Onderhands akkoord en dan homologatie?

Homologatie

In het voorjaar van 2022 zijn er voorspellingen dat het aantal faillissementen van bedrijven snel zal toenemen. De hiervoor aangevoerde reden is dat de financiële covid-ondersteuning ook ten goede is gekomen aan niet meer zo gezonde bedrijven. Hun voortbestaan wordt gerekt maar niet gered. Ondernemers lopen binnenkort naar verwachting een grotere kans geconfronteerd te worden met financiële problemen, misschien niet van het eigen bedrijf maar bijvoorbeeld van toeleveranciers of afnemers. Het lijkt daarom een goed idee even stil te staan bij juridische alternatieven in gevallen van betalingsonmacht.

Ooit is surséance bedoeld als een instrument om een faillissement te voorkomen. Uitstel van betaling, zo was de gedachte, geeft een ruime adempauze om de zaken weer financieel op een rij te krijgen. In de praktijk heeft het zo niet gewerkt, vooral omdat het uitstel alleen concurrente vorderingen betrof. De uitzonderingen, zoals preferente vorderingen en belastingschulden, veroorzaken dat surséance een voorportaal voor een bankroet is en niet effectief. En wordt dus meestal overgeslagen.

De praktijk van de insolventiespecialisten is niet voor één gat te vangen; er werd een vluchtroute bedacht: de turboliquidatie. Deze creatieve juridische truc maakt gebruik van een al langer bestaand artikel in het Burgerlijk Wetboek (BW boek 2) dat inhoudt dat indien een rechtspersoon op het moment van zijn ontbinding geen baten (activa) meer heeft, hij ophoudt te bestaan. Turboliquidatie houdt in dat bijvoorbeeld een besloten vennootschap alle activa te gelde maakt en met de opbrengst zo veel mogelijk schulden voldoet. Daarna neemt het bestuur/de directie het besluit de rechtspersoon volgens de statuten te onbinden. Er zijn geen baten meer bij de ontbinding, dus kan de rechtspersoon worden uitgeschreven uit het handelsregister. Een informele manier van geslaagde stervensbegeleiding.

Er zijn juridische maatregelen denkbaar om misbruik te bestrijden, maar dit nu even terzijde. Omdat men verwachtte dat in de nasleep van corona van deze methode veel misbruik zou worden gemaakt – op grond waarvan is overigens onduidelijk – is vorig jaar een voorontwerp gemaakt van een “Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie”. De bedoeling is om benadeelde schuldeisers meer mogelijkheden te geven om te reageren op misbruik. Er is nog steeds geen wetsontwerp ingediend …

De hier als meest actueel te bespreken variant is wat officieel heet: de homologatie van een onderhands akkoord. Deze wet (WHOA) bestaat nu ruim een jaar en de eerste commentaren en ervaringen zijn zeer positief, zo niet bijna juichend. De verwachting was dat grote bedrijven er gebruik van zouden maken, maar gebleken is dat het vooral MKB-ondernemingen zijn.

Deze methode is formeler dan de turboliquidatie omdat er bescherming van belangen en controle is, maar informeler en sneller dan surséance en faillissement. Het kost wel wat, zoals juridische bijstand en mogelijk ook griffierecht, maar geeft meer zekerheid dan de turboliquidatie. Het bedrijf in financiële problemen stelt zelf (“onderhands”) een betalingsvoorstel aan de verschillende schuldeisers op. Stemmen alle crediteuren in dan is er meteen overeenstemming (“akkoord”). Zijn er tegenstanders dan kan het voorstel ter beoordeling aan de rechter worden voorgelegd. Bij een “homologatie” (bevestiging, bekrachtiging) is het voorstel bindend, ook voor de tegenstanders. De schuldenaar is van alle schulden af. Op KvK.nl is een uitgebreid stappenplan te vinden.

Zit je in het kamp van de schuldeisers dan kun je een voorstel krijgen van de relatie die een akkoord aan het voorbereiden is. Over dit voorstel kun je je natuurlijk laten adviseren. Ben je zelf de schuldenaar die het opstellen van een onderhands akkoord overweegt, laat je dan bijstaan door een insolventiespecialist. In dit kader doemt de term herstructureringsdeskundige op. Dit is een advocaat of andere jurist die ervaring heeft als curator of bewindvoerder. Je mag aannemen dat accountants- en administratiekantoren over geschikte contacten beschikken.

Tenslotte nog dit. In het Nederlands Juristenblad (NJB) is onlangs een heel interessante vergelijking gemaakt tussen de schuldsanering van bedrijven (WHOA) en de schuldsanering voor natuurlijke personen (WSNP). Die vergelijking valt nogal in het nadeel uit voor de schuldsanering van mensen (natuurlijke personen) die “zoveel hardvochtiger” wordt genoemd.[1] Drie jaar leven op het bestaansminimum!

Het zou goed zijn als de gunstige ervaringen met de WHOA tot een modernisering van de WSNP kan leiden. Het verschil tussen bedrijven en mensen is bij enig nader inzien soms niet zo groot. Denk aan ZZP-ers en Flexwerkers.

Auteur: Prof. em mr Antoni Brack

[1] NJB 13-5-2022 pp 1369-1371

Lees ook:

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Avatar foto

Prof. em mr Antoni Brack

Antoni Brack is emeritus hoogleraar Juridische aspecten van bedrijfskunde aan Universiteit Twente. Hij schreef onder meer het boek ‘Bedrijfsrecht op een bedrijfskundige manier’. Als ABC Antoni Brack Consulting richt hij zich in het bijzonder op vraagstukken van compliance & governance.
Lees meer van: Prof. em mr Antoni Brack