Door: Redactie - 14 juni 2022 |
De industriële output blijft groeien maar het tempo waarin neemt verder af. Na een lichte opleving van inkoopmanagersindex (PMI) in april heeft de eerder ingezette dalende trend een vervolg gekregen in mei. De overall meting – een samenstelling van de belangrijkste deelindexen voor nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraad ingekochte materialen – daalde van 59,9 in april naar 57,8 in mei. Dit is het laagste groeitempo in anderhalf jaar toen de industrie in snel tempo herstelde. Nog steeds zijn het tekort aan vakpersoneel en het tekort aan materialen en componenten de belangrijkste remmende factoren.
Het teruglopende groeitempo zien we terug in de productie, nieuwe orders en export. Deze namen minder snel toe als gevolg van grote verstoringen door de oorlog in Oekraïne en de langdurige lock-down in China. De onlangs ingezette versoepelingen van de
maatregelen in China gaan naar verwachting voor enige ontspanning zorgen in wereldwijde toeleveringsketens, maar dit zal pas later zichtbaar worden door de relatief lange periode tussen order en aflevering van producten uit China.
Het effect van de aanhoudende tekorten zien we onder meer terug in de stijging van de inkoopprijzen waarmee ondernemers geconfronteerd worden. Ondanks dat het tempo na twee maanden van toename iets terugliep moet er maand op maand meer betaald worden voor materialen, producten en diensten. Over het algemeen is men in staat ook de verkoopprijzen te verhogen.
Dezelfde oorzaken zien we terug in een daling van gereed product en een stijging van onvoltooide productie. Ondanks een verbetering lopen ook levertijden nog steeds op
Het producentenvertrouwen (CBS) is nog steeds positief, met name door de omvang van de orderportefeuille. Wel iets minder positief dan vorige maand als gevolg van de verwachte bedrijvigheid en de eerder gemelde voorraad gereed product.
Auteur: Gert Jan Braam ING Sector Banking
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.