De-globalisering onderdeel van vernieuwd Nederlands industriebeleid

Industriepolitiek Kamerbrief

Sluipenderwijs wordt door de EU en op landelijk niveau opnieuw een industriepolitiek geïntroduceerd, zoals ook aangegeven in NRC van 1 april 2022 “Nederlands ‘nee’ tegen industriepolitiek kan niet meer” door Luuk van Middelaar en Monika Sie Dhian Ho. Op 8 juli 2022 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat (mede namens nog een paar ministers) bij brief aan de Tweede Kamer zijn visie op het te voeren industriebeleid bekend gemaakt. Uit het gestelde op pagina 5 volgt dat we in Nederland minder afhankelijk moeten worden van andere productielanden. Over deze industriebrief meldde op 8 juli 2022 het FD het een en ander en Willem de Vries schreef naar aanleiding daarvan een blog over op LinkedIn. Na een halve eeuw staat de Nederlandse industrie weer op de agenda in politiek Den Haag. En daar is ook alle reden toe.

Corona heeft het vrije verkeer van mensen, goederen en diensten belemmerd en dit kan zomaar weer gebeuren gezien het feit dat COVID-19 nog lang niet ingedamd is. Zo konden we tijdens de eerste lockdown bijvoorbeeld maar moeilijk aan mondkapjes en sommige medicijnen komen.

Ook de spanningen op het geopolitieke toneel zijn nog lang niet ingedamd. Door de inval van Rusland in Oekraïne is de afhankelijkheid binnen de Europese Unie van Russisch gas als probleem manifest geworden. Deze afhankelijkheid wordt en moet ook worden teruggebracht.

De perikelen tussen China en de VS laaien op en leiden op hun beurt ook in Europa tot moeilijkheden met betrekking tot grondstoffen, technologie en afzetmarkten.

Industriepolitiek versus eigen initiatief

Het zou onaanvaardbaar zijn als bij de beademingsapparatuur van Philips één klein, maar essentieel onderdeel ontbreekt waardoor de eindklant te maken krijgt met ademnood. Of dat auto’s niet kunnen worden geleverd omdat onderdelen niet uit oorlogsgebied kunnen (bijvoorbeeld Oekraïne) of mogen (bijvoorbeeld Rusland) komen. Of dat onderdelen niet kunnen worden geleverd wegens schaarste aan grondstoffen (dat komt nogal eens voor bij chips voor auto’s). Ook gebeurt het dat levering van onderdelen wordt belemmerd door de uitbraak van een ziekte in het land van fabricage (bijvoorbeeld SARS in Pakistan of corona in China).

Bedrijven en overheidsinstellingen in Nederland moeten zich natuurlijk houden aan de Europese en Nederlandse industriepolitiek, voor zover vastgelegd in wetgeving en richtlijnen. Industriepolitiek betreft Europese of landelijke belangen, die uitstijgen boven de belangen van een individueel bedrijf of individuele overheidsinstelling. Denk bijvoorbeeld aan bescherming van de nationale telecom-infrastructuur. Maar industriepolitiek kan ook gevolgen hebben voor de internationale ketens van een individueel bedrijf wanneer het gaat om producten of diensten van het bedrijf die cruciaal voor de maatschappij zijn.

Het is van belang dat bedrijven ervoor zorgen dat de risico’s ten gevolge van internationale ketens waarin zij werken aanvaardbaar zijn. Of ze nu moeten door industriepolitieke wetgeving of richtlijnen of dat commerciële afwegingen de bron van actie zijn.

Acties bedrijven en overheid

Zoals hierboven al gemeld, moeten bedrijven en overheidsinstellingen ervoor zorgen dat de risico’s ten gevolge van internationale ketens waarin zij opereren, aanvaardbaar zijn. Hierbij is irrelevant of ze dit nu moeten door industriepolitieke wetgeving of richtlijnen of dat commerciële afwegingen de bron van actie zijn. Maar dat gezegd hebbende is het juist van commercieel belang om goed te kijken waar die risico’s in schuilen; en goed te kijken wat kritische aspecten zijn voor afnemers. Zodat je bij de risicoanalyse juist ook kijkt of er mogelijk een probleem kan ontstaan voor die kritische zaken als er qua (industrie)politiek opeens maatregelen worden genomen. Want ongeacht hoe en waar er een probleem ontstaat, als je voor jouw klant – of de klant van de klant – de waarde-propositie niet waar kunt maken heb je ongeacht de oorzaak een probleem naar en met je afnemer(s).

Het is belangrijk dat bedrijven en overheidsinstellingen een risicoanalyse doen, waarmee ze boven water krijgen welke onderdelen van hun dienst of product essentieel zijn. Hoe ze vervolgens moeten omgaan met die essentiële onderdelen is afhankelijk van de omstandigheden. Maar voorop staat dat de productie niet of zo min mogelijk wordt verstoord.

De veiligste, maar vaak ook de duurste oplossing, is om cruciale onderdelen zelf te produceren. Dit kan ook met diensten. Zo heeft de auteur de ervaring dat een dubbele groep in Nederland werd opgeleid om zo nodig de digitalisering van kaarten over te nemen van een groep die dit – tegen veel lagere kosten – deed in een politiek gevoelig gebied (Pakistan). Overigens werd de opleiding door de opdrachtgever betaald.

In het geval van sancties, is een oplossing om producten, diensten of grondstoffen te betrekken uit andere gebieden dan sanctiegebieden. Zo moet er een alternatief worden gevonden voor de energie uit Rusland. Zo mogelijk wordt zo’n alternatief gevonden in gebieden zonder politieke problemen, die niet zo gauw sanctiegebieden zullen worden. Dan zou je immers van de regen in de drup raken. Voor fossiele energie is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Een reden te meer om in te zetten op alternatieve energie, zoals groene waterstof.

Het is uiteraard ook verstandig om ook alternatieve productiecentra achter de hand te hebben voor essentiële onderdelen die niet onder sancties vallen. Bij de keuze van een alternatief productiecentrum is het handig om ook rekening te houden met het transport. Hoe dichter bij wordt geproduceerd (Nederland, Europa, Turkije, Midden-Oosten of Noord-Afrika), des te minder risico’s zullen worden veroorzaakt door het transport. Hierbij moet goed worden gekeken of vervoer door de lucht, over de weg of over water de voorkeur heeft en vanaf het alternatieve productiecentrum ook mogelijk is. Dan hebben we het nog niet eens over andere belangrijke factoren bij de keuze, zoals relevante opleidingen in de regio, beschikbaarheid van personeel en (technische) infrastructuur. En bedenk: als eenmaal voor een locatie is gekozen, kun je er niet zo snel meer weg.

Nog een optie is om met toeleveranciers afspraken te maken over het beschikbaar hebben en houden van kritische grondstoffen en/of producten/componenten. Want het overstappen naar een andere producent is niet altijd even eenvoudig. En juist door het maken van afspraken kun je ook levering ‘verzekeren’. Want dan leg je de bal bij de toeleverancier neer. Overigens kost dat doorgaans wel geld. Maar het verliezen van klanten en de eventuele imagoschade die het niet kunnen leveren van grondstoffen, producten en/of componenten is vaak een veel kostbaarder zaak. En, je kunt klanten ook een meerprijs vragen voor de garantie van leveringen, dus wellicht meer omzet en marge genereren.

Kom in actie

Uit het bovenstaande blijkt dat bedrijven een risicoanalyse moeten uitvoeren, waarbij ze bepalen welke onderdelen van hun product of dienst essentieel zijn. Maar hierna is het niet zonneklaar wat gedaan moet worden. Per bedrijf of overheidsinstelling zullen de afwegingen verschillend uitpakken. Ook de communicatie hoe omgegaan wordt met essentiële onderdelen en de marketing zullen dus verschillen. Ondernemerschap en een heldere marketingstrategie maken het verschil!

Auteur: Jos Anneveld, ambassadeur van STEM Industrial Marketing Community. Hét kenniscentrum op het gebied van business development (marketing, sales, communicatie en innovatie) voor technische B2B bedrijven. Reacties op deze column, wilt u een keer overleggen of heeft u vragen? kijk op de site van STEM Industrial Marketing Community voor meer informatie.

Lees ook:

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden.

Avatar foto

Redactie

Dit nieuws is samengesteld door de redactie van IndustrieVandaag.
Lees meer van: Redactie