Door: Redactie - 23 juli 2021 |
De aangekondigde CO2-belasting jaagt onder andere ijzer- en staalbedrijven weg uit Europa. Daarvoor vreest EY. Ook PwC verwacht dat de maatregel grote gevolgen zal hebben voor bedrijven in de maakindustrie.
Het draait om de grensheffingen, onderdeel van het pakket maatregelen waarmee de Europese Commissie de klimaatdoelstellingen van 2030 wil gaan halen. Binnen de EU wordt productie nu al belast met een CO2-belasting via een zogenoemde emissiehandel, zegt Martijn Schippers, adviseur bij EY en gespecialiseerd in douanerecht. Als je produceert buiten de EU en dan de goederen invoert, val je daar niet onder. Om een level playing field te creëren, is nu een belasting op CO2-uitstoot aan de grens voorgesteld.
Het lijkt erop dat die CO2-belasting alleen van bepaalde halffabricaten te worden geheven, maar niet van eindproducten waarin die halffabricaten zijn verwerkt. Zo zouden onder de nieuwe heffing staal en aluminium worden belast, terwijl een auto buiten de heffing blijft. Om onder de heffing uit te komen, zou het straks voordeliger zijn om die auto in te voeren in plaats van staal en aluminium in te voeren en dan vervolgens te gebruiken.
In eerste instantie worden vijf categorieën worden belast: cement, ijzer en staal, mest, aluminium en elektriciteit. Volgens de Europese Commissie bestaat er bij deze producten een hoog risico op ‘carbon leakage’. Daarvan is sprake als de productie zich verplaatst van binnen naar buiten de EU vanwege de lasten voor bedrijven door deelname aan de emissiehandel.
De heffing wordt gekoppeld aan een bepaalde handelskoers, zegt Schippers. Aan het begin van het jaar stond die koers op 30 euro per ton CO2; in een half jaar is die opgelopen naar 50 euro. ‘Als dat nog verder oploopt, speelt het een heel belangrijke rol bij de beslissing om productie eventueel te verplaatsen.’
De CO2-belasting wordt in eerste instantie op 1 januari 2023 ingevoerd. Dan bestaat er alleen een rapportageverplichting. Pas in 2026 wordt er echt geheven. In de tussentijd gaat de Europese Commissie evalueren of ze echt de goeie producten in de belasting betrekken. Het kan dus zijn dat de producten-portfolio nog wordt uitgebreid en dat het risico op productieverplaatsing misschien wordt weggenomen.
De kans dat bedrijven hun biezen gaan pakken, is natuurlijk levensgroot, zegt ook BNR‘s huiseconoom Han de Jong. ‘Zoals het nu op papier staat, lijkt het er erg op dat we onze eigen producenten in een positie manoeuvreren, waarbij hun concurrentievermogen ernstig wordt geschaad.’
Wat de economische gevolgen zullen zijn, is moeilijk te zeggen volgens De Jong. Wat je wel kunt zeggen, is dat we het onze eigen maakindustrie een stuk lastiger maken. ‘En hoe je het ook wendt of keert, dat kan alleen maar betekenen dat het ons gaat kosten in termen van economische groei en welvaart.’
Bron: BNR
Lees ook:
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.