Van spreadsheet naar mobiliteitsstrategie

In veel industriële bedrijven staat mobiliteit nog vooral in de boekhouding. Een rij facturen voor brandstof, onderhoud, schade en afschrijving. Alles keurig in een spreadsheet, maar zonder echt stuur. Je ziet wat het kost, niet wat het oplevert of waar het slimmer kan. Toch wordt mobiliteit steeds belangrijker. Monteurs zijn onderweg naar productielocaties, accountmanagers bezoeken klanten en managers rijden tussen fabrieken en hoofdkantoor. Al die kilometers hebben impact op veiligheid, duurzaamheid én het imago van je bedrijf. Steeds meer organisaties kiezen daarom voor full operational lease zakelijk in plaats van zelf auto’s te kopen. Daarmee worden kosten voorspelbaarder en verschuift de aandacht van “wat kost de auto” naar “wat levert de inzet van dit voertuig op”.

Totale kosten per functie en per rit

Wie verder wil kijken dan de maandelijkse leasenota, rekent met totale mobiliteitskosten. Niet alleen de leaseprijs, maar ook brandstof of laden, stilstand, vervangend vervoer en de tijd die medewerkers kwijt zijn aan regelen en plannen. Interessant wordt het als je die kosten koppelt aan functies en processen. De kilometers van een servicemonteur vertellen een ander verhaal dan die van een directielid. Servicewagens moeten vooral betrouwbaar zijn, met genoeg laadruimte en een logische indeling. Voor hen telt elke gemiste afspraak als productieverlies. Voor management en sales draait het vaker om comfort, representativiteit en de mogelijkheid om onderweg te werken of uit te rusten. Door mobiliteitsdata naast productie- en verkoopcijfers te leggen, ontstaat er een strategisch beeld. Je ziet welke voertuigen cruciaal zijn voor uptime bij klanten, waar onnodige ritten ontstaan en waar een andere voertuigkeuze financieel én operationeel slimmer is.

Een verlengstuk van je merk

Voor veel leiders in de industrie voelt de auto niet alleen als vervoermiddel, maar ook als visitekaartje. Je rijdt langs terminals, fabrieken en leveranciers, zit aan tafel met directies en projectteams. Dan wil je dat wat je op de parkeerplaats neerzet past bij de professionaliteit binnen. Merken in het hogere segment spelen daar op in. Een Lexus wordt door veel bestuurders gezien als een comfortabele, stille reisgenoot die luxe biedt zonder overdreven op de voorgrond te treden. De afwerking, het rijcomfort en de technologie sluiten aan bij mensen die gewend zijn aan nauwkeurigheid en kwaliteit in hun eigen productieomgeving. Zo wordt de auto een verlengstuk van de manier waarop je als bedrijf naar betrouwbaarheid en zorg voor details kijkt.

De MT-keuze

De keuze voor het wagenpark is vaak een MT-beslissing, maar de effecten worden dagelijks gevoeld op de werkvloer en bij klanten. Daarom is het zinvol om mobiliteitsbeleid te koppelen aan duidelijke informatie: kosten per kilometer per voertuigtype, inzet per functie, uitstoot per jaar, maar ook medewerkerstevredenheid over rijden en reizen. Als je die gegevens verzamelt en regelmatig bekijkt, verschuift mobiliteit van een verzameling rijen in Excel naar een volwaardig onderdeel van je bedrijfsstrategie. Het gesprek gaat dan niet meer alleen over “welk model” maar over: welke mix van voertuigen ondersteunt onze dienstverlening, onze duurzaamheid en de manier waarop we ons als industrieel bedrijf willen laten zien.