Door: redactie - 21 maart 2023 |
De procesindustrie is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie en innovatie is voor deze branche van groot strategisch belang. Een goed begrip van het digitale innovatiesysteem van de procesindustrie is daarom essentieel. Onderzoekers van het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht namen dit systeem daarom onder de loep. Ze onderzochten hoe digitale technologieën vanaf de conceptfase tot bij de eindgebruiker komen. Ook brachten zij in kaart welke obstakels de toepassing van digitalisering in de procesindustrie in de weg staan.
TKI Energie & Industrie gaf opdracht voor dit onderzoeksproject: The Digital Innovation of the Dutch Processing Industries. “Digitalisering in de procesindustrie kan voor bestaande processen een flinke besparing in het energieverbruik betekenen. Bijvoorbeeld door betere controle en monitoring”, aldus Frans van den Akker, programmamanager digitalisering bij TKI E&I van de Topsector Energie. “Ook kan digitalisering bijvoorbeeld helpen om schommelingen in de vraag en het aanbod van hernieuwbare energie op te vangen.”
“Nederland moet een energiesysteem bouwen dat veel slimmer en interactiever is dan het nu is”, licht Van den Akker toe. “Digitalisering van het energiesysteem is daarom een belangrijk speerpunt van de Topsector Energie.” Het onderzoek maakt duidelijk hoe mogelijk energie-bezuinigende digitale technologieën zich verspreiden door de industrie. Van den Akker: “Om zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden van digitale technologie, moet je zicht hebben op het totale innovatiesysteem”,
PhD-kandidaat ir. Nikhil John van het Copernicus Instituut zocht tijdens het onderzoek naar relevante technologieën voor digitalisering in de procesindustrie. Hij ontdekte dat vooral analyse van activabeheer, analyse van energiebeheer, geavanceerde procescontrolesystemen, preventief onderhoud en digital twins kansen bieden. Ook formuleerde hij 9 sociaal-technische belemmeringen die kunnen ontstaan in de verschillende adoptiefasen van innovaties. Volgens hem is het cruciaal om met deze obstakels rekening te houden:
De belangrijkste belemmeringen komen voort uit de uitdagingen die teams en hiërarchieën veroorzaken. Afdelingen die te maken hebben met digitale innovatie hebben vaak botsende belangen, stelt John. Ook moet de basis op orde zijn: “Het is bijvoorbeeld belangrijk dat bedrijven een goede digitale infrastructuur hebben, om zo het maximale uit technologische innovaties te kunnen halen”, aldus de onderzoeker. Door de belemmeringen op een rij te hebben, wordt het voor organisaties mogelijk om per technologie, per site, per bedrijf of per sector te inventariseren in welke fase van de digitale transformatie men is aangekomen”, vult Van den Akker aan.
Een andere belangrijke onderzoeksuitkomst is dat het digitale innovatiesysteem anders in elkaar zit dan typische innovatiesystemen in de procesindustrie. John geeft aan dat digitale innovatie veel sneller ‘door de Technology Readiness Levels (TRL)’ gaat. Van den Akker voegt daaraan toe: “Het ontwikkelen van nieuwe procestechnologie is vaak een langdurig proces dat via fundamenteel en toegepast onderzoek, prototypes en pilots uiteindelijk leidt tot een eerste implementatie. Dit is een geheel andere aanpak dan de Agile-manier van werken waarin men gewend is via kleinere stappen te komen tot een eindproduct.”
“Ook is duidelijk geworden dat er nieuwe digitale vaardigheden nodig zijn bij de eindgebruikers om zicht te krijgen op welke digitale technologieën kunnen bijdragen aan de transitie van de industrie”, aldus Van den Akker.
Voor de implementatie van het digitale innovatie bevelen de onderzoekers een adoptiemodel aan met 5 fasen. Het beschrijft hoe digitale innovatie als concept ontstaat, zich ontwikkelt en uiteindelijk de werkvloer bereikt. Door het identificeren van de fase waarin de innovatie zich bevindt, is het voor beleids- en praktijkmensen mogelijk om beter te sturen op de planning en uitvoering. Het adoptiemodel ziet er zo uit:
Volgens John heeft digitalisering in de procesindustrie een positief effect op techno-economisch gebied maar mogelijk ook qua duurzaamheid. “Van voorgaand onderzoek weten we dat digitale innovatie veel potentie heeft maar zelden gebruikt wordt voor de radicale innovatie die nodig is om lange termijn duurzaamheidsdoelen te halen. Het wordt vooral gebruikt voor efficiëntieverbeteringen in bestaande processen.”
Van den Akker laat weten dat het onderzoek laat zien dat het innovatiesysteem verder gaat dan alleen de technologie: het moet ‘human centered’ zijn. Individuen zijn niet alleen eindgebruiker, maar ook medeontwerper van digitale oplossingen.
Lees het volledige rapport hier.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.