Door: Redactie - 23 juni 2025 |
Zebra’s Manufacturing Vision Study toont aan dat het in de maakindustrie ontbreekt aan voldoende strategische afstemming tussen leidinggevenden. Zo noemt 38% van de C-level leiders, 42% van de IT-verantwoordelijken en 45% van de OT-managers zichzelf de belangrijkste drijfveer achter de technologie voor fabrieksmedewerkers. Hoewel deze leiders gemeenschappelijke zorgen hebben over digitalisering, productiviteit en arbeid, moet er betere overeenstemming zijn over strategisch eigenaarschap.
67% van de leiders in Europa zegt niet te weten hoe ze moeten beginnen met het digitaal transformeren van de fabrieksvloer. Belangrijke barrières hierbij zijn onder andere het bepalen welke bedrijfsuitdagingen of gebieden prioriteit moeten krijgen, de kosten en beschikbaarheid van middelen en de schaalbaarheid van pilotprojecten tot organisatiebrede implementatie.
Hoewel 57% van de productieleiders wereldwijd (tegenover 49% in Europa) verwacht dat ze tegen 2029 meer inzicht hebben in de productie en de toeleveringsketen, ziet een derde het gebrek aan overeenstemming tussen IT en OT over investeringsprioriteiten als een grote belemmering. 89% van de ondervraagde leiders is van plan om meer te investeren in technologie en fysieke infrastructuur, en 80% wil meer investeren in personeel.
Dit zijn veelbelovende en ambitieuze investeringsplannen. Zonder duidelijke strategische afstemming tussen leidinggevenden en zonder helderheid over hoe projecten moeten worden gestart, gefinancierd en opgeschaald, bestaat het risico op geldverspilling en slechte uitvoering. Juist daarom is een connected factory framework nodig om de strategie en uitvoering te ondersteunen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat 54% van de fabrikanten in Europa (61% wereldwijd) verwacht dat AI tegen 2029 een belangrijke drijfveer zal zijn voor de groei van hun bedrijf. Deze sterke toename van AI, in combinatie met 92% van de respondenten die digitale transformatie als prioriteit zien, onderstreept de intentie van fabrikanten om databeheer te verbeteren en nieuwe technologieën in te zetten die de zichtbaarheid en kwaliteit in het hele productieproces verbeteren. In de komende vijf jaar zijn besluitvormers van plan om procesautomatisering te stimuleren met deep learning (63%) en machine learning (64%) te implementeren. Ook zullen grote taalmodellen (64%) en prescriptive workflows (59%) worden ingezet om besluitvormingen verder te automatiseren.
Een paar maanden geleden verschoof de AI-top in Parijs de aandacht sterk naar grote investeringen, het nemen van gecalculeerde risico’s en de ambitie om voorop te lopen met de beste AI-ontwikkelingen en concrete resultaten voor het bedrijfsleven en de samenleving. Het zou een nieuwe katalysator moeten zijn voor productieleiders om beter na te denken over hun eigen AI-investeringsstrategie, ondanks onzekerheden zoals schommelende vraag en geopolitieke spanningen. De use cases en compliance-eisen voor fabrikanten van farmaceutische producten, auto’s, elektrische batterijen, halfgeleiders en voedingsmiddelen zijn hoog en vereisen geavanceerdere AI zoals deep learning en 3D-scan software om ze te verwerken.
De AI-ambities in de industrie zijn vanzelfsprekend gekoppeld aan de behoefte aan data – veel data van goede kwaliteit, die we in veel productieprocessen zien.
De hoeveelheid data die wordt gecreëerd bij bedrijven kan worden omgezet in waarde. Dat kan data zijn voor het trainen en testen van deep learning-modellen voor machine vision, of als feedback om visuele inspectieprocessen te verfijnen. Zodra data en AI geïntegreerd zijn, wordt de weg naar intelligente automatisering met slimme camera’s, sensoren en vision-gestuurde robotica – een realiteit. Zo kunnen leiders waardevolle frontline-medewerkers inzetten voor werk dat bijdraagt aan groei.
Productielocaties en -regio’s kunnen echter in silo’s werken, met weinig tot geen uitwisseling van data – zelfs niet bij identieke of vergelijkbare workflows. Ervaringsniveau en beschikbare tijd kunnen variëren tussen teams en locaties, wat het bereiken van datakwaliteit bemoeilijkt. Daarbij komt de uitdaging om talent te vinden met de juiste vaardigheden en ervaring. Data moet worden opgeslagen, geannoteerd en gedeeld terwijl dubbele, verouderde en onnauwkeurige data moet worden verwijderd. Pas dan is het klaar voor zaken als het trainen en testen van AI-modellen. Fabrikanten kunnen een echte verbonden fabriek realiseren als ze leren om alle beschikbare data over workflows, locaties, landen en regio’s te benutten om groei en de productiviteit van werknemers te stimuleren.
Wat betreft strategische uitvoering blijkt dat fabrikanten hun groeistrategieën herzien door mens en technologie – nauwer te integreren. Daarmee streven ze ernaar de productie te transformeren en de komende vijf jaar een goed opgeleid personeelsbestand op te bouwen.
Zo is 71% van de leidinggevenden in de maakindustrie van plan om de vaardigheden van werknemers op het gebied van data- en technologiegebruik te verbeteren. 62% verwacht dat werknemers ondersteund worden met technologie die mobiliteit mogelijk maakt. Ook permanente ontwikkeling (61%), omscholing/bijscholing (66%) en ontwikkeling van loopbaantrajecten (63%) worden aangemerkt als strategische prioriteiten om toekomstig talent aan te trekken.
De technische hulpmiddelen die productieleiders voor hun werknemers implementeren omvatten onder andere tablets (54%), mobiele computers (54%) en software voor personeelsbeheer (57%). Daarnaast is 61% van de productieleiders van plan om draagbare mobiele computers te gebruiken om hun steeds veranderende personeelsbestand uit te breiden. Toch beseffen leiders in de C-Suite, IT en OT dat arbeidsinitiatieven verder moeten gaan dan het verhogen van de efficiëntie en productiviteit van werknemers met technologie.
De meeste productieleiders zijn het erover eens dat investeringen in intelligente automatiseringsoplossingen worden gedreven door verschillende factoren, waaronder de behoefte om werknemers meer hoogwaardige taken te laten uitvoeren (69%), service level agreements te behalen (69%) en meer flexibiliteit toe te voegen aan de fabrieksvloer (63%). Om deze doelstellingen te realiseren, kijken ze naar robotica (63%), machine vision (66%), (RFID) (62%) en vaste industriële scanners (53%).
Fabrikanten willen slimme, verbonden fabrieken een realiteit maken – uitgerust met moderne systemen die verbindingen in de hele fabriek stimuleren en zichtbaarheid, efficiëntie en flexibiliteit van bedrijfsmiddelen bieden. De toekomst draait om hoogwaardige, verbonden data die AI-systemen voedt, realtime inzichten, en mensen die beter verbonden zijn met elkaar, met data en met systemen.
Auteur: Stephan Pottel, Manufacturing Strategy Director, EMEA, Zebra Technologies
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.