SDG 9: nieuwe processen voor een duurzamere industrie

Duurzamere industrie Producenten buiten Europa

Nieuwe processen voor een duurzamere industrie, daarom draait het in SDG 9. Om radicale innovaties. Bij SABIC, BASF en Croda zijn de ogen gericht op elektrificatie, baanbrekende productiemethoden en groene grondstoffen. En op de overheid, die hierin ook een rol heeft te vervullen.

Als het aan de Europese Commissie ligt, leidt het verlagen van de CO2-uitstoot niet alleen tot een beter klimaat, maar ook tot een technologische voortrekkersrol voor Europa. Het vraagt radicale innovaties. “Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisatie en stimuleer innovatie”, het zijn tamelijk brede ambities die de VN in haar negende Sustainable Development Goal (SDG) stelt. Ambities die in veel landen zowel een inzet van het bedrijfsleven als van de overheid vergen. De balans daartussen blijkt in Nederland soms lastig te vinden.

Sturing ontbreekt

Na eeuwen van bijgestuurde regelgevingen, sturen nog lang niet alle prikkels de goede kant op. Zo is elektriciteit voor veel bedrijven zo goedkoop dat het vaak nauwelijks loont om veel te investeren in de energie-efficiëntere productie waar beleidsmakers zo op wijzen. De Goudse vestiging van Croda bijvoorbeeld stelt zijn dak gratis ter beschikking aan de buren, die er zonnepanelen op leggen om hun huizen te voorzien van groene energie. Voor het reduceren van zijn eigen voetafdruk ziet het bedrijf meer in overschakeling op een geheel nieuw procedé, dat veel minder energie vergt dan de huidige processen. Een procedé dat stoffen maakt zoals de natuur dat doet: met enzymatische processen, op lage temperaturen. BASF wil deels blijven werken met de vertrouwde basischemicaliën, maar zoekt manieren om die op geheel nieuwe wijze te produceren.

Wie de vertrouwde processen wil blijven uitvoeren, maar dat wil doen met hernieuwbare energie, loopt vaak tegen de grenzen van het huidige elektriciteitsnetwerk aan. Het is niet ontworpen voor pieken in wind- en zonne-energie, batterijen volstaan vaak niet voor industriële toepassingen en het aanbod aan lokaal groen waterstof is nog beperkt. Tot duidelijk wordt welke rol de overheid hierin zal nemen, stellen veel bedrijven beslissingen uit.

Ook hergebruik van warmte wordt nog niet optimaal benut. Totdat de restwarmte van de buren efficiënt opgewaardeerd kan worden tot de juiste temperatuur, kan het maar beperkt ingezet worden. Voor de tomatenteelt is de restwarmte vaak prima te gebruiken, maar voor het smelten van staal of het aanjagen van een stoomturbine is het veel te koud. In Antwerpen zet Borealis een fabriek neer die dat euvel moet verhelpen: restwarmte van lage temperatuur wordt er opgewerkt tot een bruikbare hitte.

Inhaalslag

Wat de VN betreft, gaat het allemaal nog veel te langzaam. Hoewel het percentage onderzoekers en het aandeel investeringen in onderzoek en ontwikkeling de afgelopen jaren toenamen, bleven ze achter bij de doelstellingen. De onderzoeksteams zijn nog lang niet inclusief genoeg en hun werk levert nog niet voldoende resultaten, constateerde de secretaris-generaal afgelopen april in zijn rapport ‘Progress towards the Sustainable Development Goals’.

Door tarievenoorlogen en handelsspanningen was de wereldwijde groei van de productie-industrie al voor corona afgenomen, zo analyseert de VN. Na drie stabiele jaren nam de CO2-uitstoot uit verbrandingsmotoren na 2017 weer toe, doordat de economie zich herstelde terwijl de benodigde efficiëntieverbeteringen uitbleven. Willen we er post-corona beter uit komen, dan moeten we nu alles aanwenden voor een inhaalslag.

Bron: VNCI

Lees ook:

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie