Humanoïde robots op de werkvloer: hype of noodzaak?

Op Vision, Robotics & Motion 2025 beleefde Nederland afegelopen woensdag een primeur: de eerste live demonstratie van een humanoïde robot op een vakbeurs. De Unitree G1, gepresenteerd door Smartrobot.solutions en robotjournalist Marco van der Hoeven (Rocking Robots), trok direct de aandacht. Maar achter het spektakel schuilde een inhoudelijk mini-debat: is dit de toekomst van automatisering in de industrie?

Van sciencefiction naar productieomgeving

Wie ooit dacht dat humanoïde robots enkel thuishoren in futuristische films, kwam tijdens deze beurs van gedachten terug. De G1-robot demonstreerde vloeiende bewegingen, stond zelfstandig op, liep 2 meter per seconde en “herkende” zijn omgeving met 360° lidar- en dieptesensoren.

Toch blijft het niet bij technische hoogstandjes: volgens futurist Randall van Poelvoorde van RobotXperience is hun doorbraak vooral economisch onvermijdelijk. Voorbeelden hiervan zien we al terug bij Mercedes in Duitsland, waarbij robots onderdelen verplaatsen. “Een humanoïde met een kostprijs van circa 25.000 dollar kan zich binnen een jaar terugverdienen,” stelde Van Poelvoorde tijdens zijn keynote. “Zeker in sectoren waar arbeid schaars is, zoals de bouw of maakindustrie.” Hij benadrukte: “Niet alleen monteurs, ook programmeurs worden straks vervangen. Robots leren straks zelf, trainen virtueel en worden continu slimmer. Dat verandert het speelveld radicaal.”

AI geeft humanoïde robots een lichaam

De grote gemene deler? Kunstmatige intelligentie (AI) als aanjager. “AI is de motor achter deze revolutie,” aldus Van Poelvoorde. “Tot nu toe waren robots domme krachtpatsers. Met AI weten ze straks niet alleen wat ze doen, maar ook waarom. Dat maakt ze pas echt nuttig.”

Toch werd ook gewaarschuwd voor al te hoge verwachtingen. “We zitten in het 486-tijdperk van de humanoids,” aldus Richard Kuijpers van Smartrobot.solutions die de demo verzorgde. “Ze zien er spectaculair uit, maar hebben nu nog maar een accuduur van 2 uur en kunnen slechts 3 kilo tillen. En ja, ze worden snel te heet bij zware taken.” Van der Hoeven beaamde dit: “We moeten dit zien als de eerste stap, zoals de eerste auto’s. Mooi, maar nog lang niet volwaardig.”

Humanoïde robots zijn geen doel, maar een middel

Tijdens het aansluitende panelgesprek klonk er ook een meer nuchtere toon. Deelnemers hiervan waren Freek van Beersum (Hellebrekers), Filip Tuypens (FANUC Benelux) en Thijs Dorssers (Kwartiermaker, NL Robotics).

Van Beersum: “De robot is een middel, geen doel. Het doel is: problemen van onze klanten oplossen. We willen hun concurrentiepositie verbeteren, zeker in tijden van personeelstekort.”

Tuypens merkte op dat er nog obstakels zijn, zowel technisch als organisatorisch. “De technologie is indrukwekkend, maar in de praktijk willen klanten vooral oplossingen die betrouwbaar zijn. Geen apparaat dat elk kwartier vastloopt.” Bovendien stelt hij dat regelgeving en CE-markering bij zulke nieuwe robotvormen nog achterlopen op de realiteit: “We moeten niet vergeten dat deze machines fysiek samenwerken met mensen. Dat vereist zorgvuldige integratie.”

Kritische acceptatie én kansen

De demonstratie riep ook vragen op over acceptatie op de werkvloer. “Mensen zijn bang voor baanverlies,” merkte een van de panelleden op. “Maar we willen juist hun waarde verhogen door hen met slimme technologie te ondersteunen.” Die boodschap is enorm belangrijk voor de bouw- en industriesector, waar vergrijzing en krapte al jarenlang nijpend zijn.

Daarnaast speelt de factor vertrouwen een belangrijke rol. “Je kunt de mooiste robot hebben, maar als hij in de praktijk elke dag stilstaat, verlies je het vertrouwen van de klant,” aldus Van Beersum. Volgens het panel ligt de sleutel in bewezen betrouwbaarheid én samenwerking met system integrators die deze technologie in de praktijk werkend krijgen.

Instappen

De humanoïde robot is geen gadget meer, maar een serieuze kandidaat voor ondersteuning in productie, onderhoud en logistiek. Toch is de weg naar grootschalige inzet lang en hobbelig. De technologie ontwikkelt zich razendsnel, maar bedrijven blijven – terecht – kritisch. In een sector waar betrouwbaarheid en veiligheid voorop staan, moet elke innovatie zich eerst bewijzen.

Wat duidelijk werd in Den Bosch: wie te laat instapt, mist straks mogelijk de boot. Wie te vroeg instapt zonder voorbereiding, loopt vast. Het is aan de sector om deze balans te vinden.