Door: Redactie - 7 februari 2022 |
Het KNMI, TNO, SRON en de TU Delft gaan samen optrekken bij onderzoek en technologieontwikkeling op het gebied van aardobservatie. Met de oprichting van het ‘Clear Air’ consortium van kennisinstituten wil men de vooraanstaande kennispositie versterken die Nederland heeft om met satellieten emissies en de samenstelling van de atmosfeer te meten. Overheden en bedrijven kunnen die kennis inzetten voor het beperken van klimaatverandering, luchtvervuiling en verlies van biodiversiteit. De samenwerking is vandaag geformaliseerd met de ondertekening van een memorandum van overeenstemming (MoU) en de publicatie van een visiedocument dat de ambitie van de partners beschrijft.
De uitstoot van broeikasgassen en stikstof zorgt samen met luchtvervuiling voor grote maatschappelijke uitdagingen. Meer dan tweehonderd landen hebben zich al aangesloten bij het klimaatakkoord van Parijs om de schadelijke impact van broeikasgassen op het klimaat te beperken. Luchtvervuiling veroorzaakt jaarlijks ruim 4 miljoen voortijdige sterfgevallen en meer dan 90% van de wereldbevolking woont in gebieden waar de luchtkwaliteit onder de WHO-norm ligt. Daarnaast zorgt de uitstoot van stikstof in Nederland, maar ook elders in Europa, voor een verlies van biodiversiteit in natuurgebieden en schade aan de economie.
Bij het terugdringen van deze emissies is het van groot belang om zo exact mogelijk te weten wat de bron van de uitstoot is en hoe het zich verspreidt. Satellietinstrumenten en daarmee geleverde satellietdata spelen hierbij een unieke rol. Zij leveren namelijk mondiale, consistente, nauwkeurige, en vergelijkbare waarnemingen van schadelijke stoffen en gassen en de verspreiding ervan. Dit is belangrijk omdat zulke metingen nu maar beperkt gedaan worden en vaak met schattingen wordt gewerkt. Op basis van de metingen van satellieten kan wetenschappelijk onderzoek worden gedaan en effectief beleid ontworpen en gemonitord worden.
Door investeringen van voorgaande kabinetten heeft Nederland de afgelopen decennia een wereldwijd vooraanstaande positie verkregen in het internationale ruimteonderzoek naar klimaat en luchtkwaliteit. Daarbij gaat het om zowel wetenschappelijk onderzoek als technologieontwikkeling. Het Nederlandse ruimte-instrument TROPOMI brengt bijvoorbeeld dagelijks de hele wereld in kaart voor onderzoek naar luchtverontreiniging (stikstofdioxide) en de uitstoot van broeikasgassen (methaan). Om deze toonaangevende rol mondiaal te kunnen blijven spelen moet Nederland het wetenschappelijke onderzoek en de technologische innovatie op het gebied van aardobservatie verder versterken. Daarvoor is structurele samenwerking nodig: het Clear Air consortiu.
Elk van de kennisinstituten heeft in verschillende velden haar eigen expertise opgebouwd. Dit gaat van meten van emissies, ontwikkelen van modellen voor atmosfeerchemie, verwerking van satellietdata tot het ontwikkelen en realiseren van innovatieve satellietinstrumenten. Het combineren van deze expertises kan leiden tot dataproducten en instrumenten die nieuwe atmosfeerinformatie leveren aan wetenschap, overheid en industrie. Hoewel ‘Clear Air’ start met een team van vier partners, zal er de komende tijd gekeken worden of het consortium uitgebreid kan worden met andere Nederlandse onderzoekers, en of er internationale samenwerkingen kunnen worden opgebouwd.
In het vandaag gepubliceerde visiedocument geeft het ‘Clear Air’ consortium voorbeelden van waar ze met de kennisinstituten aan wil bijdragen, zoals:
Hiernaast zullen de kennisinstituten samenwerken met de Nederlandse bedrijven die steeds actiever worden in het commercieel beschikbaar maken van satellietdata – denk hierbij aan dienstverleners, satelliet-, of instrumentbouwers. In samenwerking met Nederlandse partners kan de technologische en wetenschappelijk inspanning van ‘Clear Air’ zo dienen als een groene aanjager van duurzame economische groei.
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.