BP stopt met fabriek voor biobrandstof in Rotterdamse haven

Het Rotterdamse havengebied krijgt opnieuw een tegenvaller te verwerken op het gebied van duurzame energieprojecten, nu ook olie- en gasconcern BP de bouw van een fabriek voor duurzame vliegtuigbrandstoffen op pauze zet.

Dit besluit volgt kort na een vergelijkbare aankondiging van Shell, dat eerder deze maand stopte met de ontwikkeling van een grote installatie voor duurzame vliegtuigbrandstof in hetzelfde gebied. BP wilde in de Pernis-raffinaderij plantaardige oliën en vetten omzetten in brandstoffen voor onder meer de luchtvaart, maar wijst nu op economische uitdagingen als reden om de plannen stil te leggen.

Stopzetting van project voor duurzame vliegtuigbrandstof

De fabriek van BP, die in 2025 operationeel had moeten zijn, vertegenwoordigde een investering van 1,2 miljard euro. Het doel was om biobrandstoffen te produceren die geschikt zijn voor scheepvaart, wegverkeer en luchtvaart, waaronder duurzame vliegtuigbrandstof. Een woordvoerder van BP bevestigde tegenover NU.nl dat de huidige marktomstandigheden te ongunstig zijn om door te gaan met de bouw.

Het project was een samenwerking met het Franse energiebedrijf TotalEnergies. Beide concerns hebben meerdere gezamenlijke initiatieven in Nederland. BP laat weten dat deze beslissing geen impact heeft op andere plannen in Rotterdam, zoals de uitbreiding van de raffinaderij of de ontwikkeling van een waterstoffabriek.

Shell ging BP voor met stopzetten plannen

Eerder deze maand trok ook Shell de stekker uit een grote biobrandstoffenfabriek in de Rotterdamse haven. Dat bedrijf wees op zwakke marktvooruitzichten als reden om de bouw van een fabriek voor duurzame vliegtuigbrandstof te staken. Deze installatie had een van de grootste in Europa moeten worden voor de productie van biobrandstoffen, met een focus op luchtvaart en transport over de weg.

De stopzetting van deze projecten komt op een moment dat de vraag naar alternatieve brandstoffen juist toeneemt. Veel sectoren zoeken naar manieren om hun uitstoot te verminderen, en duurzame vliegtuigbrandstof speelt daarin een belangrijke rol. Toch lijken economische factoren momenteel zwaarder te wegen dan de lange-termijnambities.

Overheid wil meer focus op duurzame vliegtuigbrandstof

De Nederlandse regering heeft de intentie om investeringen in groene energie te stimuleren. In het regeerakkoord staat een plan voor een groene industriepolitiek, met speciale aandacht voor biobrandstoffen. Minister Micky Adriaansens van Economische Zaken gaf aan dat ze in gesprek gaat met Shell over hun gestopte project. Ze wil begrijpen waarom het bedrijf de investering heeft geschrapt en of de overheid kan helpen om zulke initiatieven toch te realiseren.

BP geeft aan dat het contact onderhoudt met de Nederlandse autoriteiten over de energietransitie. Het bedrijf lijkt open te staan voor toekomstige mogelijkheden, ondanks de huidige pauze in de plannen voor duurzame vliegtuigbrandstof.

Impact op lange termijn voor duurzame vliegtuigbrandstof

De beslissingen van zowel BP als Shell roepen vragen op over de haalbaarheid van grootschalige projecten in de haven van Rotterdam. Hoewel de overheid een duidelijke koers heeft uitgezet om de transitie naar schonere energie te versnellen, lijkt de industrie moeite te hebben met de financiële risico’s die daarbij komen kijken. De productie van duurzame vliegtuigbrandstof blijft een belangrijk thema, maar de weg daarnaartoe blijkt hobbelig.

Voor de Rotterdamse haven, een belangrijke speler in de Europese energiemarkt, betekenen deze ontwikkelingen een gemiste kans op korte termijn. Toch blijft de hoop dat met overheidssteun en betere economische vooruitzichten de plannen op een later moment nieuw leven ingeblazen kunnen worden.