€ 250 miljoen voor meerdere kleine elektrolyseprojecten

Het kabinet onlangs een subsidieregeling geïntroduceerd die specifiek gericht is op kleinere elektrolyseprojecten. Met een stevig budget van bijna € 250 miljoen is het doel gesteld om een extra 100 megawatt aan elektrolysecapaciteit te realiseren. Deze regeling is een deel van een breder streven om de transitie naar een duurzamere energie-economie te versnellen, waarbij de productie van groene waterstof via elektrolyse een kerncomponent is.

Bevordering kleinere elektrolyseprojecten

De nadruk op kleinere elektrolyseprojecten in deze regeling is strategisch bedoeld om een brede participatie van verschillende stakeholders te bevorderen. Het kabinet hoopt met deze middelen tussen de 5 tot 10 kleinere projecten te ondersteunen, verspreid over het land. Dit zou uiteindelijk leiden tot een situatie waarin verschillende bedrijven en lokale overheden waardevolle ervaring opdoen met elektrolyse, een cruciale stap naar het opbouwen van een brede basis van kennis en expertise.

De aanpak van het kabinet beoogt een inclusieve ontwikkeling waarbij zoveel mogelijk partijen betrokken worden bij elektrolyseprojecten. Om dit te faciliteren, zullen alleen projecten tot 50 megawatt in aanmerking komen voor de beschikbare financiering. Dit is een weloverwogen stap om kennisdeling te bevorderen. Daarmee zorgen ze voor een snellere ontwikkeling van toekomstige projecten door lessen te trekken uit technologische uitdagingen en vergunningsprocedures.

Criteria

De criteria voor subsidiëring zijn zodanig opgesteld dat een breed scala aan kleinere projecten in aanmerking komt, mits ze gebruik maken van elektriciteit gegenereerd door wind- of zonneparken. Hierdoor ontstaat er ruimte voor projecten die lokaal waterstof kunnen produceren. Ze kunnen leveren aan diverse afnemers. Denk hierbij aan tankstations, kleine industriële bedrijven, agrarische ondernemingen of huishoudens. Bovendien bieden deze elektrolyseprojecten een oplossing voor netcongestie. Daar dragen ze bij aan het lokaal opslaan van overschotten aan duurzame energie voor later gebruik.

Minister Jetten van Klimaat en Energie verwoordde het enthousiasme van het kabinet door te stellen dat deze regeling aanzienlijke stappen zet om de grote waterstofambities in Nederland te realiseren. De ondersteuning van kleinere waterstofprojecten zal naar verwachting de kennis en ervaring met waterstofproductie in Nederland aanzienlijk vergroten.

Implementatie versnelling

Om de sprong van concept naar realisatie te bespoedigen, stelt de subsidie als voorwaarde dat de projecten binnen vier jaar na toewijzing afgerond moeten zijn. Hierdoor hebben bedrijven de ruimte tot 2028 om hun elektrolyseprojecten te voltooien. De bekendmaking van de subsidietoekenningen staat gepland voor begin 2024. Daarbij ontvangen de winnende partijen een compensatie voor het kostenverschil tussen hernieuwbare en fossiele waterstof. Dit is ook wel bekend als de onrendabele top.

In het grotere plaatje van het Nederlandse Klimaatakkoord is het streven geformuleerd om tegen 2030 ten minste 4 gigawatt aan elektrolysecapaciteit te hebben. Naast deze regeling voor kleinere projecten, zijn er al subsidieregelingen zoals de IPCEI en SDE++ voor grotere waterstofprojecten. Bovendien wordt in het voorjaar van 2024 een tender geopend voor grote waterstofprojecten met een budget van € 1 miljard.

Bron: Rijksoverheid