Door: Erik de Jong (Advercom) - 25 maart 2025 |
Het Nederlandse elektriciteitsnetwerk, waar wij als land flink in hebben geïnvesteerd, wordt ook door onze Europese buren gebruikt. Tot nu toe gebeurt dat vaak zonder dat zij een cent bijdragen voor het gebruik van ons stroomnet. Klimaatminister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) wil daar wat aan doen en pleit in Brussel voor een eerlijker systeem. “Het kan niet zo zijn dat wij de kosten dragen en anderen gratis meeliften,” liet ze onlangs weten in een interview met De Telegraaf. Maar hoe realistisch is haar plan, en wat betekent dit voor de industrie die afhankelijk is van datzelfde netwerk?
Nederland heeft de afgelopen jaren stevig geïnvesteerd in zijn elektriciteitsinfrastructuur. Denk aan de uitbreiding van hoogspanningsnetten en de aanleg van nieuwe verbindingen om de groeiende vraag naar stroom – mede door de energietransitie – aan te kunnen. Volgens een rapport van TenneT, de beheerder van het Nederlandse hoogspanningsnet, ging het in 2023 alleen al om een investering van 4,2 miljard euro in netverzwaring en verduurzaming van het stroomnet. Dat geld komt grotendeels uit de Nederlandse portemonnee, via belastingen en tarieven die bedrijven en huishoudens betalen.
Maar hier komt de crux: ons net is verbonden met dat van andere landen. Stroom uit bijvoorbeeld Duitsland of België vloeit via ons stroomnet, en andersom. Dat is handig, want het zorgt voor stabiliteit in de energievoorziening. Alleen, de kosten voor onderhoud en uitbreiding worden niet eerlijk verdeeld. Hermans wijst erop dat buitenlandse partijen nu profiteren zonder bij te dragen. “Het is tijd dat Europa hier serieus naar kijkt,” aldus Hermans.
De timing van Hermans’ oproep is geen toeval. De energiemarkt staat onder spanning. De prijzen schieten omhoog, en de afhankelijkheid van buitenlandse stroom neemt toe nu we gas en kolen in de ban doen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat Nederland in 2024 voor 22% van zijn elektriciteit afhankelijk was van import via het stroomnet, een stijging van 5% ten opzichte van twee jaar geleden. Tegelijkertijd groeit de druk op het net door de elektrificatie van industrieën zoals de chemie en staalproductie. Bedrijven schakelen over op elektrische processen om hun CO2-uitstoot te verlagen, maar dat vraagt om een robuuster netwerk.
Dus waarom zouden andere landen niet meebetalen als zij ook profiteren? Het klinkt logisch, maar de vraag is: hoe haalbaar is dit in een Europa waar elk land zijn eigen belangen fel verdedigt? Gaat Duitsland, dat zelf worstelt met een energietransitie, zomaar akkoord met extra kosten voor ons stroomnet?
Voor de Nederlandse industrie is dit een verhaal met twee kanten. Aan de ene kant kan een eerlijkere kostenverdeling de lasten verlichten. Onze bedrijven betalen nu via hun energierekening mee aan een stroomnet dat ook buitenlandse spelers bedient. Als dat verandert, zou dat ruimte kunnen geven voor lagere tarieven of meer investeringen in eigen bodem. Maar er zit ook een risico in. Als Europa dit plan omarmt, kunnen de verhoudingen op de energiemarkt verschuiven. Landen die nu goedkoop via ons stroomnet opereren, könnten hun eigen tarieven verhogen of minder stroom delen. Dat kan de aanvoer van betaalbare elektriciteit voor onze industrie in gevaar brengen.
Een recent rapport van Eurostat laat zien dat de elektriciteitsprijzen voor de industrie in Nederland al bovengemiddeld hoog zijn: in 2024 betaalden bedrijven hier gemiddeld 18,3 cent per kWh, tegenover 15,9 cent in Duitsland. Als Hermans’ plan leidt tot een domino-effect van prijsstijgingen, wat dan? Gaat dat onze concurrentiepositie niet ondermijnen?
Hermans staat voor een flinke klus. Ze zal in Brussel moeten onderhandelen met landen die niet bepaald staan te springen om hun portemonnee te trekken. Toch is haar punt helder: ons stroomnet is geen gratis buffet. Of ze succes boekt, hangt af van haar diplomatieke skills en de bereidheid van Europa om solidair te zijn – iets waar het continent niet altijd in uitblinkt.
Voor de industrie is het zaak om dit scherp in de gaten te houden. Een stabiel en betaalbaar stroomnet is de levensader van veel sectoren. Hermans’ strijd in Brussel kan zomaar een gamechanger worden, ten goede of ten kwade. Wat denken jullie: is dit een broodnodige stap naar eerlijkheid, of een riskante gok die ons duur kan komen te staan? De tijd zal het leren, maar stilzitten is in ieder geval geen optie.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.