Door: redactie - 30 oktober 2025 |
 
Het Nationaal Seveso Congres is uitgegroeid tot een jaarlijkse kennis- en netwerkplatform waar overheid en industrie samenkomen rondom veiligheidsvraagstukken in risicovolle industrieën. Op 18 november vindt de 11e editie van dit congres in Utrecht plaats. De bijeenkomst richt zich op professionals van Seveso-bedrijven – bedrijven die onder de Europese Seveso-richtlijn vallen vanwege grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen – en op toezichthouders en beleidsmakers die met deze industrie te maken hebben. Denk aan HSE-managers, veiligheidsdeskundigen, omgevingsdiensten en inspecteurs. Voor deze brede doelgroep is het congres een platform om actuele thema’s en beleidsontwikkelingen in het Seveso-domein te bespreken.
In het dagvullende programma belichten experts de meest urgente ontwikkelingen op het gebied van industriële veiligheid. De context is uitdagend: in 2024 is de nieuwe Omgevingswet in werking getreden, waarbij de Seveso-regelgeving is geïntegreerd in nieuwe wet- en regelgeving. Bovendien worstelt de industrie met de energietransitie, geopolitieke onzekerheden en maatschappelijke druk op veiligheids- en milieuprestaties. Het congresthema “Veiligheid onder druk, keuzes onder spanning” weerspiegelt die delicate balans tussen veiligheid, gezondheid en zakelijke belangen.
De dag start met een plenaire presentatie over de nieuwe inspectiethema’s voor 2025 en 2026, verzorgd door Manon Baurdoux (Vopak) en Jan Willem Strebus (Omgevingsdienst Twente). Hierin delen zij de drie scherpste toezichtprioriteiten voor de komende twee jaar en wat die betekenen voor bedrijven. Zo wordt ingezoomd op scenario’s als grootschalige black-outs (stroomuitval) en op digitaliseringsrisico’s. Met de komst van de Europese NIS2-richtlijn voor cyberbeveiliging is extra aandacht ontstaan voor de digitale weerbaarheid van productie-installaties. Immers, een cyberincident of IT-storing bij een Seveso-bedrijf kan immers grote veiligheidsgevolgen hebben.
Baurdoux en Strebus bespreken ook wat dit in de praktijk betekent: welke maatregelen sorteren effect en welke bieden vooral schijnveiligheid? Cases uit de praktijk laten zien waar ketenverantwoordelijkheid tekortschiet of juist helpt om risico’s beter te beheersen.
Deze focus op nieuwe risico’s sluit ook aan bij ontwikkelingen in het overheidstoezicht. Sinds 2022 hanteren de inspectiediensten een uniforme landelijke inspectiemethodiek – de Landelijke Benadering Risicobedrijven (LBR) – om Seveso-inrichtingen te beoordelen. Daarbij wordt gekeken naar de staat en stand der techniek, het veiligheidsbeheerssysteem en de veiligheidscultuur binnen bedrijven. Het onlangs verschenen Seveso+ Jaarverslag 2024 laat zien dat deze aanpak zijn waarde heeft, maar ook nieuwe aandachtspunten oplevert.
Zo zijn in 2024 de totale aantal overtredingen bij Seveso-bedrijven met 8% gestegen ten opzichte van voorgaande jaren, vooral in de zwaardere categorie overtredingen. De toezichthouders willen deze trend monitoren en waar nodig bijsturen. Veel bedrijven hebben moeite hun installaties up-to-date te houden: inspecteurs treffen regelmatig verouderde technische installaties aan die niet voldoen aan de huidige veiligheidsinzichten. Deze veroudering in de industrie – gecombineerd met de energietransitie – dwingt bedrijven om fors te investeren in veilige en moderne processen.
Met de nieuwe inspectiethema’s willen toezichthouders inspelen op veranderende risico’s. Bedrijven worden opgeroepen alert te blijven op nieuwe dreigingen – van cyberaanvallen tot systeemuitval – en daar tijdig maatregelen voor te treffen. Maar naleving blijft uiteindelijk wél de verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf, en niet alle bedrijven slagen daar even goed in. Wil je daar meer over te weet komen, dan is een bezoek aan dit congres een absolute aanrader.
In de middag verschuift de aandacht naar crisismanagement met de lezing “Van batterijbrand tot burgemeestersbesluit: wat bedrijven moeten weten over crisisstructuren en bestuurlijke besluitvorming.” Crisisexpert Ron de Groot neemt de deelnemers mee in de praktijk van een industrieel incident dat uitgroeit tot een gemeentegrens overstijgende crisis.
Als casus dient de batterijbrand bij Stella Fietsen in Nunspeet in 2018, waar tientallen lithium-ion-accu’s in brand vlogen. De brand was zo ernstig dat de hulpdiensten moesten opschalen en de burgemeester bijzondere besluiten moest nemen, zoals evacuaties en waarschuwingen aan de omgeving. Het incident legde bloot dat er destijds nauwelijks landelijke richtlijnen bestonden voor de veilige opslag van lithium-accu’s.
De Groot gebruikt deze case om te laten zien hoe bij een zware brand technische problemen, communicatie-uitdagingen en bestuurlijke verantwoordelijkheden door elkaar gaan lopen. Wie neemt de leiding als de ramp zich voltrekt? Hij legt uit hoe de crisisorganisatie in Nederland is opgebouwd: van het Commando Plaats Incident (CoPI) en het Regionaal Operationeel Team (ROT), tot de rol van de burgemeester als opperbevelhebber in het rampgebied.
Een van de persoonlijkere bijdragen komt van Jan Willem Strebus, directeur van Omgevingsdienst Twente, met zijn keynote “Na de klap: 25 jaar later. Persoonlijke lessen uit de vuurwerkramp.”
Strebus was als milieuambtenaar betrokken bij de afwikkeling van de vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000, waarbij een woonwijk werd verwoest. Er vielen 23 doden en bijna duizend gewonden. Hij beschrijft hoe de eerste uren na de explosie werden gekenmerkt door bestuurlijke chaos en verwarring over mandaten en bevoegdheden.
Veiligheid is een keteninspanning: als één schakel faalt, zoals gebrekkige certificering of toezicht, kunnen regels alleen niet voorkomen dat het misgaat. De ramp liet zien dat naast regelgeving ook een intrinsiek veiligheidsbewustzijn nodig is bij bedrijven en overheden.
De sessie “Industrie onder druk: wat geopolitiek en economie betekenen voor veiligheid, toezicht en investeringsruimte binnen Seveso-bedrijven” wordt geleid door energie-expert dr. Coby van der Linde (Clingendael) en Margit Blok (VTTI). Zij plaatsen de Nederlandse procesindustrie in een internationaal perspectief.
De huidige geopolitieke spanningen en hoge energieprijzen zetten druk op investeringen in veiligheid. Bedrijven balanceren tussen winstdruk, energiekosten en de noodzaak tot onderhoud. Uit het jaarverslag blijkt dat juist onderhoud en naleving onder druk komen te staan: inspecteurs signaleren vaker verouderde apparatuur en achterstallig onderhoud.
Van der Linde en Blok vergelijken de Nederlandse situatie met omringende landen. Ze bespreken hoe strengere veiligheids- en klimaatregels de concurrentiepositie kunnen beïnvloeden en hoe bedrijven daarmee omgaan.
Een ander hoofdthema is de energietransitie en de gevolgen daarvan voor industriële veiligheid. In de lezing “Energietransitie: veilige integratie van waterstof & ammoniak bij Seveso – praktijk, infrastructuur & regelgeving” bespreken Victor van Ahee en Wim Derksen hoe nieuwe energiedragers worden geïntegreerd in de industrie.
Waterstof en ammoniak bieden kansen als schone energiedragers, maar brengen ook grote risico’s met zich mee: waterstof is uiterst brandbaar en ammoniak giftig. De sprekers gaan in op de technische, juridische en organisatorische uitdagingen bij het veilig toepassen van deze stoffen in bestaande installaties. Het Seveso+ Jaarverslag laat zien dat toezichthouders hier actief op voorsorteren. Er worden inspectiegidsen ontwikkeld om inspecteurs te helpen beoordelen of bedrijven veilig omgaan met nieuwe energievormen.
Een actueel onderwerp is burgerparticipatie onder de Omgevingswet. Die wet verplicht bedrijven om de omgeving vroegtijdig te betrekken bij plannen voor nieuwe installaties of wijzigingen. In theorie leidt dat tot meer draagvlak, maar in de praktijk blijkt het vaak ingewikkeld.
In de lezing “Participatie onder de Omgevingswet – realiteit of recept voor frustratie?” delen Cor Schaatsbergen en Peter de Waard hun ervaringen. Ze leggen uit hoe gemeenten participatie eisen als onderdeel van vergunningaanvragen en geven bedrijven praktische handvatten om daar effectief mee om te gaan.
Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt duidelijk hoe bestuurders, bedrijven en omwonenden elkaar soms vinden – maar ook hoe snel een proces kan vastlopen. Als bewoners zich niet gehoord voelen of bedrijven participatie als formaliteit zien, verdwijnt het vertrouwen.
De afsluitende sessie draait om HSE-excellentie: hoe bereiken sommige organisaties een uitzonderlijk hoog veiligheidsniveau, en wat kunnen anderen daarvan leren?
In “Excellentie in HSE: strategieën voor succesvol Seveso management – leren van de koplopers en de klimmers” delen Christiaan van Haften, Wilfred Blaauw en Erwin Schouwenaars hun ervaringen. Ze vertegenwoordigen zowel bedrijven die al jaren zonder overtredingen opereren als organisaties die merkbare verbeterstappen zetten.
Het Nationaal Seveso Congres 2025 belooft een dag van inhoud en dialoog te worden, waar praktijkervaringen, beleidsontwikkelingen en toekomstuitdagingen samenkomen. Een rode draad is dat veiligheid voortdurend onder druk staat – economisch, technologisch en maatschappelijk – en dat samenwerking tussen overheid en industrie onmisbaar blijft. Het Seveso+ Jaarverslag 2024 toont vooruitgang, maar ook dat verbeteringen nodig blijven, vooral bij bedrijven die nog worstelen met naleving en onderhoud.
Het congres biedt een podium waar beleidsmakers, toezichthouders en bedrijven elkaar ontmoeten en open het gesprek aangaan. Uiteindelijk delen alle partijen hetzelfde doel: een veilige, toekomstbestendige industrie in Nederland, waarin leren en verbeteren de norm zijn. Meer informatie over dit congres.