Door: redactie - 12 juni 2025 |
Een apparaat dat benzine maakt uit lucht: het klinkt als een idee uit een sciencefictionfilm. Toch claimt de Amerikaanse startup Aircela dit werkelijkheid te hebben gemaakt. Met een compacte machine beloven ze fossielvrije brandstof voor bestaande motoren, zonder aanpassingen aan auto’s of infrastructuur.
Meer dan 90 procent van de voertuigen wereldwijd rijdt nog steeds op benzine. Hoewel de roep om duurzame alternatieven zoals elektrisch rijden of waterstof steeds luider klinkt, blijft de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen groot. Dit geldt niet alleen voor personenauto’s, maar ook voor industrie, logistiek en maritieme sectoren. De gevolgen zijn bekend: een hoge CO2-uitstoot, luchtvervuiling en een steeds sneller veranderend klimaat.
De overstap naar volledig elektrische systemen of andere technologieën verloopt echter langzaam. Infrastructuur moet worden aangepast, voertuigen vervangen, en in veel regio’s, vooral in afgelegen of minder ontwikkelde gebieden, zijn deze veranderingen simpelweg niet haalbaar op korte termijn.
In het centrum van Manhattan presenteerde de New Yorkse startup Aircela een opvallende oplossing: een apparaat ter grootte van een koelkast dat benzine produceert uit niets anders dan lucht. Het systeem gebruikt een technologie genaamd Direct Air Capture (DAC) om CO2 uit de atmosfeer te halen en zet dit om in synthetische brandstof. Deze brandstof zou geschikt zijn voor elke verbrandingsmotor, zonder schadelijke stoffen zoals zwavel of zware metalen, en draait volledig op hernieuwbare energie.
Wat dit concept bijzonder maakt, is de compacte en modulaire opzet. In tegenstelling tot traditionele productie van synthetische brandstoffen, die vaak grootschalig en gecentraliseerd plaatsvindt, wil Aircela hun systeem decentraal inzetten. Denk aan afgelegen locaties, industrieterreinen of zelfs huishoudens. Het apparaat zou plug-and-play zijn: aansluiten, aanzetten, en het begint met de productie van benzine. Dit maakt het ook aantrekkelijk voor noodsituaties of gebieden waar brandstofvoorziening een probleem is.
Bij de lancering sprak voormalig Porsche-topman Karl Dums openlijk over zijn aanvankelijke twijfels: “Ik dacht dat dit onmogelijk was, maar ik zat er naast. Aircela heeft iets indrukwekkends neergezet.” Zulke woorden vanuit de traditionele auto-industrie, die vaak terughoudend is tegenover vernieuwing, geven het project extra gewicht. Ook investeerders zien potentie. Zo steunde Maersk Growth, onderdeel van scheepvaartreus A.P. Moller-Maersk, het bedrijf met financiering, met als doel de maritieme sector te verduurzamen met koolstofneutrale brandstoffen.
De technologie achter Aircela’s systeem vindt zijn oorsprong in het werk van Klaus Lackner, een vooraanstaand wetenschapper op het gebied van directe luchtvangst. Zijn onderzoek werd door oprichters Mia en Eric Dahlgren omgezet in een commercieel product. Sinds de start in 2019 heeft het bedrijf in rap tempo stappen gezet: van laboratoriumtests naar praktijkdemonstraties. CEO Eric Dahlgren benadrukt dat dit geen experiment meer is, maar een kant-en-klaar systeem dat klaar is voor echte toepassingen.
De eerste commerciële uitrol van het apparaat staat gepland voor de herfst van 2025. Aircela richt zich in eerste instantie op sectoren waar elektrificatie nog ver weg is, zoals mijnbouw, bouwplaatsen, landbouw en logistiek. Hier kan een koolstofneutrale vorm van benzine een directe impact hebben op de uitstoot, zonder dat bestaande machines vervangen hoeven te worden. Het bedrijf ziet hun oplossing niet als een vervanging van elektrische voertuigen, maar als een aanvulling voor situaties waar batterijtechnologie nog geen optie is.
Toch is niet iedereen overtuigd van deze technologie. Een veelgehoorde opmerking is dat de productie van synthetische brandstoffen, waaronder die van Aircela, veel energie vraagt. Het proces van CO2-vangst en omzetting is intensief, en als de benodigde elektriciteit niet volledig groen is, kan de milieuwinst kleiner zijn dan gehoopt. Tegelijkertijd wijst Aircela erop dat bij gebruik van zonne- of windenergie de CO2-balans positief blijft. Bovendien biedt hun systeem een voordeel dat andere innovaties niet hebben: het past naadloos in de bestaande infrastructuur.
Of Aircela’s technologie daadwerkelijk een grote rol gaat spelen in de energietransitie, hangt af van meerdere factoren. Kan het systeem betaalbaar worden opgeschaald? Is de energiebehoefte in de praktijk te beheren met hernieuwbare bronnen? En hoe reageren markten en overheden op deze nieuwe vorm van brandstofproductie? Voorlopig lijkt het een veelbelovende en zeer interessante ontwikkeling, vooral voor sectoren die niet direct kunnen overschakelen op alternatieven. Misschien is lucht straks niet alleen wat we inademen, maar ook wat onze tanks vult.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.