Kaneka: onderneming met een duidelijke drijfveer

Onlangs waren wij op bezoek bij Kaneka in België, voor de persbijeenkomst rondom K 2025. Hier gaf Olivier Renson, Vice President Business bij Kaneka Belgium, inzicht in de nieuwste technologieën en uitdagingen binnen de branche. Zijn presentatie toonde hoe een Japanse multinational zijn productportfolio blijft optimaliseren en tegelijk inzet op meer circulaire en bio-gebaseerde oplossingen.

Kaneka profileert zich graag als ‘Dreamology company’, een samensmelting van dromen en technologie. Volgens Renson staat dit concept voor innovatiekracht én ruimte om te experimenteren. “Onze R&D-afdeling mag tien procent van de tijd besteden aan verkennen en dromen,” zei hij. Zo ontstaan nieuwe ideeën die later tot concreet toepasbare producten leiden. Die visie is niet alleen inspirerend, maar ook enorm belangrijk om in een mondiaal concurrerende markt relevant te blijven.

Een belangrijk onderdeel van de presentatie ging over Kaneka’s aanwezigheid op de vakbeurs K 2025. Deze beurs geldt als hét knooppunt voor innovatieve polymeren, additieven en biobased materialen. Renson vertelde ons dat hun stand meer is dan een etalage: “Naast onze innovaties staat de bar centraal. Klanten ontmoeten elkaar, maken afspraken en delen ervaringen. Het bespaart ons maanden aan reizen.” Precies dit toont aan hoe beurzen fungeren als platform voor netwerken en productontwikkeling, met directe impact op de efficiëntie van commerciële teams.

Ontstaan én wereldwijde dekking

Kaneka werd in 1949 opgericht in Japan, vlak na de Tweede Wereldoorlog, als afsplitsing van een groot concern dat door de geallieerden moest krimpen. Sindsdien is het bedrijf wereldwijd gegroeid en diversifieert het portfolio continu. Centraal blijven echter twee technologieën: micro-moleculaire technologie en fermentatietechnologie. Renson legde uit dat deze pijlers terugkomen in alle vier de businessdomeinen: materialen, kwaliteit van leven, gezondheidszorg en voeding.

Voor Europa is de Belgische vestiging in Westerlo strategisch van groot belang. De productielocatie dateert uit 1974 en was het eerste Japanse chemiebedrijf in Europa. Dankzij de ligging nabij Antwerpen, met toegang tot zowel water- als wegtransport, kan Kaneka grondstoffen efficiënt en duurzaam aanvoeren. Westerlo is hét centrum voor high-performance polymeerintermediairen, schuimproducten en additieven. Daarmee voorziet de fabriek sectoren zoals bouw, automotive en verpakkingen van op maat gemaakte oplossingen.

Naast België kent Kaneka vier strategische hubs: Texas voor Noord- en Zuid-Amerika, Maleisië voor Azië, en nog eens twee andere locaties die samen de wereldwijde dekking garanderen. Sinds 2015 opereert Kaneka Europe als holding, waarbij de Europese, Midden-Oosterse en Afrikaanse markten rechtstreeks worden aangestuurd vanuit Westerlo. In totaal werken er ruim duizend mensen in heel Europa; Van de impactmodifier-productie in Duitsland tot geneesmiddelen in Spanje en diagnostische kits in Belgisch-Zwitserse joint ventures.

Vier businessdomeinen: van additieven tot biotechnologie

Renson nam de aanwezigen mee langs de vier domeinen waarin Kaneka actief is:

Materials Group

Hier vallen alle additieven, harsen, sealants en biopolymeren samen. Impactmodifier-additieven vergroten slijt- en krasvastheid van PVC en andere kunststoffen. Oorspronkelijk kwamen die rubbers in PVC-flessen, maar marktschuiven naar polyethyleen vroeg om continue innovatie. Vandaag zijn Kaneka-modifiers terug te vinden in pvc-ramen, leidingen, vloeren, auto-onderdelen en creditcards. Daarnaast maakt de Materials Group synthetische polyurethaanschuimen en expandabele polyethyleenkorrels, geschikt voor lichtgewicht en energie-absorberende toepassingen in de auto-industrie. Door recyclaat tot dertig procent te integreren, werkt Kaneka aan circulaire grondstoffenstromen. Renson: “Een additief kan recyclability optimaliseren, zodat gerecycled polymer sterker is dan het oorspronkelijke materiaal.”

Quality of Life Group

Dit domein richt zich op isolatie, elektronica en duurzame energie. Met name de samenwerking met onderzoeksinstituten als IMEC in België leidt tot verbeterde efficiëntie van fotovoltaïsche panelen en innovatieve OLED-toepassingen. Ook biosurfactanten (natuurlijke oppervlakteactieve stoffen die de oppervlaktespanning tussen verschillende fasen verminderen) en hoogfrequente sensorsystemen passen in dit segment, gericht op slimme technologie die het werk verlicht.

Healthcare Group

Kaneka levert medische apparaten zoals bloedzuiveringsfilters en ontwikkelt medicinale Q10-supplementen voor farmaceutische klanten. Renson verwees naar de productie van probiotica en antibioticaproducten in Spanje. De innovatieve Bikino Q10, verwerkt in diverse huidcrèmes, toont hoe biotechnologie samengaat met dagelijkse zorg. Daarbij streeft Kaneka ernaar proceskosten en doorlooptijden te optimaliseren, zodat ziekenhuizen en zorginstellingen kunnen rekenen op hoge betrouwbaarheid en traceerbaarheid volgens GMP-normen.

Nutrition Group

Fermentatietechnologie staat hier centraal. Kaneka is toonaangevend in hoogwaardige fermentatieprocessen voor voedingssuplementen én voor ondersteuning van landbouw. Van melkverwerking tot diervoeder en probiotica helpt deze divisie zowel voedselproducenten als veehouders te optimaliseren. Renson benadrukte dat Europa als centrum van excellente fermentatie heeft geleid tot lokale R&D-inspanningen, aangepast aan de regelgeving en kwaliteitseisen van de EMEA-regio.

Green Planet: biobased én composteerbaar

Het meest opvallende onderdeel van Renson’s verhaal was de introductie van Green Planet, een 100 % biobased en biologisch afbreekbaar polymeer uit de PHA-familie (PHBH). Kaneka was wereldwijd de eerste die PHBH-materialen op industriële schaal produceerde. Dit polymeer ontstaat via fermentatie: microorganismen zetten plantaardige oliën, óf gebruikte frituurolie, om in bio-polymeren. Vervolgens wordt het materiaal ervan gescheiden en gegranuleerd, klaar voor verwerking tot film, verpakkingen of cups.

Green Planet combineert recyclebaarheid met natuurlijke afbraak: onder bodem- of mariene omstandigheden breekt het volledig af, tot op ruim 6.000 m diepte. Bovendien laat het geen microplastics achter. “Dit is het heilige graal van de plasticsindustrie: composteerbaar, PFAS-vrij en tegelijk mechanisch vergelijkbaar met conventionele polymeren,” vertelde Renson. Door het materiaal optimaal te formuleren, kunnen zowel zachte films als stevige, vormvaste verpakkingen worden gemaakt. Denk aan koffiecapsules, herbruikbare stadionbekers, flexibele landbouwfolies en composteerbare rietjes. Is het laatste een antwoord op de verschrikkelijk irritante papieren rietjes? Waarschijnlijk wel.

Koffiecapsules in GFT, of toch niet?

Toch stuit deze innovatie op regelgeving. In België mogen PHBH-koffiecapsules in GFT, maar in Nederland worden ze nog mee met het restafval verbrand. In veel landen leidt dit tot onduidelijkheid rond inzameling en recycling. De Europese richtlijn laat het aan lidstaten over, waardoor producenten niet één uniforme oplossing hebben. “Europa wil circulair, maar schiet soms door in het tempo. Chemiebedrijfslocaties sluiten omdat de regelgeving te streng is,” aldus Renson. Hij pleitte voor erkenning van ‘organische recycling’ en duidelijke wetgeving die biopolymeren toestaat in composteerprocessen.

Renson illustreerde hoe Green Planet vandaag al wordt toegepast. Koffiecapsules van een grote retailer zijn al voor honderd procent gemaakt van PHBH. Gebruikers kunnen ze inde groentebak gooien; binnen enkele maanden verdwijnen ze in de bodem. In voetbalstadions van twee Premier League-clubs gebruiken fans herbruikbare bekers uit biopolymeer, die na ieder thuisduel worden gewassen en opnieuw ingezet.

Toch blijven er uitdagingen. De kostprijs van PHBH ligt nog hoger dan die van fossiele kunststoffen. “De echte omslag komt pas als de markt massaal kiest voor bioplastics, waardoor de schaalgrootte kosten drukt,” legde Renson uit. Daarnaast waarschuwde hij voor wereldwijde grondstoffenschaarste: zodra recyclaat een handelsgoed wordt, kan de prijs van recyclingpellets zelfs hoger liggen dan nieuw materiaal. Biobased ketens vereisen strategische samenwerking tussen telers, producenten, inzamelaars en verwerkers.

Kaneka: Reflectie op de toekomst

Kaneka bewijst dat technologische vooruitgang en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Onder leiding van innovatieprofielen zoals Renson en met ondersteuning van lokale R&D-teams, investeert het bedrijf in zowel biopolymeer­ontwikkeling als in optimalisatie van conventionele additieven. “Uiteindelijk draait alles om balans: we willen producten leveren die vandaag voldoen en tegelijk klaar zijn voor morgen,” besluit Renson.

Voor de kunststofsector levert dit perspectief hoop. Door fermentatietechnologie te combineren met polymeren, ontstaan maatwerk­oplossingen die zowel mechanisch presteren als circulair zijn. Green Planet vormt de blauwdruk voor next-generation verpakkingen: biologisch, composteerbaar en technisch robuust. Zulke innovaties kunnen leiden tot minder grondstofgebruik, lagere CO₂-uitstoot en minder plasticvervuiling.

K 2025 belooft dan ook vooral in het teken te staan van circulaire economie, biobased grondstoffen en slimme additieven die recycling en hergebruik faciliteren. Volgens Olivier Renson zal elke beursstand ‘circulair’ hoog in het vaandel hebben staan. Kan de sector snel genoeg transformeren, of blijven technologische en regelgevende obstakels onvermijdelijk? Eén ding is zeker: bedrijven als Kaneka tonen aan dat de weg naar een duurzame kunststofindustrie vandaag al geëffend wordt.