Door: Redactie - 29 april 2021 |
Verdere innovatie in schone energietechnologie is nodig om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, blijkt uit een nieuw onderzoek van het Europees Octrooibureau (EOB) en het Internationaal Energieagentschap (IEA). Octrooien voor koolstofarme energietechnologie zijn tussen 2017 en 2019 met 3,3% per jaar gegroeid, maar dit is slechts een kwart van de gemiddelde jaarlijkse groei tien jaar geleden. De belangrijkste motor voor innovatie is de groei in elektrische voertuigen, vooral door de ontwikkelingen op het gebied van oplaadbare lithium-ionbatterijen, concludeert het rapport.
“De energietransitie die nodig is om de klimaatverandering te beperken, is een uitdaging van enorme omvang en complexiteit”, aldus EOB voorzitter António Campinos . “Dit onderzoek is een duidelijke oproep tot actie om research en innovatie naar nieuwe koolstofarme energietechnologieën te intensiveren en bestaande technologieën te verbeteren. Terwijl het enkele bemoedigende trends toont in landen en industriesectoren, waaronder ook in faciliterende technologieën, benadrukt het ook de noodzaak om innovatie in schone energietechnologieën verder te versnellen – waarvan sommige nog maar net opkomen .”
“Om in 2050 netto nul uitstoot te bereiken, zal bijna de helft van de emissiereducties afkomstig moeten zijn van technologieën die nog niet op de markt zijn”, zegt Fatih Birol, uitvoerend directeur van IEA. “Dit vraagt om enorme sprongen in innovatie, maar tot nu toe is de informatie over de geboekte vooruitgang beperkt gebleven.”
Het aantal wereldwijde octrooien op koolstofarme energietechnologieën is de afgelopen twintig jaar gestegen. Het gemiddelde jaarlijkse groeipercentage van koolstofarme energieoctrooien (+3,3% sinds 2017) is echter teruggelopen van +12,5% in de periode 2000-2013. De cijfers laten zien dat gecoördineerde beleidsmaatregelen en verdere innovatie op het gebied van koolstofarme energie nodig zijn om de beschikbaarheid van technologieën te versnellen en de kosten te verlagen.
Sommige van deze technologieën worden al op industriële schaal gebruikt (van energieproductie tot transmissie, opslag en toepassingen voor eindgebruik), terwijl andere zich nog in een vroeg stadium van ontwikkeling of implementatie bevinden. Volgens het IEA kunnen de huidige klimaatdoelstellingen alleen worden gerealiseerd door een grote versnelling van schone energie-innovatie, omdat veel technologieën die de komende decennia nodig zijn om de CO2 emissies te reduceren nu nog in de test- of demonstratiefase zitten.
Nederland levert een belangrijke bijdrage aan innovaties op het gebied van schone energietechnologieën. Over de periode 2000-2019, gerangschikt naar het aantal internationale octrooifamilies in koolstofarme energietechnologieën, staat Nederland op de vijfde plaats in Europa en op de 11e plaats wereldwijd, met een bijdrage van 1,2% van alle wereldwijde octrooien op dit gebied.
Toch zijn de Nederlandse innovaties op het gebied van schone energie de afgelopen tien jaar vertraagd: tussen 2010 en 2019 daalde de Nederlandse bijdrage aan wereldwijde octrooien naar 1,1%. Tussen 2017-2019 was 8,2% van alle internationale octrooiaanvragen door Nederlandse bedrijven en uitvinders gerelateerd aan koolstofarme technologieën, tegen 8,7% in de periode 2010-2014. Binnen dit veld zijn Nederlandse uitvinders het meest actief op het gebied van gebouwen, chemie en olie, zonne-energie, wind en consumentenproducten. Gemeten naar relatieve technologische voordelen is Nederland het meest gespecialiseerd op het gebied van bio-energie, koolstofopname, landbouw, gebouwen en chemie en olie. De toonaangevende Nederlandse bedrijven die koolstofarme emissieoctrooien (2000-2019) indienden, waren Airbus (2.243 internationale octrooifamilies), Philips (1.865), NXP (440), STMicroelectronics (352) en DSM (250).
Bedrijven hebben sinds 2000 wereldwijd meer dan 420.000 koolstofarme energie-IPF’s ingediend, verdeeld over drie hoofdcategorieën:
De grootste eindgebruikers voor wereldwijde octrooien op schone energie in 2000-2019 waren vervoer (116.000 IPF’s in 2000-2019), gevolgd door energie-efficiency technologieën voor industriële productie (86.000 IPF’s), waarbij er bij een aantal ‘lastig te verminderen’ sectoren als metallurgie (bv. staalproductie) vooral recentelijk veel activiteit is gekomen. Het rapport constateert dat horizontale ‘faciliterende’ technologieën – batterijen, waterstof, slimme netten, koolstofopname – over het algemeen de sterkste groei kenden sinds 2017. Hun aandeel steeg van 27% van alle koolstofarme energie-IPF’s in 2000 tot 34% in 2019.
Een belangrijke motor voor innovatie in het afgelopen decennium was de toename van technologieën op het gebied van elektrische voertuigen, die in aanzienlijke mate werd aangewakkerd door de vooruitgang in oplaadbare lithium-ionbatterijen (zie gezamenlijke EPO-IEA-studie over innovatie op het gebied van elektriciteitsopslag (september 2020). Deze trend komt ook tot uiting in de ranglijst van topbedrijven in koolstofarme energietechnologieën sinds 2000, waaronder zes automobielbedrijven en zes van hun belangrijkste leveranciers van batterijen.
Uit de studie blijkt dat sinds 2000 Europese bedrijven en onderzoeksinstituten de leiding hebben in het patenteren van koolstofarme energieuitvindingen, met 28% (12% alleen al voor Duitsland). Japanse aanvragers volgen met 25%, de VS met 20%, Zuid-Korea 10% en China 8%.
Terwijl Europa de 1e plaats inneemt op de meeste hernieuwbare energiegebieden en bijzonder sterk is in sommige sectoren voor eindgebruik, zoals het spoor en de luchtvaart, loopt Japan voorop op het gebied van technologie voor elektrische voertuigen, batterijen en waterstof, en hebben de VS een technologische voorsprong op het gebied van luchtvaart, biobrandstoffen en koolstofopname. De belangrijkste sterke punten van Zuid-Korea zijn batterijen, pv-technologie en energie-efficiëncy in industriële productie en de ICT-sector. Ook China is gespecialiseerd in ICT.
Over het geheel genomen is het aandeel van IPF‘s in schone energietechnologieën van onderzoeksinstellingen (universiteiten en publieke onderzoeksorganisaties) gestegen – van 6,6% tussen 2000 en 2009 tot 8,5% tussen 2010 en 2019. Onderzoeksinstellingen zijn vooral actief in koolstofarme energievoorzieningstechnologieën (alternatieve brandstoffen, kernenergie en sommige hernieuwbare energiebronnen) en opkomende technologieën zoals koolstofopname en waterstof.
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.