Door: Redactie - 17 februari 2021 |
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat trekt 5,7 miljoen euro uit voor FLEXINet die de focus legt op hybride energieopslagsystemen. Het FLEXINet-consortium zal, de komende jaren, werken aan hybride energieopslagsystemen: systemen waarmee zowel warmte als elektriciteit opgeslagen kan worden. Dit schrijft de TU Delft.
Pavol Bauer, professor aan de TU Delft en projectleider en coördinator van het project: ‘Met FLEXINet streven we naar een systeem dat de energietransitie bespoedigt. Door slimme combinaties van technieken te maken – denk aan het samenvoegen van gerecyclede batterijen, het opladen van elektrische auto’s en flexibele warmtepompen – hopen we een belangrijke bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen.’
Nederland gaat de komende jaren van het Groningse aardgas af. Sinds 2018 geldt er immers een verbod op gasaansluitingen in nieuwbouwwijken, waardoor projectontwikkelaars op duurzame wijze de nieuw te bouwen huizen moeten verwarmen. Maar ook onze mobiliteit – alle bewegingen door verplaatsing van mensen, goederen en energie – is sterk aan het veranderen. Zo is er in het regeerakkoord van 2017 afgesproken dat er in 2030 alleen nog auto’s verkocht mogen worden die emissievrij rijden. Deze ontwikkelingen zorgen voor druk op het elektriciteitsnet. En daar wil het FLEXINet-consortium iets aan doen. Laura Ramirez Elizondo, assistent professor aan de TU Delft, legt het als volgt uit: ‘Het gaat straks allemaal om het slim combineren van technieken. Denk bijvoorbeeld aan het koppelen van een thuisbatterij aan een woning met zonnepanelen. Of aan een slimme laadpaal voor je deur, die laadt buiten de piekuren om en zelf stroom terug kan leveren.’
Zoals uit de (hierboven genoemde) voorbeelden van Ramirez Elizondo blijkt, is het toekomstige energiesysteem een mix van energiedragers. Gautham Ram, die een paar jaar geleden een systeem ontwikkelde waarmee elektrische auto’s direct en snel zijn op te laden met zonnestroom en een belangrijke rol in het FLEXINet-project vervult, vult aan: ‘Onze elektriciteit en warmte zal straks afkomstig zijn uit een hybride systeem dat aangestuurd wordt door slimme softwarealgoritmes. Hybride energieopslag speelt hierin een belangrijke rol en profiteert van verschillende nieuwe technologieën die slim met elkaar gecombineerd kunnen worden. Denk bij nieuwe technologieën aan micro-warmtekrachtkoppelingen, regelbare warmtepompen of vehicle-to-grid – dat je je elektrische auto niet alleen gebruikt als vervoersmiddel, maar ook om elektriciteit mee op te slaan.’ FLEXINet biedt dus een complete, voor de gebruikers aantrekkelijke, oplossing die gevalideerd is in living labs.
Naast de kantoorlocaties van de consortium-deelnemers zal er dus in twee living labs onderzoek worden uitgevoerd: in Delft (The Green Village) en Hilversum (Hilversumse Energie Transitie). Een living lab is een afgebakende en dus veilige locatie waarin verschillende partijen gezamenlijk werken aan een innovatieve oplossingen in een levensechte setting. ‘In het FLEXINet-project zullen de flexibele apparaten in de living lab-woningen worden aangesloten op een Home Energy Management System (HEMS),’ legt Marjan Kreijns, directeur van het Delftse openluchtlaboratorium uit. ‘Slimme algoritmes in het HEMS bepalen of de woning elektriciteit opslaat in de thuisbatterij, of omzet naar warmte en deze bijvoorbeeld opslaat in een thermische buffer. Het HEMS communiceert vervolgens met een overkoepelend energiemanagementsysteem. Met dat systeem wordt onderzocht of het energieverbruik (en de kosten) voor bewoners verlaagd kunnen worden en of lokale congestieproblemen verminderd of zelfs voorkomen kunnen worden.’ Dit is een belangrijke stap op weg naar decentrale (semi) autonome energiesystemen, waar we in de toekomst veel meer mee te maken krijgen.
Het FLEXINet-consortium streeft dus naar de technologie van hybride energieopslagsystemen in de gebouwde omgeving en wordt gesponsord vanuit de subsidieregeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI). Doel van deze regeling, die door het ministerie in het leven is geroepen, is het versnellen van en het implementeren van klimaat-gerelateerde ontwikkelingen. Oplossingen moeten leiden tot eerste toepasbare producten en diensten die in 2030 daadwerkelijk operationeel zijn.
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.