Door: Redactie - 20 juni 2023 |
De industrie ondervindt de gevolgen van een afgezwakte economie en de verschuiving in consumentenvoorkeuren van goederen naar diensten. Vooral in energie-intensieve industrietakken aan het begin van de keten krimpt de productie al geruime tijd door hoge energieprijzen en voorraadafbouw. De technologische industrie groeit nog wel gematigd door het wegwerken van productieachterstanden. Maar de gestegen rente zet de bedrijfsinvesteringen en daarmee de nieuwe orders voor machines en apparaten onder druk.
Het energie gerelateerde verschil in groeitempo tussen industrietakken verdwijnt geleidelijk. Toch ziet de energie-intensieve industrie de productie niet snel terugkeren naar oude niveaus vanwege de economische tegenwind en de energieprijzen die naar verwachting structureel hoger blijven dan voorheen. Voor de hele industriesector verwacht ING Research voor 2023 een beperkte krimp (-1%), waarna weer gematigde groei mogelijk is in 2024 (+1,5%).
Het sentiment rondom vooral de zware industrie is door de bank genomen niet best. We zouden (duurzaam) beter af zijn zonder? Wat nu als de basisindustrie écht vertrekt? Telkens weer die plaatjes van rokende schoorstenen beïnvloedt de beeldvorming, zonder daadwerkelijk te kijken naar de effecten van een afbouw. Minister Adriaansen heeft zich al duidelijk uitgesproken: ‘Industrie weg? Dat vind ik een dom standpunt’. De industrie is niet alleen onderdeel van het probleem, maar juist een onderdeel van de oplossing. De verschillende industrietakken met meer dan 70.000 bedrijven, 800.000 werknemers en 12% BBP-aandeel, zijn een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. En heeft een belangrijk aandeel in de export van Nederland, ruim de helft van de € 700 miljard aan export wordt in Nederland gemaakt. Door onze maakindustrie, de chemische-, voedingsmiddelen- en machine-industrie. De maakindustrie produceert heel veel producten en goederen die we dagelijks gebruiken. Voor transport, gebouwen, machines, medische- en huishoudelijke apparatuur en alles wat we in deze sectoren gebruiken. Bovendien is de sector met de productie van zonnepanelen, windturbines en batterijen onmisbaar voor de energietransitie. Importeren is een optie maar hieraan kleven tal van nadelen als leverbetrouwbaarheid, veelal lagere milieueisen (CO2- uitstoot) en een grotere afhankelijkheid van China, VS en andere grootmachten. Lees meer in dit FORUM artikel.
De output van de Nederlandse industrie liep de afgelopen maanden verder terug. De teruggang is ingezet vanaf het hoogtepunt in april vorig jaar. Dit zorgt voor de derde kwartaalafname op rij. Ten opzichte van het laatste kwartaal van 2022 kromp de output van met iets meer dan 3%. De afnemende vraag en verdere voorraadafbouw zorgt voor een lagere orderintake in verschillende industrietakken. Het productieniveau is in april verder gedaald en is hiermee nog net iets hoger dan de output voor de start van de Oekraïne oorlog. De lange termijn (12 maands) verwachting onder de inkoopmanagers blijft stabiel positief.
De trend in de recente ontwikkeling van productievolumes de afgelopen maanden lag met name in krimp in de grotere subsectoren. De laatste maand zijn de meeste subsectoren gekrompen ten opzichte van de maand ervoor. Inmiddels loopt ook de machinebouwsector terug. De sector die de afgelopen jaren met stip de groeiranglijst aanvoerde heeft te maken met uitstel van investeringen.
Eindfabrikanten zetten als gevolg van vraag en regelgeving continue circulaire stappen. Bij de ontwikkeling van nieuwe componenten, modules, machines en producten wordt in de ontwerpfase steeds meer aandacht besteed aan circulair design. Ten behoeve van levensduur-verlenging, circulaire maakbaarheid in de keten en hergebruik van grondstoffen. Voor toeleveranciers is het vaak lastiger deze stappen te zetten, hiervoor moet je in gesprek met je klant.
Hiervoor is de CESI Supply tool ontwikkeld (TNO), waarmee je op basis van verschillende onderwerpen inzicht krijgt in de affiniteit met duurzaamheid en circulariteit en de relatie met klanten. En in hoeverre het interessant en kansrijk is om het gesprek met klanten maakindustrie aan te gaan over circulariteit.
Uitfaseren van gas en kolen als brandstof voor het opwekken van energie en volledig vervangen door elektriciteit uit zon en wind is alleen mogelijk met de inzet van grote batterijen en veel meer groene waterstof. Uit scenario-onderzoek naar de leveringszekerheid van elektriciteit blijkt dat er in donkere en windstille periodes stroomtekorten kunnen ontstaan als er voor 100% wordt overgeschakeld op een betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem zonder CO2 uitstoot (ergens tussen 2030 en 2050). In Nederland was 2 jaar geleden ongeveer 20% van de opgewekte stroom groen, in Duitsland al 46% (en in 2030 80%). In het scenario is rekening gehouden met de groei in vraag door elektrisch rijden en de enorme elektrificering van processen in de industrie. De meeste stroom moet tijdens de langere windstille en donkere periodes komen van elektriciteitscentrales op groene waterstof. Dan wordt ook van de industrie gevraagd de afname te beperken wat tijdelijk afschalen kan betekenen. Daarom moet meer geïnvesteerd worden in groene waterstof, warmteboilers, elektrolysers en industriële elektrificatie.
Dit is een expertquote van Gert Jan Braam, sector specialist Industry, ING Sector Banking.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.