Drukopenemer zorgt voor controle over ballastwater van schepen

Door: Redactie - 4 oktober 2022 |

Ballastwater van schepen kan duizenden microben, planten en dieren bevatten. Deze worden door een schip vaak over grote afstanden getransporteerd en komen op de plaats van bestemming vrij. Dit kan leiden tot potentiële schade aan locale soorten en organismen. Een goede behandeling en filtratie van dit water is van enorm belang voor ons ecosysteem.

Ballastwater

Ballastwater wordt gebruikt om de diepgang, stabiliteit en sterkte van een zeeschip te verbeteren wanneer het schip niet (volledig) geladen is. Jaarlijks wordt er ongeveer 10 miljard ton ballastwater over de wereld getransporteerd. Het water kan echter duizenden aquatische microben, planten en dieren bevatten, die tijdens de reis over de aardbol worden vervoerd en op de plaats van bestemming van het schip in een nieuwe omgeving terechtkomen wanneer het water wordt geloosd. Dit kan leiden tot potentiële schade aan soorten en organismen. Speciale, resistente druksensoren helpen om ballastwater van schepen goed te zuiveren.

Schade en regelgeving voor ballastwaterbeheer

Chinese krabben, die de erosie in de Theems versnellen. Bulgaarse mosselen, die de waterinlaten van elektriciteitscentrales in de VS verstoppen. De verspreiding van invasieve soorten is een wereldwijd probleem. In termen van meer onderhoud, vernietiging van visbestanden, verstopping van industriële inlaten, erosie en andere problemen, bedragen de jaarlijkse kosten alleen al in Europa 12 miljard euro per jaar. In 2019 heeft de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) regelgeving voor ballastwater-beheer in werking gesteld. Het Ballast Water Treatment Systems-verdrag (BWTS) schrijft de juiste controle en verwijdering van ballastwater van schepen voor. Dit moet ervoor zorgen dat de juiste behandeling en procedures worden gebruikt om de waterverontreiniging tot een minimum te beperken, en de introductie van schadelijke organismen plus ziekteverwekkers in nieuwe ecosystemen voorkomen. Dit proces omvat filtratie en elektrochlorering van zeewater voordat het weer in de oceaan wordt geloosd. Voor de bewaking en controle van de ballastwater behandelings- en filtratiesystemen worden zeer speciale druksensoren gebruikt.

Het ballastwater-circuit

De meeste ballastwater behandelingssystemen maken gebruik van een tweefasenaanpak met één of andere vorm van mechanische scheiding (eerste fase). In de tweede fase wordt dit gevolgd door een fysische of chemische behandeling. De twee meest gebruikte technologieën zijn systemen op basis van ultraviolet (UV) en elektrochlorering (EC). UV-systemen maken gebruik van fysische UV-straling als secundaire behandeling. Bij elektrochlorering wordt gebruik gemaakt van een chemisch “middel” om biologische organismen te inactiveren. Beide systemen maken gewoonlijk gebruik van filtratie als eerste zuiveringsproces.

Corrosiebestendige, titanium drukopnemer

Tijdens het zuiveringsproces wordt water onder hoge druk door het filtratiesysteem geperst. De druk in het systeem moet voortdurend worden gecontroleerd, aangezien drukdalingen of -schommelingen kunnen wijzen op schade aan het filter. Hier worden precisiedrukopnemers zoals de AGS4200 worden hier gebruikt. Door zijn speciale materiaalspecificatie is hij bijzonder geschikt voor zeewater. De drukaansluiting is gemaakt van 100% titanium en biedt dus een uitstekende chemische compatibiliteit en corrosiebestendigheid.

De AGS4200 drukopnemer

De AGS4200 is ook ideaal voor het meten van de doseerdruk van de chemische additieven, die worden gebruikt om het water in het systeem te behandelen. Deze additieven omvatten natriumhypochloriet – een combinatie van zeewater, gechloreerd water, zuurstof en waterstof. De AGS4200 biedt een perfecte weerstand tegen corrosie. Dankzij de constructie van titanium en saffier kan de drukopnemer worden gebruikt bij mediumtemperaturen tot 125 °C (bij omgevingstemperaturen tot +85 °C). De sensoren zijn voorzien van geïntegreerde elektronica en bieden een hoge overdrukbestendigheid. De sensoren zijn leverbaar voor meetbereiken van 0 … 500 mbar tot 0 … 1.500 bar en hebben een nauwkeurigheid van ±0,25% (optioneel ±0,1%).