Door: Redactie - 28 december 2020 |
Er is een akkoord over de manier waarop het Verenigd Koninkrijk (VK) vertrekt uit de Europese Unie (EU), melden diverse media. Ook een ‘zachte brexit’ laat echter littekens na voor het Nederlandse bedrijfsleven, dat te maken krijgt met miljardenschade.
Murphy’s Law leek de afgelopen tijd hoogtij te vieren aan grensgebieden met het VK. Enorme vertragingen ontstonden toen Britse bedrijven vooruitlopend op de nieuwe handelsspelregels gingen ‘hamsteren’ en tegelijk een nieuwe variant van het coronavirus in het VK opdook. Voor de kanaaltunnel stond een file van 60 kilometer, met trucks bumper aan bumper, meldt dagblad Trouw.
De chauffeurs ondervinden aan den lijve hoe het bestrijden van de coronapandemie en de voorbereidingen voor de definitieve brexit door elkaar heenlopen. Sinds begin februari is het VK formeel al geen onderdeel meer van de unie, maar tot 1 januari 2021 is sprake van een overgangsperiode. Britse overheden verschoven in 2020 honderden ambtenaren van brexit-dossiers naar coronadossiers. En de cruciale onderhandelingen tussen de EU en het VK om tot een akkoord te komen, vinden plaats in een tijd waarin nationale lockdowns aan de orde van de dag zijn. Vanwege de politieke beladenheid van de uittreding lieten de Britten echter de kans voorbijgaan om de transitieperiode te verlengen, ondanks verzoeken uit Schotland en Wales.
Met het handelsverdrag wordt voorkomen dat beide landen invoertarieven op elkaars producten gaan heffen. Tot al te grote blijdschap hoeft dit echter niet te leiden. Ook een ‘zachte brexit’ is geen volledige oplossing voor het wegnemen van extra handelsbelemmeringen. Ten opzichte van de oude situatie ontstaan belemmeringen in de vorm van grenscontroles en extra documentatie, die horen bij handel met landen buiten de unie. Zou houdt Royal Flora Holland rekening met minstens vier uur vertraging in de export van sierteelt.
Deze zogenoemde non-tarifaire belemmeringen verhogen de kosten van Nederlandse producten voor Britse afnemers, waarmee terugval van de vraag ontstaat. Bij een zachte brexit worden de kosten geschat op het equivalent van een invoertarief van 2,77 procent aan beide grenzen. Die hogere kosten hebben een negatief effect op de vraag van Britse bedrijven naar producten uit EU-landen en raken bijvoorbeeld sectoren als de machine-industrie, voedingsmiddelenindustrie en de elektrotechnische industrie.
De schade voor de Nederlandse economie is relatief groot, mede omdat binnenlandse sectoren sterk verweven zijn met het buitenland, en met elkaar. Wanneer de vraag vanuit het VK naar voedingsmiddelen terugvalt, raakt dat niet alleen de exporterende producent, maar ook de agrarische toeleverancier van die producent. Bovendien hoeft de exporteur dan minder op te slaan en te vervoeren, minder te verzekeren en minder te financieren, en zijn tevens minder gerelateerde advies- of IT-diensten nodig. Van de geschatte schade van ruim 4,5 miljard euro aan de Nederlandse economie zoals die in 2019 was, slaat meer dan de helft neer bij bedrijven die via een andere sector met het VK zakendoen, zo blijkt uit een recent rapport van ABN AMRO in samenwerking met de Universiteit van Leuven.
Hoewel met het akkoord een veel forsere schade wordt voorkomen, kan het vertrek van een van de belangrijkste handelspartners op lange termijn bovendien sporen nalaten in de Nederlandse economie. Zo kan minder concurrentie vanuit VK de innovatiedrang op langere termijn remmen. Voor sommige bedrijven wordt Nederland interessanter als vestigingsklimaat, maar lagelonenlanden profiteren wellicht meer dan Nederland van bedrijfsverplaatsingen als gevolg van de brexit.
Dat neemt niet weg dat de brexit ook kansen biedt, bijvoorbeeld vanuit bedrijfsperspectief. Een Nederlands bedrijf dat met Britse branchegenoten concurreert om marktaandeel op het Europese vasteland, kan zijn positie aanmerkelijk verstevigen. Daarnaast kunnen Nederlandse bedrijven zoeken naar mogelijkheden om afgenomen afzet in het VK op te vangen via andere afzetmarkten. Verder kan de dienstensector profiteren van extra werk dat direct betrekking heeft op de gevolgen van de brexit. Het blijft voor ondernemers dus zaak om de schuivende panelen de komende jaren in de gaten te houden, want ook na 1 januari kan het brexit-boek zeker nog niet gesloten worden.
Bron: ABN AMRO
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.