Door: Redactie - 27 februari 2020 |
Shell, Gasunie en Groningen Seaports hebben plannen om in de Eemshaven in Groningen de grootste groene waterstoffabriek van Europa te bouwen. De elektriciteit die nodig is voor de waterstofproductie wil het consortium opwekken in een windpark op zee, dat een ongekende 3 tot 4 gigawatt aan stroom moet leveren rond 2030 en later kan doorgroeien tot 10 gigawatt, meer dan het totale stroomverbruik van Nederlandse huishoudens. Wereldwijd bestaat nog geen enkel windpark van die omvang.
“Het moet groter, groener en sneller”, zegt president-directeur Marjan van Loon van Shell Nederland. Ze verwijst naar de handtekening die ze vorig jaar onder het Klimaatakkoord zette. “We hebben beloofd dat wij ons deel zullen bijdragen. Hiermee zetten we een grote stap in de energietransitie.”
Het megaproject, waarin Shell samenwerkt met Gasunie en Groningen Seaports, staat nog in de kinderschoenen. Hoeveel het gaat kosten en hoe de rekening wordt verdeeld, is nog onbekend. De bedrijven verwachten zeker in de eerste fase subsidies nodig te hebben. Ze hopen dat de eerste windturbines in 2027 staan. De waterstoffabriek moet in de Eemshaven verrijzen. Mogelijk volgen later op zee meer zogeheten elektrolysers, die met windstroom groene waterstof maken.
Het project genaamd NortH2 moet van Nederland “een koploper maken” van de waterstofeconomie, zegt Van Loon. “We zijn vaak bezig met kleine stappen en obstakels, maar je moet groot durven denken. Wij zien dit als de manier om het energiesysteem van de toekomst te bouwen.”
Waterstof wordt al volop gebruikt door de industrie en de verwachting is dat het belang ervan zal toenemen. Om waterstof te maken zijn water en een energiebron nodig. Nu is dat over het algemeen nog aardgas, dat door CO2-uitstoot bijdraagt aan klimaatverandering.
De groene waterstof die de bedrijven voor ogen hebben, is vooralsnog wel duurder om te maken, maar Van Loon gaat ervan uit dat de kosten door schaalvergroting fors zullen dalen. Het is de bedoeling dat rond 2040 jaarlijks 800.000 ton waterstof wordt geproduceerd. Die kan door bestaande gasleidingen naar industriegebieden, van de Eemshaven tot het Duitse Ruhrgebied.
Het consortium becijfert dat door het project de uitstoot van zo’n 7 megaton broeikasgassen per jaar wordt vermeden. Dat komt neer op 3,7 procent van de Nederlandse uitstoot.
Waterstof is schoon, maar bij de omzetting gaat ook energie verloren. Het is daardoor minder efficiënt dan elektriciteit direct gebruiken. Van Loon wijst erop dat het echter geen reële optie is om alle fabrieken op stroom te laten draaien. “Veel industriële gebruikers hebben een energiebron met een hogere energiedichtheid nodig. Wij zijn ervan overtuigd dat ze beter af zijn met waterstof.”
Bron: De Telegraaf
Lees ook:
Eerste transparantierapport over de delfstoffensector
Engineeringdienstencontract voor activa in de Noordzee
Wat heeft de innovatieve maakindustrie nodig?
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.