Door: Redactie - 24 augustus 2023 |
De hedendaagse bewegingen binnen de chipindustrie, van Taiwanese investeringen in Duitse fabrieken tot Amerikaanse beperkingen op techinvesteringen in China, wijzen op een groeiende trend van deglobalisering. Wat dit betekent voor de wereld van de engineering?
In de nadagen van de Koude Oorlog, enkele maanden voor de val van de Berlijnse Muur, kondigde het Zentrum Mikroelektronik Dresden in Oost-Duitsland de lancering van hun eerste microchip aan. Deze chip, hoewel technisch inferieur aan westerse tegenhangers, symboliseerde het streven van het Oostblok om technologische onafhankelijkheid te bereiken ondanks westerse embargos.
Decennia later staat dit verhaal weer voorop. Waarom? TSMC bouwt een fabriek in Dresden. De Duitse overheid en partners zoals Bosch, Infineon en NXP investeren daarbij. Daardoor lijkt Dresden weer een chipcentrum te worden. Men noemt het ‘Silicon Saxony’.
Terwijl in de tijd van de Koude Oorlog de rivaliteit tussen Oost en West de investeringen in technologie aanjoeg, spelen nu de groeiende spanningen tussen het Westen en China een sleutelrol in de beweging naar deglobalisering. Met TSMC dat meer dan de helft van ‘s werelds chips levert, wordt een mogelijke Chinese blokkade van Taiwan gezien als een groot geopolitiek risico voor westerse economieën.
Duitsland, met zijn ambitie om zijn auto-industrie te digitaliseren en elektrificeren, staat in het bijzonder onder druk. Het land is zich terdege bewust van het potentiële risico van overmatige afhankelijkheid van buitenlandse chips, vooral gezien de groeiende Aziatische en Amerikaanse concurrentie.
Gedreven door zowel economische als nationale veiligheidsbelangen, zijn overheden wereldwijd steeds meer bereid om industriële productie binnen hun eigen grenzen te verankeren. Dit wordt niet alleen aangetoond door TSMC’s uitbreiding in Duitsland, maar ook door hun nieuwe fabrieken in Arizona en Japan. De Amerikaanse president Joe Biden heeft hierbij een voortrekkersrol gespeeld, met omvangrijke steunpakketten voor de chipindustrie.
Staatsinterventionisme neemt toe. Veel mensen zien dit als reactie. Vooral op het staatskapitalisme in landen zoals China. Als reactie hierop heeft ook de Europese Unie actie ondernomen met de European Chips Act en de Net-Zero Industry Act.
Deze trend naar deglobalisering heeft zowel winnaars als verliezers gecreëerd. Grote bedrijven met toegang tot overheidsfinanciering profiteren ongetwijfeld, terwijl kleinere bedrijven, vooral in landen zonder diepe zakken, mogelijk achterblijven.
Daarnaast zijn er geopolitieke implicaties, zoals de recente beweging van China om exportlicenties voor essentiële chipgrondstoffen zoals gallium en germanium verplicht te stellen. Dit signaalwoordt de toenemende spanningen en de noodzaak voor landen om hun supply chains te diversifiëren en te beveiligen.
De dynamiek verandert snel. Toch blijft één ding zeker. Er is een “wedloop met de tijd”, aldus Erich Honecker. Deze race draait nu om lokale sleuteltechnologieën. Voor engineers en technische professionals is dit belangrijk. Ze moeten zich aanpassen. Waarom? Deglobalisering wordt de norm.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.