Door: Redactie - 15 januari 2020 |
De Rijksoverheid wil dat in 2020 14% van alle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen komt en in 2030 is dat minimaal 27%. In 2050 moet de energievoorziening bijna helemaal duurzaam zijn. Windenergie op zee is een belangrijke vorm van duurzame energie om deze doelen te halen.
Windenergie op zee speelt een grote rol in de energietransitie. De Noordzee is een gunstige plek voor windmolens vanwege:
In de afgelopen jaren zijn de kosten van windenergie op zee drastisch gedaald. Daardoor is het de goedkoopste grootschalige duurzame energiebron. Naast windenergie heeft de energietransitie ook andere duurzame energiebronnen nodig. Zoals windenergie op land, zonne-energie en energie uit biomassa.
In 2019 stonden er windmolens in zee met een totaalvermogen van ongeveer 1 gigawatt (GW). In 2023 staat er voor minimaal 4,5 GW vermogen aan windmolens op zee. Deze afspraak staat in het Energieakkoord voor duurzame groei. Windmolens op zee leveren dan 3,3% van alle energie in Nederland. Daarmee dragen ze bij aan de doelstelling dat 16% van alle energie in Nederland duurzaam is in 2023.
In het regeerakkoord en het Klimaatakkoord (2019) is afgesproken om het succesvolle beleid van windenergie op zee door te zetten. In 2030 zal daardoor ca. 11 GW aan windparken op zee staan. Deze leveren dan 8,5% van alle energie in Nederland en 40% van ons huidige elektriciteitsverbruik.
Het kabinet ontvouwt, na uitgebreide consultatie met een grote hoeveelheid betrokkenen, de plannen in de ‘Routekaart windenergie op zee 2030’. Hierin staat onder andere waar en wanneer de nieuwe windparken komen. Daarmee geeft de routekaart duidelijkheid aan alle belanghebbenden en zorgt voor zekerheid voor ontwikkelaars van windparken. U kunt hier de afbeelding Windenergie op zee (pdf, 156 kb) downloaden.
De Rijksoverheid regelt alle voorwaarden om de windparken aan te kunnen leggen. Dan gaat het over waar ze komen, de maatregelen om natuur te beschermen en de vergunningen. Daarvoor doet de overheid onderzoek naar de opbouw van het kavel, de bodem, de windsnelheden en de watergegevens. Zo weet een windparkontwikkelaar van te voren precies hoe hij het windpark het beste kan bouwen.
De Rijksoverheid geeft de kavels uit met tenders, waarin windparkontwikkelaars met elkaar concurreren om de vergunning. De windparken in het windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) zullen in 2021 en 2022 de eerste subsidievrije windparken ter wereld in bedrijf zijn. TenneT is aangewezen als netbeheerder op zee. Dit betekent dat TenneT ervoor zorgt dat de windparken via het net op zee worden aangesloten op het elektriciteitsnet op land.
Bij de voorbereiding en uitvoering van de plannen voor windenergie op zee, houdt de Rijksoverheid zoveel mogelijk rekening met andere belangen op zee en aan de kust. Op de Noordzee is al veel ruimte in gebruik. Zo is er scheepvaart, visserij, olie- en gaswinning. Er is ook zandwinning en er zijn oefengebieden van Defensie en natuurgebieden. Ook is de zee op sommige plaatsen ongeschikt voor windmolens, omdat ze te diep is. Daarnaast betekent een grotere afstand tot de kust langere, duurdere kabels en hogere onderhoudskosten.
Waar uiteindelijk windmolens komen, luistert dus heel nauw. Er wordt gekeken naar betaalbaarheid, de energieopbrengst en effecten op onder meer natuur en de andere genoemde belangen. Bij de totstandkoming van het windparken op zee, betrekt de Rijksoverheid belanghebbenden om mee te denken en input te geven. Ditzelfde geldt bij de procedures om de verbindingen van het net op zee aan te kunnen leggen. Waar precies de verbinding naar het vasteland komt te liggen, zowel op zee als op land, wordt ook uitgebreid met de omgeving besproken in werksessies of op informatieavonden. Daarnaast kan iedereen op de uiteindelijke besluiten een zienswijze indienen.
Lees ook: Windenergie: de innovaties en ontwikkelingen
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.