Door: redactie - 4 november 2025 |
De Nederlandse industrie laat een gematigd groeitempo zien, maar de export trekt aan, zo blijkt uit recente cijfers van de Nevi Inkoopmanagersindex. Hoewel de score in oktober daalde van 53,7 naar 51,8, blijven productie en nieuwe orders stijgen. Opvallend is de groeiende vraag naar Nederlandse producten, vooral vanuit Europa, ondanks mondiale handelsspanningen.
De Nederlandse industrie groeit iets minder snel, maar een stand boven de 50 in de Nevi Inkoopmanagersindex wijst nog steeds op toenemende bedrijvigheid. Vooral de exportorders laten een positieve trend zien na een kleine dip in september. De vraag naar Nederlandse producten neemt toe, met name vanuit Europese landen zoals Frankrijk, Duitsland en België, zo blijkt uit een enquête onder circa 350 inkoopmanagers.
Deze stijging in de vraag naar Nederlandse producten is opmerkelijk, gezien de druk op de Europese export door Amerikaanse invoerheffingen. Toch lijken bedrijven in ons land te profiteren van een sterkere regionale markt. Wel is het goed om op te merken dat veel respondenten hun antwoorden gaven voordat China beperkingen oplegde aan de export van halfgeleiders, wat impact kan hebben op sectoren zoals de Duitse auto-industrie.
De toename in exportorders is grotendeels te danken aan de groeiende vraag naar Nederlandse producten binnen Europa. Landen als Frankrijk en Duitsland tonen een grotere interesse in goederen uit Nederland. Dit biedt kansen voor bedrijven om hun marktaandeel in de regio te vergroten, ondanks de onzekerheden op wereldniveau.
Vooral de hoogtechnologische industrie lijkt hiervan te profiteren, met een verbeterde vraag naar machines en andere geavanceerde producten. Dit contrasteert met de uitdagingen in andere segmenten van de industrie, waar de groei minder sterk is of zelfs afneemt door externe factoren.
Er tekent zich een duidelijke tweedeling af binnen de Nederlandse industrie. Aan de ene kant trekt de productie in de hoogtechnologische sector aan, ondersteund door een grotere vraag naar gespecialiseerde goederen. Aan de andere kant staat de energie-intensieve industrie onder zware druk, met name in de chemische sector.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek liet eerder zien dat de productie in de chemische industrie deze zomer verder was gedaald. In oktober kwamen daar nog meer tegenvallers bij, met de sluiting van drie fabrieken in Chemelot bij Geleen. Eerder dit jaar sloten ook al meerdere fabrieken in de regio Rotterdam, wat de zorgen in deze sector vergroot.
Het industriebeleid van de overheid speelt een grote rol in de toekomst van de basisindustrie. De concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven staat onder druk door hoge energieprijzen en nettarieven, die in ons land hoger zijn dan in buurlanden. Dit maakt het lastig voor energie-intensieve sectoren om te concurreren op de internationale markt.
Uit verkiezingsprogramma’s blijkt dat politieke partijen verdeeld zijn over onderwerpen zoals de nationale CO2-heffing en subsidies voor verduurzaming, zoals de SDE++ of EIA. Tijdens een debat, georganiseerd door brancheorganisatie FME en onderzoeksinstituut TNO, spraken kandidaat-Kamerleden over lagere nettarieven voor de industrie. Veel fracties steunen dit idee, maar de uitvoering is complex vanwege mogelijke gevolgen voor de staatsschuld.
De stijgende vraag naar Nederlandse producten biedt kansen, maar de basisindustrie blijft kwetsbaar voor politieke en economische ontwikkelingen. Bedrijven hopen op een nieuw kabinet dat aandacht heeft voor hun positie op de wereldmarkt. Het verlagen van kosten, zoals nettarieven, kan helpen om de industrie concurrerend te houden en de vraag naar Nederlandse producten verder te stimuleren.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.