Door: Redactie - 7 juli 2025 |
In een tijdperk waarin data als het nieuwe goud wordt beschouwd, blijft één waarheid overeind: zonder betrouwbare meting is zelfs de mooiste data-analyse waardeloos. Erik Stokman, directeur van KROHNE Nederland, is al 30 jaar actief binnen het bedrijf en ziet hoe de eisen in de procesindustrie verschuiven. Data wordt steeds belangrijker en de sensor steeds meer een commodity, echter “de sensor is geen commodity”. Het is de basis voor alles wat je daarna met data wilt doen.”
Erik Stokman begon zijn loopbaan bij de Verkoop buitendienst afdeling van KROHNE. Inmiddels is hij zes jaar directeur en stuurt hij een team van 35 medewerkers aan, verdeeld over binnendienst, buitendienst en aftersales. “Ik ben steeds minder met directe sales bezig en steeds meer met het hele team. Toch blijf ik eindverantwoordelijk voor onze sales en marktpositionering. Dat boeit me nog steeds.”
Wat hem drijft? “De techniek verveelt nooit. We leveren oplossingen aan klanten die produceren binnen de gehele procesindustrie waaronder chemie, olie en gas, voeding, farmacie – sectoren waar elke tiende procent telt. En als je daarin echt verschil kunt maken met meetoplossingen die kloppen, dan geeft dat energie.”
In de vroege carrière van Erik Stokman stond de techniek centraal. “Dertig jaar geleden moest je nog uitleggen waarom een radarniveaumeting veilig was. Mensen waren huiverig voor straling. Dan zei je: ‘Je staat toch ook wel eens voor een dichte magnetron?’ Dat soort gesprekken voeren we nu niet meer. De meeste meettechnieken zijn geaccepteerd.”
Toch maakt Erik Stokman zich zorgen over een sluipende trend: “Er is een misverstand dat sensoren ‘standaard’ zijn geworden. Dat ze allemaal wel hetzelfde doen. Maar als je sensor niet betrouwbaar meet, kun je daarbovenop honderd lagen software bouwen – je blijft sturen op foute informatie.”
De industrie richt zich terecht op dataverwerking, dashboards en machine learning. Maar Stokman plaatst daar een kritische kanttekening bij. “De waarde van data zit in betrouwbaarheid. En dat begint bij de sensor. Als die structureel 2% verkeerd meet, kun je optimaliseren wat je wilt – je uitgangspunt klopt gewoon niet.”
Het is volgens hem vergelijkbaar met navigeren met een verkeerde kaart. “Er zijn bedrijven die processen optimaliseren met slechte meetwaardes als basis. Dat is niet alleen inefficiënt, het is risicovol. Zeker in sectoren waar veiligheid en compliance cruciaal zijn.”
Een belangrijke technologische ontwikkeling is de opkomst van APL – Advanced Physical Layer. “Dat is een data-laag die naast je stuursignaal loopt en diagnostische data onafhankelijk doorstuurt. Zo houd je real-time procesbesturingsdata en asset management data gescheiden. Bij een storing in het diagnosekanaal blijft je proces gewoon draaien.”
Toch is adoptie nog beperkt. “We spraken een groep chemiebedrijven over APL. Hun inschatting: binnen 5 tot 10 jaar zal in Nederland, mede omdat hier weinig nieuwe fabrieken worden gebouwd, slechts 5 à 10% van de communicatie via APL verlopen. Dat is weinig. Leveranciers zijn afwachtend, en eindgebruikers zijn behoudend. Maar het potentieel is enorm.”
Erik Stokman deelt een treffend voorbeeld van mislukte datatoepassing: de geïntroduceerde Elektromagnetische Flowmeter voorzien van de IFC 300-versterker. “Die kon naast het debiet 12 parameters uitlezen. We hadden alle alarmen standaard ingeschakeld. Binnen twee weken kreeg ik klachten: honderden foutmeldingen.”
De klant had geen idee wat de alarmen betekenden. Het traject onderstreepte het belang van transparantie rondom dataverzameling en het beoogde gebruik ervan. De conclusie: data is alleen waardevol als je weet hoe je die moet interpreteren. Anders creëer je verwarring en irritatie.”
Hoe nauwkeurig moet je meten? Dat hangt sterk af van de sector. “In afvalwater is een afwijking van 1 tot 5% vaak acceptabel. In drinkwater of chemische toepassingen is 0,1 tot 0,5% de norm. Dat is een factor tien verschil. En in sommige installaties moeten de afwijkingen van álle meters binnen 5% nauwkeurig zijn.”
De nauwkeurigheidseisen zijn niet alleen technisch van aard, maar raken ook regelgeving, veiligheid en reputatie. Erik Stokman: “Drinkwaterbedrijven worden gecontroleerd op wat ze oppompen versus wat ze leveren. Daar kun je je geen grote meetfouten veroorloven.”
Sommige technologieën bestaan al decennia, denk aan de Elektromagnetische Flowmeter of de Coriolis Massaflowmeter, maar zijn intussen fundamenteel verbeterd. “De meetprincipes zijn gelijk gebleven, maar de prestaties zijn geëxplodeerd. Nieuwe radaroplossingen zijn veel nauwkeuriger, veelzijdiger en goedkoper. Wat vroeger €18.000 kostte, kan nu beter voor €1.800.”
Hetzelfde geldt voor het installatiegemak. “Vroeger moest een Coriolis Massaflowmeter op een zwaar stalen H-profiel gemonteerd worden om trillingen te dempen. Nu zijn ze vrijwel plug-and-play. Die vooruitgang zie je terug in betrouwbaarheid, levensduur én gebruiksvriendelijkheid.”
De OPTIMASS 2000 Coriolis Massaflowmeter is een voorbeeld van hoe innovatie rekening houdt met bestaande installaties. “Dankzij de rechte buisconstructie neemt hij minder ruimte in dan klassieke Ω of V vormige meters. Daardoor is hij ideaal voor retrofitprojecten in krappe ruimtes – zonder grote aanpassingen aan de installatie.”
KROHNE richt zich bewust op inbouwgemak, nauwkeurigheid vereisten en onderhoudsstrategieën. Erik Stokman: “Je kunt geweldige technologie leveren, maar als de klant er niet mee overweg kan of als het niet inpasbaar is, dan strandt het project alsnog.”
Waar zit de grootste winst voor fabrieken? “In bewustwording. Je moet weten waar je verbruikt, waar je verspilt en waar je kunt optimaliseren. En dat begint bij meten. Zonder inzicht is er geen verbetering mogelijk.”
Dat geldt niet alleen voor energieverbruik, maar ook voor productverliezen, stilstand en inefficiëntie. “Veel bedrijven hebben al data beschikbaar, maar doen er niet voldoende mee. Vaak is regelgeving de prikkel die verandering afdwingt. Maar je kunt ook zélf die trigger zijn. Door vragen te stellen, processen onder de loep te nemen en technologie strategisch in te zetten.”
De boodschap van Erik Stokman is glashelder: wie serieus werk wil maken van digitalisering, optimalisatie en duurzaamheid, kan niet om betrouwbare sensortechniek heen. “Zonder een goed meetpunt kun je geen betrouwbare beslissingen nemen. Meten is de basis, maar pas als alle onderdelen – van sensoren en data tot software en strategie – goed op elkaar aansluiten, kun je echt waarde creëren.”
Meer weten over KROHNE en de industrie? Zij staan in oktober op de vakbeurs voor procesinstrumentatie en automatisering.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.