Door: Prof. em mr Antoni Brack - 30 juli 2024 |
Het via de officiële gerechtelijke weg behandelen van onderlinge geschillen is een tijdrovende en kostbare aangelegenheid. Je geeft de belangen van je bedrijf in handen van advocaten en rechters. Je hoopt er verder het beste van. En als je gelijk gekregen hebt, geheel of gedeeltelijk, loop je het risico dat de tegenpartij in beroep gaat. Een alternatief kan arbitrage zijn maar dat kost natuurlijk ook tijd en geld. Een voordeel van arbitrage is wel de mogelijk inhoudelijke deskundigheid van de arbiter bijvoorbeeld inzicht in de industriële technieken waar het in het geschil over gaat.
Er is een manier om de behandeling van het geschil in eigen hand te houden: mediation! Partijen die een geschil hebben kunnen besluiten onder leiding van een onafhankelijke derde te onderhandelen over een oplossing.[1] Het grote voordeel is dat je om een deal te kunnen sluiten zelf beslist over wat je bereid bent in te leveren. Als beide partijen er trots op zijn zelf hun geschil opgelost te hebben is de kans groot dat de relatie kan blijven bestaan.
Ik heb ooit zelf een cursus voor mediator gedaan en ik herinner me nog de casus die me voor altijd een liefhebber van mediation heeft gemaakt. Twee partijen voeren een heftige strijd over de vraag wie recht heeft op de eigendom van een lading sinaasappelen. Mediation wijst al snel uit dat de ene partij die sinaasappelen nodig heeft voor het sap en de andere partij de schillen wil gebruiken voor een of ander biologisch ingrediënt. Klaar is Kees!
Het essentiële kenmerk van mediation is vrijwilligheid, een voordeel dat gek genoeg ook een nadeel kan zijn. Niemand is gedwongen aan een mediation mee te doen en ook niet om in te stemmen met een voorstel van de tegenpartij. Een arbiter doet uitspraak, net als een rechter, maar een mediator kan geen partij iets opleggen.
De aanleiding voor mij om uw aandacht te vragen voor mediation is een recent arrest van de Hoge Raad (HR).[2] Beide partijen zijn actief op het gebied van arbeidsomstandigheden (ARBO) en hun geschil gaat over een aandelentransactie en een geldlening. In hun contract staat onder meer het volgende beding: “Eventuele uit deze overeenkomst voortvloeiende geschillen tussen partijen zullen door partijen in eerste instantie via mediation worden opgelost. Mochten partijen deze geschillen niet aldus kunnen oplossen, dan zullen zij aan arbitrage (door één arbiter) worden onderworpen, met uitsluiting van de gewone rechter, tenzij de voorzieningenrechter ingeval van spoedeisend belang.”
Als mediation is gebaseerd op vrijwilligheid dan mag je ook besluiten om akkoord te gaan met een plicht tot mediation als zich een conflict voordoet. Dat is contractsvrijheid. Maar de ene partij legt het geschil aan een arbiter voor terwijl de andere partij zich op het standpunt stelt dat eerst mediation moet worden geprobeerd. De arbiter wijst dit af en doet uitspraak. De andere partij gaat in beroep. Het gerechtshof wijst het mediation-argument af en geeft dus voorrang aan de arbitrage-uitspraak. De in het ongelijk gestelde partij gaat in cassatie(!).
De HR stelt vast dat het gerechtshof zo mocht besluiten: van belang is de tekst van de mediation-clausule, de omstandigheid van het geval, de aard van het conflict en de onderlinge verhouding tussen partijen. Als je alle stadia van de procedure bij elkaar neemt heeft het zo’n vijf jaar geduurd. De kern van de einduitspraak is dat mediation alleen zin heeft als beide partijen er iets voor voelen. U ziet hoe belangrijk vrijwilligheid bij mediation is. Deze uitspraak is een stimulans om te proberen door middel van mediation je conflict op te lossen.
Tot slot. Heeft het zin een mediation-clausule in een contract op te nemen? Nee, niet zoveel want veel hangt toch af van de feitelijke omstandigheden. Is zo’n clausule dan waardeloos? Nee dat ook weer niet. Het geeft een positieve goedwillende intentie aan. Maar in onderling overleg is mediation altijd mogelijk, ook zonder zo’n clausule.
Prof. em. mr Antoni Brack
[1] Zie Mediatorsfederatie Nederland
[2] ECLI:NL:HR:2024:1078