Door: Redactie - 12 juli 2022 |
Als organisatie word je steeds meer afgerekend op duurzaamheid en groene ambities. De consument houdt steeds vaker rekening met de footprint van een bedrijf en zijn inspanningen om die te verkleinen. Daarnaast worden organisaties gedwongen stappen te zetten vanwege de naderende Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Kijken we naar de ICT-omgeving, dan is er veel winst te behalen. Stel jezelf bijvoorbeeld de vraag of de energie die je verbruikt in serverparken en datacentra wel efficiënt besteed wordt.
De meeste organisaties hebben in hun strategie en beleid de ambitie uitgesproken binnen een bepaalde termijn energieneutraal te willen zijn. Doorgaans zie je dat zij op vier gebieden hun CO2-footprint willen terugdringen. In de eerste plaats is dat in hun mobiliteitsplan. Zeker na Covid-19 werken steeds meer medewerkers vanuit huis en zijn de verkeersbewegingen sowieso afgenomen. Daarnaast zien we dat de leasewagen als statussymbool heeft afgedaan en dat vooral jongere generaties openstaan voor andere oplossingen voor woon-werkverkeer. Het openbaar vervoer of een e-bike zijn echt in opmars. Lange vluchten met wereldwijde salesteams behoren eveneens steeds vaker tot het verleden. Als organisatie kun je hierop sturen, niet door gewoon een eenzijdig besluit te nemen (geen vluchten en geen leaseauto’s die op fossiele brandstoffen rijden meer) maar door medewerkers voor te spiegelen wat hun winst in productiviteit is door een meeting met een videoverbinding te organiseren. Investeer dan wel in goede apparatuur.
De grootste corporate klap kun je maken op het gebied van energie, zeker nu de energieprijzen omhoog zijn geschoten. Ben je eigenaar van een kantoor- of bedrijfspand, dan kun je zonnepanelen op je dak laten leggen en heb je direct een goede impact op je footprint. Maar de meeste organisaties huren hun bedrijfsruimtes en dan kan alleen de verhuurder de zonne-energie op zijn groene balans schrijven. In dit geval moet je op een andere manier winst boeken met energie.
Weet dan dat de tijd dat we uitgingen van ‘always on’ achter ons ligt. Kantoren zijn steeds vaker uitgerust met sensoren, zodat de lampen uitgaan op het moment dat er ergens een tijd lang geen beweging is waargenomen. We kunnen software installeren die ervoor zorgt dat beeldschermen op stand-by springen en een energie efficiënte modus hanteren. En zo moeten we feitelijk naar het complete IT-landschap kijken. Stel je als organisatie de vraag: moeten we echt alles realtime kunnen doen? Hebben we echt 24/7 data en applicaties nodig? Is het echt nodig om een reeks databases met terabytes aan verouderde data op een server te laten staan? Met andere woorden: hebben we niet te veel opslagcapaciteit gebruikt en verbruiken we niet te veel stroom om al die servers in de lucht te houden en te koelen?
Begin dan ook met het in kaart brengen van die IT-gerelateerde footprint. Hoe ziet je applicatielandschap eruit? Draaien ze on premise of kunnen ze vanuit energieperspectief niet beter naar de cloud omdat servers verouderd blijken te zijn? Een cloud service provider is beter in staat een datacenter energie-efficiënter in te richten dan jij als afzonderlijke organisatie. En wanneer je dan toch om de tafel gaat met je leverancier van datacenter-diensten, vraag dan eens naar de groene ambities van deze partner. In hoeverre maakt een datacenter al gebruik van groene stroom en wat doet die partij met de restwarmte? En wanneer de stappen naar duurzaamheid achterblijven, aarzel dan niet om dit bespreekbaar te maken. Duurzaamheid houdt niet op bij de slagboom naar je kantoor. Groene ambities zijn ketenoverstijgend en daar kun je je ketenpartners, en zeker ook de IT-partners, op aanspreken.
Auteur: Jorick Bots, Management Consultant en MVO Officer bij ilionx.
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.