Eco-Design richtlijn als concurrentievoordeel

Door: Redactie - 5 juli 2021 |

De apparatuur die we in Europa maken en gebruiken, moet zuiniger worden om klimaatdoelstellingen te halen. Voor de energietransitie is duurzame opwek van elektriciteit niet genoeg, maar moeten we ook efficiënter met deze elektriciteit omgaan. Vanuit Brussel hebben we daarom al jaren te maken met strenger wordende richtlijnen. De industrie is een belangrijk aandachtspunt voor richtlijnen, aangezien elektrische aandrijvingen goed zijn voor ongeveer 70% van het totale elektriciteitsverbruik in de sector.

Om de gewenste energiebesparing te realiseren heeft de Europese Commissie in 2009 richtlijnen ingevoerd voor energiezuinigere elektromotoren in de ontwikkeling van industriële machines (de Verordening (EG) nr. 640/2009). De inzet was een besparing van 102 TWh per jaar in 2030. Ter vergelijking: Heel Nederland verbruikt jaarlijks in totaal ongeveer 120 TWh.

Striktere ErP-richtlijnen per juli 2021

Per juli 2021 zijn deze richtlijnen aangescherpt, omdat de ontwikkeling van energie-efficiëntere motoren inmiddels meer mogelijkheden tot besparingen biedt. Europa hoopt hier nog eens extra 10 TWh per jaar mee te kunnen besparen tegen 2030. Veel machinebouwers hebben al al energie zuinige motoren geïntegreerd waardoor ze misschien denken dat de nieuwe update niet veel nieuws biedt.

Let echter wel op: in de nieuwe richtlijnen worden nu ook de frequentieregelaars en het volledige aandrijfsysteem (PDS – Power Drive System) geclassificeerd met nieuwe IE en IES classificaties. Waar dus vanaf nu in veel gevallen de IE3-motoren de nieuwe norm zijn, zal er ook gekeken moeten worden hoe energie-efficiënt de frequentieregelaars en het totale aandrijfsysteem zijn.

Niet alleen de overheid wil efficiëntie – je afnemers ook!

De stapsgewijze aanscherpingen van de ErP-richtlijnen bewegen ons richting een Eco Label, waardoor je vanaf nu als fabrikant verplicht bent te vermelden hoeveel energie een machine verbruikt. Zo wordt het energieverbruik per machine ook voor de overheid makkelijker te controleren. Houdt daarom rekening met mogelijk strengere handhaving.

Nog belangrijker, de klanten krijgen vóór de aankoop al goed inzicht in het verbruik van de aan te schaffen machine. En dat is ontzettend waardevol voor afnemers, die zo beter de jaarlijkse energiekosten van een machine kunnen inschatten. Want lagere energiekosten betekenen lagere productiekosten, en deze overweging kan zomaar doorslaggevend zijn in de keuze voor een bepaalde leverancier.

Wanneer je als machinebouwer niet meegaat in deze ontwikkeling naar energie-efficiëntere machines, dan kan het dus vroeg of laat ten koste gaan van je concurrentievermogen. Maar wanneer je kunt aantonen dat je energiezuiniger bent dan de concurrent, dan sta je al 1-0 voor. Zo maak je van overheidsregulering geen verplichting, maar een concurrentievoordeel.

Auteur: Geurt van Bennekom, Field Product Manager bij Eaton.