Zijn uw arbeidsmiddelen wel veilig?

Arbeidsmiddelen

Maar wat bedoelen we precies met ‘arbeidsmiddelen’? Als we kijken in hoofdstuk 7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit[1] wordt hier slechts de algemene benaming ‘arbeidsmiddelen’ gebruikt. We kunnen niet achterhalen wat er onder een arbeidsmiddel verstaan wordt. Om de exacte definitie van een arbeidsmiddel te kunnen achterhalen moeten we naar de originele tekst van de Richtlijn Arbeidsmiddelen 2009/104/EG.

Volgens artikel 2, lid a van deze richtlijn omvat de term ‘arbeidsmiddelen’ alle machines, apparaten, gereedschappen en installaties die op de werkvloer worden gebruikt. Om duidelijk te krijgen wie er verantwoordelijk is voor de veiligheid van de arbeidsmiddelen moeten we meenemen dat de Richtlijn Arbeidsmiddelen 2009/104/EG is gepubliceerd als een bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van de Europese Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989. Deze laatste EU richtlijn kennen we in Nederland als onze Arbeidsomstandighedenwetgeving. Hiermee is de naleving van en het voldoen aan de veiligheidseisen van hoofdstuk 7 de verantwoording van de werkgever. Kortom, het de verantwoordelijkheid van de werkgever is om ervoor te zorgen dat de arbeidsmiddelen die aan de werknemers ter beschikking worden gesteld zo veilig mogelijk zijn.

Speelt leeftijd een rol?

Voor arbeidsmiddelen hanteren we dus een hele brede definitie. Dus van het eenvoudigste stukje handgereedschap, tot de meest ingewikkelde productielijn. Let wel: hier wordt niet gesproken over oud of nieuw. Alleen over veiligheidseisen aan arbeidsmiddelen. De leeftijd van het arbeidsmiddel is dus niet relevant. Vertalen we dit dan naar het arbeidsmiddel ‘machine’ dan valt een nieuwe machine en een machine van 40 jaar oud onder deze regelgeving. Daar worden dezelfde eisen aan gesteld.

Oké, dit is niet helemaal waar. Want er staat in artikel 7.2. lid.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit dat ‘een arbeidsmiddel wordt vermoed te voldoen aan de veiligheidseisen van het besluit indien het, overeenkomstig de daarop van toepassing zijnde Warenwetbesluiten[2], is voorzien van een CE-markering, vergezeld wordt van een EG-verklaring van overeenstemming, en het arbeidsmiddel overeenkomstig de daarbij behorende gebruiksvoorschriften wordt gebruikt’. Dus van een nieuwe machine geleverd in conformiteit met de Machinerichtlijn, mag men het vermoeden hebben dat deze voldoet aan het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dus hiermee ligt de verantwoordelijkheid bij de werkgever om nieuwe machines aan te schaffen die volledig veilig zijn.

Wie is er verantwoordelijk?

Maar nu de problematische praktijk. Een werkgever koopt bij een fabrikant een nieuwe machine. Volgens de fabrikant is deze volledig in conformiteit met de Machinerichtlijn en eventuele andere van toepassing zijnde EU-richtlijnen. Hij levert hem met een CE-markering, een EG-Verklaring van Overeenstemming en een gebruiksaanwijzing. Echter blijkt later dat de machine helemaal niet voldoet en op een aantal punten zelfs onveilig is. Wie is daar nu verantwoordelijk voor?

Op basis van ons rechtvaardigheidsgevoel: de fabrikant. Hij moet worden aangesproken. Jammer genoeg zitten we dan mis. Op grond van het Arbeidsmiddelenbesluit is het namelijk de werkgever. Die heeft namelijk een onveilige machine ter beschikking gesteld. Hij had bij de afname van de machine moeten constateren dat de machine onveilig was en had de fabrikant daarop moeten aanspreken. “Ja maar, dat is oneerlijk! De controlerende instantie (Nederlandse Arbeidsinspectie) zou dan de fabrikant moeten aanspreken.” Helemaal mee eens. Zou eigenlijk ook inderdaad zo moeten gebeuren, maar in de praktijk zien we dat bij arbeidsongevallen met een onveilige, nieuwe machine bijna altijd de werkgever als eerste aangesproken wordt.

Dit is vooral gebaseerd op artikel 7.2. lid 2 waar staat dat de werkgever alleen maar een vermoeden hoeft te hebben dat de machine voldoet aan de veiligheidseisen van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Daarna volgt artikel 7.3. lid 1 waar staat: “Bij de keuze van de arbeidsmiddelen die de werkgever ter beschikking stelt, wordt rekening gehouden met de uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (…) gebleken specifieke kenmerken van de arbeid, met de omstandigheden waaronder deze wordt verricht, met de op de arbeidsplaats al bestaande gevaren en met de gevaren die daaraan zouden kunnen worden toegevoegd door het gebruik van de desbetreffende arbeidsmiddelen.” Oftewel: het Arbeidsomstandighedenbesluit gaat er vanuit dat er een RI&E heeft plaats gevonden. Voorafgaand aan de keuze voor een nieuw arbeidsmiddel.

Veilige afname

Als we dit vertalen naar de praktijk moet men bij de afname van nieuwe machines een veiligheid technische afname doen door middel van een RI&E of een risicoanalyse. Meestal gebeurt dit niet. Ik zie vaak dat werkgevers blindelings vertrouwen op de expertise en de betrouwbaarheid van de leverancier. Ze denken dat de machine direct veilig ingezet kan worden. Ik heb veel veiligheid technische SAT’s (Site Acceptance Tests) mogen uitvoeren. Jammer genoeg is mijn ervaring dat bij nieuwe machines er nogal eens wat (en soms zelfs veel) schort aan de veiligheid. Mijn rapport bevat veel punten die ze veiligheid technisch moeten verbeteren.

Bij een SAT controleren we ook de meegeleverde documenten zoals de EG-Verklaring van Overeenstemming, de E-schema’s en de gebruiksaanwijzing. Vaak vragen we ook nog om de PL berekening en de risicoanalyse. Wel in de wetenschap dat deze onderdeel zijn van het Technisch Dossier van de fabrikant. Hij is niet verplicht deze te leveren. Vaak geven we de gebruiker het advies om in het vervolg mee te nemen dat ze deze documenten ook aanvragen bij de fabrikant.

Maar wat zie jij dan zoal wat er mankeert aan die nieuwe machines? Om een aantal voorbeelden te noemen:

  • gebreken in het veiligheids- en noodstopcircuitnoodstopcircuits,
  • ontbrekende afschermingen over bewegende of draaiende delen,
  • afstanden achter lichtschermen die niet voldoen aan de geharmoniseerde EU-norm EN-ISO 13855,
  • te grote openingen in de omkasting van de machines,
  • geen Nederlandstalige bedieningsschermen,
  • het onvoldoende veilig kunnen stellen van de machine voor onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden,
  • etc. etc. ect.

Taaleis

Volgens de Machinerichtlijn 2006/42/EG moet de machine, bij levering in Nederland, vergezeld worden van een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing (Machinerichtlijn 2006/42/EG eis 1.7.4. van de Bijlage I) en een Nederlandstalige EG-Verklaring van Overeenstemming (Machinerichtlijn 2006/42/EG Bijlage II lid A). Vaak vinden buitenlandse fabrikanten dat ze wel kunnen volstaan met een Engels- of Duitstalige documenten. Misschien ook jouw ervaring? Wat doe je dan? Accepteren of reclameren? Je hebt op grond van de Machinerichtlijn 2006/42/EG het recht te reclameren. De fabrikant is verplicht zich ook te houden aan de “taaleis” van deze wetgeving. Ik reclameer altijd en eis dan ook de juiste documenten in de juiste taal.

En de rest

Tot zover over de nieuwe machines, want we hebben nog meer arbeidsmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan handgereedschappen, trappen en ladders. Wanneer zijn deze voor het laatst geïnspecteerd of gekeurd? Hoe is met de elektrische handgereedschappen? Wanneer hebben deze voor het laatst een NEN 3140 keuring gehad? Zo zou ik nog wel even door kunnen kan.

Maar hoe belangrijk dit ook is, hier wil ik vooral aandacht vragen voor de machnies die al veel langer in gebruik zijn. Dus zeg maar ‘bestaande arbeidsmiddelen’. We hebben in Nederland een omvangrijk machinepark dat al voor de eerste Machinerichtlijn 89/392/EEG (1 januari 1995, bijna 29 jaar geleden) in gebruik genomen is. Maar ook machines die ooit door de fabrikant in conformiteit met de Machinerichtlijn geleverd zijn en die in de loop van de jaren aangepast zijn. Of waar veiligheid technische roofbouw op gepleegd is. Bij een rondgang bij bedrijven kom je machines tegen zonder afschermkappen over draaiende of bewegende delen, niet functionerende noodstoppen, veiligheidsschakelaars bij deuren en luiken die overbrugd (of gemanipuleerd) zijn.

In de afgelopen ruim 30 jaar heb ik talloze lijvige rapporten op gesteld over gebreken bij ‘oude’ machines. Hier doen ze dan vervolgens weinig mee, helaas. Want ja, voor veiligheidsaanpassingen aan machines moet er een ruim budget ter beschikking zijn en dat is er niet altijd. Gelukkig waren er ook bedrijven die voortvarend aan de slag gingen, maar waar het veel tijd koste om alle veiligheidsaanpassingen uit te voeren.

Gebrek aan kennis

Nog steeds jeuken mijn handen om aan de slag te gaan, wanneer ik bij bedrijven rondloop. De eerder genoemde gebreken zie ik nog steeds veel terug. Dit brengt mij bij de vraag of het onwil is om met de technische veiligheid van arbeidsmiddelen aan de slag te gaan. Of is er misschien een andere oorzaak? Ik denk dat het vooral te maken heeft met het gebrek aan kennis om de veiligheidsgebreken te kunnen onderkennen. Plus het niet hebben van de juiste prioriteiten. De meeste ondernemingen hebben omzet en winstdoelstellingen die als prioriteit 1 gelden. Allerlei veiligheidsaanpassingen gaan natuurlijk ten koste van de winst. Want veel ondernemers zijn van mening dat veiligheid alleen maar geld kost en niets oplevert. Totdat men te maken krijgt men een ernstig bedrijfsongeval. Meestal moeten er dan, als het kalf al verdronken is, allerlei veiligheidsprojecten gaan plaatsvinden.

Toch wil ik nog even inzoomen op ‘te weinig kennis’. Tijdens een training Machineveiligheid die ik laatst gaf was één van de deelnemers een hogere veiligheidskundige die werkzaam is bij een grote onderneming. Tijdens en na de training gaf hij aan dat hij in de 3 dagen training veel nieuwe dingen gehoord had die hem een andere kijk op machineveiligheid gegeven had. Hij was ook zo eerlijk om te zeggen dat hij te weinig technische achtergrond had om alles te begrijpen wat aan de orde gekomen was. Gelukkig begreep hij wel dat er allerlei mogelijke gevaren  bij een machine aanwezig kunnen zijn (zoals intrekgevaren, klemgevaren, meeneemgevaren, snijgevaren en elektrische gevaren). Hij had tijdens de training voldoende tools aangereikt gekregen om deze in toekomst te herkennen. Ook was hij zich er ter degen van bewust dat ze deze gevaren moeten gaan oplossen. Hij wil hiermee aan de slag te gaan.

En jij?

Zomaar een voorbeeld dat het hebben van voldoende kennis op dit vakgebied een absolute must is, voor zowel de veiligheidskundige als de betrokken technici. Want men moet gevaren bij in gebruik zijnde machines kunnen onderkennen en deze dan ook op een goede manier kunnen reduceren. En men moet bij aankoop van een nieuwe machine voldoende kennis hebben om ook een afdoende veiligheid technische inventarisatie (afname) uit te kunnen voeren.

Rest mij een simpele vraag: hoe staat het met jouw technische kennis wat betreft machineveiligheid?


[1] Hier is de Europese Richtlijnen Arbeidsmiddelen 2009/104/EG geïmplementeerd.

[2] Lees hier in het kader van dit artikel vooral de Machinerichtlijn 2006/42/EG

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Bert Stap

BertStap (IVOB)

Bert Stap is een oude rot op het gebied van veiligheid. Al bijna 30 jaar is hij werkzaam als consultant op het gebied van machine- en explosieveiligheid. De laatste 5 jaar is hij vooral actief als trainer voor zijn eigen bedrijf Interactieve Veiligheids Opleidingen Barneveld (IVOB). Hij vindt het heerlijk om zo zijn kennis door te geven aan een volgende generatie. Daarnaast schrijft hij graag. In verschillende vakbladen zijn in de loop der jaren van hem allerlei praktijk gerelateerde artikelen verschenen.
Lees meer van: BertStap (IVOB)

Algemeen - Uitgelicht

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.