt gebezigd als bedrijfstak (Engels: industry) wordt bedoeld, maar dat is niet erg met het oog op het doel waarvoor ik het u wil  aanbevelen.

Hebt u zelf een familiebedrijf of zijn er leveranciers of afnemers in familieverband en zou u zich eens willen oriënteren op de organisatie van de besluitvorming in zo’n familiebedrijf, dan is dit boekje een aanrader. U wordt op een begrijpelijke manier ingeleid in veel voorkomende kenmerken van de governance van die bedrijven zoals het familiestatuut en de Raad van Advies. U gaat hopelijk zelf tot de conclusie komen dat het heel raar is als de oprichter na zijn of haar terugtreden voorzitter van de Raad van Commissarissen wordt, terwijl het anderzijds waarschijnlijk juist heel verstandig is om voor hem of haar een plaats in te ruimen in de Raad van Advies.

Het laten opgaan van een Raad van Advies in een Stichting Administratiekantoor, in de wandeling: STAK, kan een wel doordachte handige manoeuvre zijn. In een STAK worden aandelen ondergebracht waar tegen certificaten worden uitgegeven, die recht geven op dividend en geen stemrecht maar slechts spreekrecht hebben op de vergadering van aandeelhouders. De adviseurs kunnen zo sturing geven aan hoe er op die vergadering gestemd gaat worden. Eén van de geportretteerde ondernemingen heeft het voornemen de STAK om te vormen tot een Stichting Adviesraad en Administratiekantoor.

Het zijn niet alleen theoretische aanbevelingen die u in het boekje aantreft maar ook beschrijvingen van zoals vermeld meer dan een tiental bestaande en u misschien wel bekende familiebedrijven met openhartige gedachten en gevoelens van leidinggevenden over mogelijke verbetering van de eigen besluitvorming en de voorbereiding hierop. Terecht verwijst de ondertitel hier naar: “Ondernemers over hun overwegingen en keuzes”.

Ter afsluiting van deze column nog twee waardevolle toevoegingen.

Toen ik lang geleden dus voor het eerst min of meer van binnenuit iets hoorde over een familiebedrijf, dacht ik wel dat zo’n bedrijf iets bijzonders was maar niet zo heel veel zou voorkomen. Dat was een grote vergissing. Afhankelijk natuurlijk van hoe ruim je het begrip familiebedrijf definieert kan het zo maar om ruim 250.000 ondernemingen in Nederland gaan! Het merendeel behoort tot het MKB volgens dit boekje.

En dan nog dit. Achterin het boek staat: “Het proces naar een nieuw bestuursinstrument is (…) minstens zo belangrijk als het uiteindelijke instrument zelf”. Het nadenken bijvoorbeeld over wat er in een familiestatuut moet staan, de discussie hierover en de voorbereiding van het uiteindelijke besluit is minstens zo belangrijk als het hebben van zo’n statuut op zichzelf. Los van operationele kwesties worden betrokkenen gestimuleerd om op strategisch niveau na te denken over vragen als: wat is onze identiteit, welke doelen streven we na en wie willen we in de toekomst zijn?

Prof em. mr  Antoni Brack


[i] researchgate.net/publication/341705139_Goed_bestuur_in_MKB_familiebedrijven

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Prof. em mr Antoni Brack

Antoni Brack is emeritus hoogleraar Juridische aspecten van bedrijfskunde aan Universiteit Twente. Hij schreef onder meer het boek ‘Bedrijfsrecht op een bedrijfskundige manier’. Als ABC Antoni Brack Consulting richt hij zich in het bijzonder op vraagstukken van compliance & governance.
Lees meer van: Prof. em mr Antoni Brack