Vergroening met emissieloze aggregaten op Hydrozine

Vergroening in de bouw met emissieloze aggregaten op Hydrozine

De techstartup DENS, voortgekomen uit studententeam Fast van de TU/e, gaat samen met enkele grote bouwbedrijven dit jaar een emissieloze aggregaat uittesten op bouwplaatsen. De generator draait op hydrozine, beter bekend als mierenzuur. Max Aerts, ceo en medeoprichter van DENS, vertelt tijdens het Energy Storage Event meer over dit innovatieve aggregaat.

Door: Dimitri Reijerman, FHI

Hydrozine kan als een duurzame energiedrager een alternatief vormen voor waterstof, zo legt Aerts uit: “Als je kijkt naar de ingezette energietransitie, dan zullen we duurzaam opgewekte energie moeten opslaan om op andere plekken weer te kunnen regenereren. Dat kan natuurlijk met batterijen, maar die hebben ook hun bekende beperkingen. Dan wordt al snel gekeken naar waterstof onder druk, maar waterstof is knap lastig in grootschalige opslag en distributie. Als je kijkt naar de huidige energie-infrastructuur, dan is deze minder goed ingericht voor waterstof of batterijen. Vloeistoffen, zoals mierenzuur, passen daar veel beter in, omdat we deze al gewend zijn, zoals benzine en diesel. Ook zijn vloeibare brandstoffen gemakkelijk in de infrastructuur zijn in te passen.”

In feite is mierenzuur een andere drager voor duurzame energie, zegt Aerts, toegepast in dit geval in een aggregaat: “Hydrozine is een vloeibaar opslagmedium voor waterstof. Dus eigenlijk hebben we een waterstofaggregaat gebouwd. Echter door waterstof als vloeistof te verpakken, krijg je de voordelen die je ook hebt bij een dieselaggregaat.”

Veiliger dan waterstof

Bovendien is mierenzuur minder gevaarlijker dan veelgebruikte fossiele brandstoffen: “Het vlampunt is vergelijkbaar met dat van diesel en het is minder explosief of licht ontvlambaar ten opzichte van waterstof. Daarom kun je ook grotere hoeveelheden mierenzuur opslaan, op de bouwplaats zelf bijvoorbeeld. Het aggregaat kan probleemloos met een maandvoorraadtank aan brandstof worden uitgerust.”

De komende tijd zal DENS zijn apparaten op een grotere schaal in de praktijk testen bij enkele partners: “We gaan de eerste vier aggregaten binnen nu en een paar maanden leveren. Daarna starten we met een aantal bouw- en verhuurbedrijven een serie pilots. Als alles volgens plan verloopt kunnen we eind dit jaar serieproductie gaan draaien.”

De apparaten leveren, zoals moderne machines betaamt, de eindgebruiker realtime inzicht in de prestaties: “Onze hydrozine-aggregaten hangen vol sensoren en we lezen deze data continu uit”, zegt Aerts. “Daarmee krijgen we inzicht in de CO2-besparing en de uitstoot van fijnstof ten opzichte van een dieselaggregaat. En op het apparaat kun je via een touchscreen al zien welke besparingen zijn behaald. Er komen verder geen schadelijke emissies vrij. We binden immers een waterstofmolecuul aan een CO2-molecuul. Dat proces gebeurt CO2-neutraal.”

Kosten hydrozineproductie moeten omlaag

Op dit moment heeft diesel ogenschijnlijk nog een kostenvoordeel ten opzichte van hydrozine. Maar volgens Aerts is dat puur op kostprijs bekeken geen eerlijke vergelijking: “Gekeken naar de kilowattuurprijs ben je met mierenzuur op dit moment meer kwijt dan bij een klassiek dieselaggregaat. Maar dat hangt er wel van af door welke bril je kijkt. Kijk je door de bril van de overheid of de maatschappij, dan is het beeld anders. Dan neem je ook de kosten van de uitstoot mee, bijvoorbeeld de gezondheidseffecten van dieselemissies. Dan kost een liter diesel niet 1,30 euro maar eerder richting de 2,60 euro. In die optiek is mierenzuur weer goedkoper.”

Momenteel werkt DENS samen met chemiereus BASF uit Duitsland voor het mierenzuur. Op termijn moet de kostprijs kunnen dalen, zo verwacht de DENS-ceo: “BASF kan  mierenzuur op basis van biobased materialen maken. Met nieuwe technieken en schaalvergroting kan de kostprijs per liter hydrozine nog flink naar beneden. Het is al een grote bestaande markt, want mierenzuur is een additief voor voedsel en veevoer.”

Toch kijkt DENS ook naar andere mogelijkheden dan uitsluitend de ontwikkeling van groene aggregaten voor de bouw, zo sluit Aerts optimistisch af: “Naast stationaire motoren op mierenzuur, zoals in aggregaten, kijken we bij DENS inmiddels ook naar andere toepassingen waar dieselmotoren nog de dienst uit maken. We zijn daar nu in de eerste fase naartoe aan het  werken. Mogelijk iets in de mobiele of maritieme sector, maar het is deels afhankelijk of bepaalde proefprojecten doorgaan. We doen dat soort dingen graag met partners samen namelijk.”

Wilt u het webinar van Max Aerts bezoeken? Meld u kosteloos aan voor het Energy Storage Event.