Bedrijvigheid in de Nederlandse industrie neemt verder af

Het industriële landschap van Nederland heeft onlangs enkele significante verschuivingen doorgemaakt. Een van de opvallende patronen hierin is de veranderende dynamiek van bedrijvigheid.

Recente gegevens wijzen erop dat de bedrijvigheid in de Nederlandse industrie verder terugloopt. Een duidelijk signaal hiervan is de daling van de Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie in september. Hoewel de huidige situatie niet zo drastisch is als tijdens het begin van de pandemie, wanneer toeleveringsketens volledig werden onderbroken, wordt er toch een voortdurende malaise in de industrie gevoeld.

Afname in bedrijvigheid en consequenties

De consequenties van deze afname in bedrijvigheid zijn veelvoudig. Niet alleen nemen de productie en het aantal nieuwe orders af, maar ook de afzetprijzen ervaren een snelle daling. Deze daling van prijzen kan deels worden toegeschreven aan bedrijven die lagere energie- en materiaalprijzen doorberekenen aan hun klanten. Tegelijkertijd is er ook een groeiende concurrentie waar te nemen in de sector, wat bedrijven dwingt hun prijzen verder te verlagen.

Monetaire beleidsimplicaties voor de industrie

Het huidige monetaire beleid van centrale banken heeft een onmiskenbare impact op de industrie. De stijgende rentetarieven compliceren de financiering van zowel halffabricaten als kapitaalgoederen zoals machines. Bovendien is de combinatie van hoge inflatie en rente ongunstig voor de economische groei, wat resulteert in een verminderde vraag naar industriële producten. Dit is duidelijk zichtbaar in de dalende prijzen voor deze goederen, wat wederom een indicatie is van de invloed van het beleid op de bedrijvigheid.

Reacties van ondernemingen op de huidige situatie bedrijvigheid

In reactie op deze uitdagingen proberen veel bedrijven hun kosten te verlagen. Dit wordt gedaan door bijvoorbeeld het reduceren van de inkoop van grondstoffen en halffabricaten. Wat echter opmerkelijk is, is het feit dat veel ondernemingen ook snijden in het aantal banen. Ondanks een krappe arbeidsmarkt, kiezen bedrijven ervoor om tijdelijke contracten niet te verlengen. Dit is een duidelijke indicatie van het pessimisme dat heerst onder ondernemers over de nabije toekomst.

Wat betreft de loonkosten, ervaart de industrie uitdagingen. De loonkosten stijgen namelijk snel. Dit komt door de verhoging van het minimumloon. Bovendien stijgen de cao-lonen ook.

Toekomstperspectieven en de rol van financiële instituten

Financiële instituten zoals ABN AMRO hebben ook hun inschattingen over de toekomst van de Nederlandse industrie gedeeld. Ze voorzien op korte termijn geen sterke opleving in de vraag naar industriële producten. Volgens hun prognose zou de productie van de Nederlandse industrie dit jaar met ongeveer 7,5 procent kunnen dalen. Desalniettemin, met de verwachte tempering van inflatie en mogelijke renteverlagingen, is er enige hoop dat de vraag volgend jaar geleidelijk kan herstellen.

Bron: ABN AMRO