Door: redactie - 30 januari 2025 |
Europese fabrieken, met name in de chemische industrie, staan onder toenemende druk door de opkomst van goedkopere leveranciers buiten de EU. De productiecapaciteit neemt in hoog tempo af, wat leidt tot sluitingen en banenverlies. In de afgelopen twee jaar is er al 11 miljoen ton aan productiecapaciteit verdwenen, waaronder in de Rotterdamse haven. Dit verlies is een direct gevolg van hoge kosten en concurrentie uit goedkopere productielanden.
De situatie dwingt steeds meer Europese fabrieken tot ingrijpende maatregelen. Volgens het rapport Concurrentievermogen van de Europese chemische industrie hebben 21 fabrieken hun activiteiten aangepast of deels gestaakt. De productiekosten, met name voor energie-intensieve productieprocessen zoals ammoniakproductie, zijn sinds 2022 sterk gestegen. Deze stijging heeft geleid tot drastische kostenbesparingen, wat resulteert in het verdwijnen van 1,5 miljoen ton productiecapaciteit dit jaar.
Verschillende bedrijven in de chemische industrie hebben al maatregelen genomen door locaties te sluiten of werknemers te ontslaan. Zo heeft Indorama, een groot chemisch concern uit Bangkok, begin 2024 honderden banen geschrapt door de sluiting van zijn fabriek in Europoort. Ook oliehandelaar Gunvor heeft aangekondigd dat het vanwege dalende marges en structurele nadelen de productie van motorbrandstoffen in Europa wil stopzetten.
De trend van afbouw in de sector is zorgwekkend. Verschillende belangenorganisaties, zoals Vemobin en Deltalinqs, signaleren dat chemiebedrijven steeds minder bereid zijn om te investeren. De ondernemersvereniging van de Rotterdamse haven heeft inmiddels de alarmbel geluid en roept de overheid op om steunmaatregelen te treffen. Zonder ingrijpen vrezen zij verdere afkalving van de productie en verlies van duizenden banen.
Een van de grootste uitdagingen waar fabrieken in Europa mee kampen, zijn de hoge energiekosten. De Nederlandse chemische industrie heeft te maken met energiekosten die drie keer hoger liggen dan in Duitsland en vier keer hoger dan in Frankrijk. Dit zet Europese fabrieken op een achterstand ten opzichte van concurrenten in landen met goedkopere energie.
Volgens Marco Mensink, directeur van de Europese chemiekoepel Cefic, is een verlaging van energiekosten een dringende noodzaak. Zonder overheidssteun zullen veel Europese fabrieken niet meer concurrerend kunnen blijven en dreigen verdere sluitingen. De industrie heeft daarom een dringend beroep gedaan op de Europese Commissie om maatregelen te nemen om deze kosten te verlagen.
Naast de torenhoge energiekosten worden fabrieken in Europa ook geconfronteerd met complexe regelgeving en een gebrek aan investeringsprikkels. Dit belemmert innovatie en concurrentievermogen. Bedrijven benadrukken dat zij bereid zijn te concurreren met fabrieken buiten Europa, maar dan wel onder eerlijke voorwaarden. Op dit moment ervaren zij echter een ongelijk speelveld door de strikte Europese regelgeving en hoge lasten.
Het gebrek aan een eenduidige aanpak vanuit de overheid zorgt ervoor dat bedrijven steeds vaker overwegen om hun productie te verplaatsen naar regio’s met gunstigere voorwaarden. Dit vergroot niet alleen de afhankelijkheid van import, maar bedreigt ook de stabiliteit van de Europese industrie.
Naast kostenproblematiek vormt de beschikbaarheid van grondstoffen een toenemende zorg voor fabrieken in Europa. De toegang tot essentiële materialen, zoals chemische basisgrondstoffen, komt steeds vaker onder druk te staan door geopolitieke spanningen en exportbeperkingen. Marco Mensink waarschuwt dat zonder een adequate strategie om deze grondstoffen veilig te stellen, Europese fabrieken niet in staat zullen zijn te concurreren met andere regio’s.
De Europese Commissie wordt opgeroepen om beleid te ontwikkelen dat zorgt voor een stabiele aanvoer van grondstoffen. Zonder deze zekerheid lopen fabrieken het risico op langdurige productieverstoringen, wat de hele keten kan beïnvloeden.
Ondanks de uitdagingen blijft de industrie hoopvol. Fabrieken en brancheorganisaties pleiten voor concrete maatregelen vanuit de overheid om investeringen te stimuleren en regelgeving te vereenvoudigen. Initiatieven zoals de Clean Industrial Deal, een Europees steunpakket dat binnen honderd dagen werd aangekondigd, moeten uitkomst bieden.
Tegelijkertijd werken fabrieken aan het optimaliseren van hun productieprocessen om concurrerend te blijven. Innovaties op het gebied van energie-efficiëntie en circulaire productie kunnen een belangrijke rol spelen in het waarborgen van de toekomst van de sector. Het is echter duidelijk dat zonder overheidssteun en een gelijk speelveld, Europese fabrieken zullen blijven worstelen met de internationale concurrentie.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.